Econoom Paul De Grauwe: ‘Miljardairs zijn een gevaar voor de democratie’
De vakbonden hebben gelijk om meer loonsverhoging te vragen, vindt econoom Paul De Grauwe van de London School of Economics. ‘Het aandeel van de economische groei dat naar lonen gaat, is de voorbije twintig jaar stelselmatig gedaald.’
We hebben onze jas nog niet uit of Paul De Grauwe werpt zijn armen al in de lucht: ‘Hebben jullie dat gehoord? Kris Peeters zegt net op de radio dat hij 200.000 jobs heeft gecreëerd. Alsof die banen er alleen gekomen zijn dankzij de regering! Hoe durft iemand zoiets te beweren?’
Als professor aan de London School of Economics is De Grauwe de bekendste Belgische econoom in het buitenland. We treffen hem thuis in Leuven, waar hij nog wekelijks naartoe pendelt, om honderd dagen voor de verkiezingen een evaluatie van de regering-Michel te maken.
Woensdag 13 februari organiseren de vakbonden een nationale staking. De voorgestelde loonnorm van 0,8 procent voor de komende twee jaar – wat werknemers dus aan opslag kunnen krijgen boven op de index – vinden ze veel te laag. Zowel bij de werkgeversorganisaties als bij de regering kunnen ze op weinig begrip rekenen.
Als Kevin De Bruyne morgen een miljoen euro minder krijgt, zal hij dan minder goed voetballen? Nee, toch?
‘De vakbonden hebben een punt’, zegt De Grauwe. ‘De reële groei van de economie bedraagt tussen de 1 en 1,5 procent per jaar. Dan is 0,8 procent loonopslag voor twee jaar wat weinig. Dat betekent dat een groter deel van de winst naar het kapitaal gaat, de aandeelhouders. Dat is een trend: het aandeel van de economische groei dat naar lonen gaat, is de voorbije twintig jaar stelselmatig gedaald. Door zo’n kleine loonsverhoging wordt het alleen maar moeilijker om geschikte mensen te vinden. Neem nu het verplegend personeel. Daar is een groot tekort aan. Als je die lonen maar met 0,8 procent mag laten stijgen, krijgt je dat nooit weggewerkt. Tenzij je verplegend personeel uit het buitenland haalt, mensen die tevreden zijn met een laag loon. Is het dat wat we willen? Die loonnorm wordt door werkgevers gebruikt om niet met elkaar te hoeven concurreren: de lonen liggen zogezegd vast en dan kunnen werknemers bedrijven niet tegen elkaar uitspelen.
Het tegenargument luidt: België heeft nog steeds een loonhandicap ten opzichte van onze buurlanden.
Paul De Grauwe: Dat is niet meer waar. Het klopt dat de loonkosten per uur in België bij de hoogste in Europa zijn. Maar je moet niet alleen kijken naar het loon, ook naar de productiviteit. Dan zie je dat we vandaag ongeveer op hetzelfde niveau staan als onze buurlanden en geen achterstand meer hebben. Werkgevers blijven graag hameren op die zogenaamde loonhandicap, maar eigenlijk is dat codetaal voor: ‘We willen meer winst maken.’
De loonopslag van 0,8 procent staat in een nationaal akkoord en geldt voor iedereen. Kan die nog wel voor het hele land worden vastgelegd?
De Grauwe: Nee, dat is eigenlijk niet zinvol. In de jaren vijftig en zestig, toen we nog een grote industriële sector hadden, kon dat wel. Maar onze economie is nu zo gediversifieerd dat je niet meer voor iedereen dezelfde loonnorm kunt aanhouden. Je zou beter onderhandelen op sectoraal niveau, maar ook binnen een sector lijken bedrijven niet meer allemaal op elkaar. Eigenlijk zou je de loonnorm nog het best voor elk bedrijf apart onderhandelen.
Dat zullen vakbonden en werkgeversorganisaties niet graag horen, want die nationale onderhandelingen geven hen veel macht.
De Grauwe: Je hoort weleens zeggen dat de vakbonden en de werkgeversorganisaties vandaag veel meer oog hebben voor het eigen belang dan voor het algemeen belang, maar dat is altijd zo geweest. Wat is veranderd, is de onderliggende structuur van de economie. Vroeger werd onze economie gedomineerd door enkele grote sectoren en bedrijven. Die waren machtig en konden makkelijk onderhandelen. Nu onze economie gediversifieerd is, wordt dat moeilijker. Je ziet toch dat het sociaal overleg tussen werkgevers- en werknemersorganisaties sputtert? En dat de akkoorden die ze afsluiten niet veel meer waard zijn dan het papier waarop ze werden genoteerd?
De vakbonden komen eigenlijk om dezelfde reden op straat als de gele hesjes: ze willen meer koopkracht.
De Grauwe: De gele hesjes zien inderdaad ook dat de koek wel groter wordt, maar dat hun deel de voorbije decennia niet gelijkmatig is toegenomen. De ongelijkheid is in de hele westerse wereld groter geworden. In België weliswaar minder dan in de VS, het Verenigd Koninkrijk, Zweden of Duitsland, maar ook bij ons neemt de druk op de onderkant van de samenleving toe. Daar moeten we oog voor hebben. Als grote groepen mensen vinden dat het marktsysteem niet langer billijk is, hebben we een groot probleem. Dan komt dat marktsysteem zelf in het gedrang en boeken populisten succes met protectionistische voorstellen. Dat moeten we vermijden.
In 2014 ging de verkiezingscampagne over de invoering van een taxshift: een verschuiving van de lasten op arbeid naar lasten op vervuiling, vermogen en consumptie.
De Grauwe: Eigenlijk was het geen echte taxshift, want er was geen verschuiving van de belastingen: de vermindering van de werkgeversbijdragen werd slechts gedeeltelijk gecompenseerd door een aantal verhogingen. De taxshift heeft de schatkist dan ook geld gekost. Bovendien hebben verschuivingen van belastingen weinig zin. Als de arbeidskosten dalen, maar werknemers zien andere belastingen stijgen, dan zullen ze daar tijdens loononderhandelingen compensaties voor vragen.
De verlaging van de werkgeversbijdragen heeft voor nieuwe banen gezorgd, zegt de regering.
De Grauwe: De werkgelegenheid in België is minder sterk gestegen dan gemiddeld in de eurozone. Volgens cijfers van de Europese Commissie zijn er sinds 2015 tot nu 209.000 jobs in ons land bij gekomen. Als het aantal banen was toegenomen volgens het gemiddelde in de eurozone hadden we 255.000 jobs gecreëerd. Het is dus belachelijk dat de regering-Michel die 209.000 nieuwe jobs als pluim op haar hoed steekt. In heel de eurozone zijn er banen gecreëerd omdat de economie het zo goed deed.
De regering-Michel wilde de werkloosheidsuitkeringen sneller laten dalen om de werklozen te motiveren weer aan de slag te gaan. Door de val van de regering zal dat er niet meer van komen. Jammer?
De Grauwe: Er is weinig wetenschappelijk bewijs voor dat door dalende uitkeringen mensen sneller werk vinden. Een aantal professoren schreef zelfs een opiniestuk in De Standaard waarin ze het omgekeerde argumenteerden: de werkloosheidsuitkering zou in het begin relatief laag moeten zijn, en daarna lichtjes stijgen. Ik ben wat dat betreft een agnost. In mijn ogen is de werkloosheidsuitkering in de eerste plaats een verzekering die ervoor moet zorgen dat mensen niet in de armoede terechtkomen als ze hun job verliezen. En dat moet ze zeker ook blijven. Ik zou de werkloosheidsuitkering dan ook niet meer sterk verlagen, ze is trouwens al degressief.
Marc Coucke is rijk geworden omdat hij veel geluk heeft gehad, niet omdat hij een genie is.
We zijn het enige land ter wereld waar mensen hun leven lang een werkloosheidsuitkering kunnen krijgen. Moet ze niet in de tijd worden beperkt?
De Grauwe: Ik zal niet ontkennen dat er profiteurs zijn onder de werklozen, en die moeten worden aangepakt. Maar zij vormen lang niet de meerderheid. De meeste langdurig werklozen hebben andere problemen, zoals een handicap, ziekte, depressie… Denkt u dat iemand die depressief is, zal genezen als hij zijn uitkering verliest?
De regering-Michel heeft de personenbelasting nauwelijks hervormd. Had ze dat beter wel gedaan?
De Grauwe: Natuurlijk. Het grote probleem in België is bekend: als je meer dan 40.000 euro per jaar verdient, zit je al in de hoogste belastingschijf. Elke euro die je meer verdient, wordt tegen 50 procent belast. Je zit hier veel te snel aan het hoogste tarief. Ik ben voor échte progressiviteit van de personenbelasting. De middenklasse moet minder snel in de hoge belastingschijven terechtkomen en dus minder belastingen betalen. En de mensen die heel veel verdienen, zouden tegen een veel hoger tarief moeten worden belast.
In de naoorlogse periode, tot in de jaren zeventig, piekten in de VS en het Verenigd Koninkrijk de hoogste tarieven tot boven de 90 procent. Dus vanaf een bepaald niveau aan inkomsten roomde de fiscus haast alles af. Dat is sinds de jaren tachtig drastisch veranderd en nu bedraagt het hoogste tarief 40 procent. We zijn ervan doordrongen geraakt dat mensen die heel veel verdienen economische welvaart creëren en dat we hen niet mogen afstraffen. Maar wat zien we? De economische groei was het hoogst toen de belastingtarieven het hoogst waren. En zodra die tarieven daalden, nam de economische groei af. Ik zeg niet dat er een oorzakelijk verband is, maar in elk geval heeft de verlaging van de toptarieven er niet voor gezorgd dat de economische groei toenam. Die toptarieven kunnen dus gerust omhoog.
Aan welk toptarief denkt u dan?
De Grauwe: Pin me niet vast op een exact cijfer, maar je zou 90 procent belastingen kunnen heffen op alles wat iemand boven één miljoen euro per jaar verdient. Neem even het voetbal als voorbeeld. Spelers als Kevin De Bruyne verdienen miljoenen euro’s per jaar. Hij is een zeer goede voetballer, maar is hij echt beter dan bijvoorbeeld Johan Cruyff, die veel minder verdiende? Als De Bruyne morgen een miljoen euro minder krijgt, gaat hij dan minder goed voetballen? Nee, toch? Hetzelfde geldt voor bedrijfsleiders en andere veelverdieners. Ik begrijp dat die veel geld willen verdienen, maar zullen ze zich minder inspannen als we hun inkomsten boven één miljoen euro belasten tegen 90 procent? Ik denk het niet.
Maar als België dat alleen doet…
De Grauwe: Natuurlijk moet België dat niet alleen doen, maar het is het is wel de richting die we uit moeten. Want miljardairs zijn een gevaar voor de democratie.
Paul De Grauwe
– 1946: geboren in Ukkel
– Emeritus hoogleraar economie aan de KU Leuven
– Professor aan de London School of Economics
– 1991-2003: afwisselend parlementslid en senator voor de Open VLD
– Schreef onder meer De zichtbare hand (1986), De onvoltooide globalisering (2007) en De limieten van de markt (2014)
– Columnist voor De Morgen
Waarom?
De Grauwe: Omdat ze hun middelen gebruiken om de politieke agenda te beïnvloeden. In Engeland en de VS kopen ze gewoon de media op, en manipuleren ze de publieke opinie.
Open VLD pleit sinds kort voor een vlaktaks van 30 procent.
De Grauwe: O, nee, alstublieft! Dat is zo’n verouderd idee.
Voorzitter Gwendolyn Rutten presenteert het als fris en nieuw.
De Grauwe: Ach, we hebben daar allemaal van gedroomd in de jaren tachtig, toen was mevrouw Rutten nog maar net geboren. Veel mensen vinden het huidige belastingsysteem al niet eerlijk. En ze hebben gelijk. Dat zou toch alleen maar erger worden als Kevin De Bruyne tegen hetzelfde tarief zou worden belast als wij allemaal?
De grootste trofee van voormalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) was de verlaging van de vennootschapsbelasting.
DE Grauwe: Maar dat is niets om trots op te zijn. Helaas moesten we de vennootschapsbelasting wel verlagen, omdat grote internationale ondernemingen anders naar het buitenland verhuizen, waar de tarieven om dezelfde reden vaak al zijn gezakt. Zulke bedrijven zetten ons met de rug tegen de muur. Politici zouden beter eens op Europees niveau samenzitten en kijken hoe ze dat kunnen stoppen. Nu moet een Europese belasting unaniem door alle lidstaten worden goedgekeurd. De Europese Commissie wilde dat afschaffen: een meerderheid van lidstaten zou volstaan voor een goedkeuring. Maar Van Overtveldt was daar niet voor te vinden, want dat was zogezegd een soevereiniteitsoverdracht.
De christendemocraten hebben zich de eerste twee jaar van de regering-Michel het vuur uit de sloffen gelopen om iets van een vermogensbelasting in te voeren. Dat is hen niet gelukt.
De Grauwe: Ze hebben een speculatiebelasting en een effectentaks uit de hoed getoverd, maar dat heeft allemaal niets opgeleverd. Alleen de middenklasse is opnieuw getroffen. De superrijken weten altijd te ontsnappen aan een vermogensbelasting, meestal via een achterpoortje dat door de politici zelf is opengezet. Dat is wraakroepend.
Waarom doen politici dat?
De Grauwe: Waarom zit de kleinzoon van Albert Frère in de regentenraad van de Nationale Bank? Ik zou het niet kunnen zeggen. Ik stel alleen vast dat een hele kleine groep van superrijken buitenproportioneel veel invloed heeft op het beleid. Ze dreigen politici af, of bluffen toch. Want laten we eerlijk zijn: de hoge inkomsten van sommigen zijn voor een deel het gevolg van hun eigen inspanning, maar vaak ook van puur toeval. Marc Coucke is rijk geworden omdat hij veel geluk heeft gehad, niet omdat hij een genie is.
Ik stel alleen vast dat een hele kleine groep van superrijken buitenproportioneel veel invloed heeft op het beleid.
Een vermogensbelasting duikt steeds weer op als het manna waarmee álles kan worden gefinancierd: van het begrotingstekort tot de sociale zekerheid.
De Grauwe: Extreemlinks rekent zich graag rijk met een vermogensbelasting. PVDA-voorzitter Peter Mertens is een toffe gast, ik ga graag met hem in debat, maar ik denk dat hij de opbrengst van een vermogensbelasting al twintig keer heeft uitgegeven. (lacht) Voor mij heeft een vermogensbelasting meer te maken met billijkheid. Ik heb het ooit berekend: als we in België een taks van 2 procent heffen op vermogens boven een miljoen euro, brengt dat elk jaar 11 miljard op. De overheid heeft een totaalbudget van ongeveer 200 miljard euro. Met zo’n vermogensbelasting kunnen we dus leuke dingen doen, maar ze volstaat niet om bijvoorbeeld de financiering van de sociale zekerheid veilig te stellen.
De vakbonden hebben het meest geprotesteerd tegen de verhoging van de pensioenleeftijd – tot 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030. Was dat een moedige beslissing van deze regering?
De Grauwe: Ik ben voorstander van het optrekken van de pensioenleeftijd. Ik ben nu zelf 72 jaar en ik werk ook nog altijd voltijds. (lachje) De regering had die verhoging van de pensioenleeftijd sneller kunnen laten ingaan, maar ik begrijp die lange overgangsperiode wel.
Kunnen we ons dat uitstel wel permitteren?
De Grauwe:(blaast) De vergrijzing is – laten we dat niet vergeten – een tijdelijk probleem, doordat de grote groep babyboomers de komende jaren met pensioen gaat. Dat kunnen we dus wel aan. Ik maak me veel meer zorgen over het klimaat en het milieu.
Dat was al helemaal geen prioriteit van de regering-Michel.
De Grauwe: Ze heeft op dat vlak nauwelijks iets gedaan. Het verbaast me nog altijd hoeveel klimaatontkenners er zijn.
Niemand ontkent dat de aarde opwarmt, toch?
De Grauwe: Kijk naar die campagne tegen de klimaatspijbelaars: ze zouden zijn geïnfiltreerd door extreemlinks. Dat is een verdekte manier om te zeggen wat ze niet durven uit te spreken: de klimaatproblematiek interesseert hen niet. Voor N-VA-voorzitter Bart De Wever is het voldoende dat jongeren wiskunde en wetenschappen studeren: zij moeten de technologieën ontwikkelen die de opwarming van de aarde zullen tegenhouden. Dat is ook een soort van ontkenning.
Politici hebben echt nog niet door hoe acuut de klimaat- en milieuproblemen zijn.
Dat heet vooruitgangsoptimisme.
De Grauwe: Ik geloof ook dat de technologie ons zal redden, hoor. Maar de overheid moet dat wel sturen en dat gebeurt niet. Er zijn vast manieren te bedenken waardoor vliegtuigen minder CO2 uitstoten, maar waarom zouden luchtvaartmaatschappijen daar geld insteken? Ze kunnen vandaag gratis CO2 uitstoten. De overheid moet die CO2-uitstoot zwaar belasten en zo milieuvriendelijke investeringen bevorderen. Hetzelfde geldt voor de e-commerce. Natuurlijk is het leuk dat pakjes aan huis worden geleverd, maar als we de kostprijs van het transport zouden doorberekenen, zou e-commerce lang niet zo aantrekkelijk zijn. Wat al die rondrijdende bestelwagentjes aan het milieu kosten, zit niet in de prijs van de pakjes. Dat is buitengewoon inefficiënt. Dat transport moet zwaarder worden belast. Net zoals de belastingen op benzine omhoog moeten.
En de bedrijfswagens moeten eruit?
De Grauwe: Vanzelfsprekend. We weten allemaal waarom dat voordeel er is gekomen: omdat het verschil tussen het bruto- en het nettoloon te hoog ligt. Als men de salariswagen afschaft, zal het nettoloon van die werknemers moeten stijgen. Tegelijkertijd moet de overheid alternatieven aanbieden voor de auto en veel meer investeren in het openbaar vervoer.
7 op de 10 Belgen maken zich zorgen over het klimaat, maar slechts 3 op de 10 willen een klimaattaks betalen, zo bleek uit een enquête van VTM. Kun je de koopkrachteisen van de gele hesjes verzoenen met de eisen van de klimaatspijbelaars, die willen dat de regering meer maatregelen treft tegen de opwarming van de aarde?
De Grauwe: Als het geld voor klimaatvriendelijke maatregelen volledig door de belastingbetaler moet worden opgehoest, is die daar natuurlijk tegen. Maar zulke maatregelen komen vooral de volgende generaties ten goede, dus is het niet meer dan normaal dat zij meebetalen. Het is met andere woorden logisch dat de overheid daarvoor geld gaat lenen en dat over generaties afbetaalt. Helaas mag dat niet van de Europese Commissie. Dat is onbegrijpelijk, vooral ook omdat het vandaag nog altijd zo goedkoop is om geld te lenen.
De regering-Michel is er zelfs niet in geslaagd om de begroting op orde te brengen.
De Grauwe: Het is niet omdat er geen begrotingsevenwicht is, dat ze niet op orde zou zijn. Een begrotingsevenwicht is voor mij geen fetisj, maar het was dat wel voor de regeringspartijen. Zij hadden ons beloofd om het tekort weg te werken en daar zijn ze niet in geslaagd. Zo’n belofte is ook dom. Bedrijven hebben er geen enkel probleem mee om schulden aan te gaan als ze daarmee investeringen kunnen uitvoeren die op lange termijn meer geld opbrengen. Hetzelfde geldt voor de overheid: het is geen probleem dat ze schulden maakt om te investeren in duurzame energievoorzieningen en openbaar vervoer. Politici hebben echt nog niet door hoe acuut de klimaat- en milieuproblemen zijn.
Wat al die rondrijdende bestelwagentjes aan het milieu kosten, zit niet in de prijs van de pakjes. Dat is buitengewoon inefficiënt.
Vijf jaar geleden begon de regering-Michel als een socio-economische herstelregering met hooggestemde ambities.
De Grauwe: Jullie hebben dat toch nooit geloofd? (lacht)
Ze geloofde er in elk geval zelf in: eindelijk zou een Belgische regering een coherent centrumrechts beleid voeren.
De Grauwe: Je moet toch naïef zijn om je daardoor te laten meeslepen? Ik ben misschien wat cynisch omdat ik al zo veel regeringen van alles en nog wat heb horen aankondigen. Uiteindelijk vind ik het beleid van de regering-Michel al bij al oké. Ze heeft geen grote stommiteiten uitgehaald en ze heeft ook geen fenomenale zaken gerealiseerd. Hetzelfde kun je zeggen van de regering-Di Rupo. Die continuïteit is ook de charme van dit land. Ik zou niet in de VS willen wonen, waar de tegenstellingen tussen de partijen ongelooflijk oplopen. Het Belgische systeem is niet fantastisch en er is misschien wel iets beters te verzinnen, maar toch is het allemaal zo slecht nog niet.
ACV-voorzitter Marc Leemans verklaarde ooit dat de regering-Michel volhardde in ‘sociale horror’.
De Grauwe: Hebt u ergens een horrorshow gezien de voorbije jaren? (lacht) Dat is gewoon fake news. Ik heb wel sympathie voor de eis van de vakbonden voor een hogere loonnorm, maar ze moeten ook niet overdrijven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier