Jan Wostyn
‘Durven Bart De Wever en Paul Magnette de belofte aan om de uitkomst van “de overkant” te respecteren?’
‘Het is de laatste decennia helaas een normale zaak geworden dat de federale regering geen meerderheid heeft in beide taalgroepen’, schrijft Jan Wostyn. Volgens hem zou de regel van een dubbele meerderheid beter grondwettelijk verankerd worden.’
De laatste weken lijkt het wel alsof het al mei 2024 is. De verkiezingskoorts neemt steeds verder toe. Eerst was er de opvallende peiling waarin CD&V en Open VLD voor het eerst gelijktijdig onder de 10% peilden. Vorige week kwam N-VA-voorzitter Bart De Wever op VTM vertellen dat het geld op is en het wat hem betreft confederalisme of niets is. Een paar dagen daarvoor had PS-voorzitter Paul Magnette in De Afspraak op Vrijdag dan weer duidelijk laten weten dat wat hem betreft liefst alles gewoon blijft zoals het is.
Dat laatste moet wel met een korreltje zou genomen worden, want op een debat van Rethinking Belgium had Magnette ook laten weten dat er geld te kort was, namelijk voor de lokale besturen in Wallonië, voor het Waalse Gewest, voor de Franse gemeenschap en uiteraard ook federaal. Hoe je dan precies alles bij het oude kan laten, Joost mag het weten.
Jammer genoeg is het de laatste decennia een normale zaak geworden dat de federale regering geen meerderheid heeft in beide taalgroepen. Voor een regering met meerderheid in beide taalgroepen moeten we al terug naar de regering Verhofstadt II die viel op 21 december 2007, dag op dag net geen 15 jaar geleden dus. Sindsdien werd het oordeel van de Vlaamse kiezer 10 jaar lang genegeerd en dat van de Franstalige kiezer 5 jaar lang.
Eigenlijk zou de regel van een dubbele meerderheid ook beter grondwettelijk verankerd worden. De idee van een Belgische federatie waarbij telkens opnieuw één van de twee grote gemeenschappen in de minderheid gesteld wordt om dan federaal beleid te voeren waarvoor één gemeenschap niet gestemd heeft, is democratisch gezien fundamenteel ongezond en zelfs destabiliserend.
Vandaag moeten we echter vaststellen dat het politiek quasi onmogelijk is geworden de Grondwet van de Belgische Federatie nog te wijzigen. Wat politici ook mogen voorstellen, je vindt voor geen enkel voorstel nog een twee derde meerderheid van 100 op 150 zetels. Confederalisme invoeren maakt juridisch dus geen kans. De financieringswet wijzigen evenmin. Een federale kieskring invoeren ook niet. Herfederaliseren is eveneens fictie. Kortom, rien ne va plus. Het gestolde land is een feit.
(Lees verder onder het artikel.)
Geconfronteerd met deze grondwettelijke impasse, zou het de partijvoorzitters sieren om duidelijk kleur te bekennen. Niet over de toekomstige staatsstructuur, want die zal sowieso niet op korte termijn kunnen gewijzigd worden. Wel over het feit of zij enkel in een volgende federale regering stappen indien die over een meerderheid beschikt in beide taalgroepen. Dat is namelijk de enige verantwoorde manier om de toekomst van dit land te vrijwaren. De budgettaire uitdaging is namelijk van dien aard dat een meerderheid in beide taalgroepen een must is. Durven Bart De Wever en Paul Magnette de belofte aan om de uitkomst van de “overkant” te respecteren?
In 2024 zullen onvermijdelijk eindelijk wél de broodnodige hervormingen moeten uitgevoerd worden die België redden uit de klauwen van de financiële markten en behoeden voor een curatele onder de Trojka. Het begrotingstekort is er niet vanzelf gekomen. Het is er gekomen omdat er op geen enkel moment nog moedige keuzes gemaakt worden. Daarbij zijn er ook geen 101 manieren om het tekort weg te werken. Ofwel worden de beide gemeenschappen het eens over een ernstig hervormingspad dat federaal kan uitgevoerd worden, ofwel komen beide gemeenschappen tot de conclusie dat dit niet mogelijk is, en moet binnen de schoot van de regering elke zijde zelf verantwoordelijk worden gesteld voor de nodige hervormingen via asymmetrisch beleid en op zijn minst gedeeltelijke fiscale autonomie.
Daarbij komen we logischerwijze ook uit bij de creatie van een duo-premierschap. We zullen straks sowieso al 10 jaar lang een officieuze schaduwpremier gehad hebben. Zowel Bart De Wever vanuit Antwerpen, tijdens de regering Michel I, als Paul Magnette vanuit Charlerloi, tijdens de huidige regering vervulden al die rol. We kunnen onszelf nog eens 10 jaar voor de gek houden, maar zou het niet zinvoller zijn dat schaduwpremierschap voor het voetlicht te halen en formeel met twee premiers te werken, al dan niet roterend?
Na mei 2024 zullen de partijvoorzitters sowieso eerst hun deelstaatregeringen vormen. Een betere illustratie van het confederale karakter van de Belgische particratie bestaat er niet. Eens dat gebeurd is, zou het gezond zijn dat de voorzitters van de grootste partijen uit de Vlaamse respectievelijk Waalse/Franstalige regeringen zélf in een federale regering stappen met dezelfde coalitie die ze regionaal gevormd hebben. Enkel zo maakt België kans om uit de impasse te geraken.
Elke andere werkwijze zal immers uitmonden in de miskenning van één van de twee democratieën die ons land rijk is. Dat doen we nu al systematisch gedurende 15 jaar. Het onmiskenbare resultaat is dat de extremen collectief groter zijn dan ooit tevoren. Wie in Vlaanderen écht een dam wil opwerpen tegen extreemrechts, denkt hier misschien ook beter even over na. Tenzij men gelooft dat het met een succesvolle deelname aan Fear Factor ook wel zal lukken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier