Drugsoverlast in de Antwerpse Seefhoek: ‘Alsof we hier aan ons lot worden overgelaten’

© Franky Verdickt

Is de war on drugs van Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) in de Seefhoek mislukt? ‘Het is dweilen met de kraan open.’

‘No drugs in the wassalon. Security camera watching you continuously.’ De boodschap – op een geplastificeerd papier aan de muur – bij wassalon Metro in de Antwerpse Sint-Elisabethstraat is duidelijk. Maar liefst drie camera’s bewaken het kleine pand. Het blauwe licht van de blacklights aan het plafond moet voorkomen dat druggebruikers er makkelijk hun aders vinden.

Verder in de straat hangen vrijwel elke dag, vanaf vier uur ‘s middags tot diep in de nacht, een tiental drugsdealers rond op het plein aan de ingang van het premetrostation Elisabeth. Vrijwel altijd zijn het mannen van allochtone origine, gehuld in trainingspak en pet. Vaak twintigers, af en toe zitten er ook minderjarigen bij. De meesten hebben de Belgische nationaliteit, sommigen hebben geen papieren. ‘Hey bro’ of ‘Wil je kopen?’ roepen ze tegen haast elke man die voorbij loopt – een weinig subtiele manier om hun broodwinning duidelijk te maken. Alles kun je er krijgen: heroïne, cocaïne, crystal meth, hasj, noem maar op.

‘Soms kom ik nog wel eens in de vijfde wijk. Maar niet dikwijls, want ik word er triestig.’

Arthur Hendrik Cornette, schrijver, in 1929

Twee camera’s van de stad Antwerpen houden alles netjes in de gaten, maar dat lijkt niemand te stoppen. Of toch? Zodra een deal gesloten wordt, of wanneer drugskoeriers per elektrische step een nieuwe lading halen of brengen, gaan ze enkele meters verder het hoekje om, tot in de Greinstraat naast de Elisabeth-basisschool. Van bewakingscamera’s is daar geen sprake.

‘Als ik geen actie onderneem, doet niemand het. Van ’t Schoon Verdiep verwacht ik al lang niets meer.’

Een buurtbewoner

Tot midden september stonden er op dat hoekje drie bomen en een halfbakken struik die de dealers enige beschutting boden tegen pottenkijkers en tegen politie. Een buurtbewoner, die niet met zijn naam in Knack wil, vond het welletjes geweest. Hij maakte, gewapend met een handzaag, vlak voor zonsopgang korte metten met de middelste boom en de struik. Vandaag zijn een kort stronkje en wat omgewoelde aarde de stille getuigen van die opgehoopte frustratie. ‘Ze dachten zich daarachter te verstoppen, maar dat gun ik hen niet’, zegt hij. ‘En als ik geen actie onderneem, dan doet niemand het. Van ’t Schoon Verdiep verwacht ik al lang niets meer.’

Cordula Van Winkel, voormalige districtsschepen van de N-VA, die de partij ondertussen vaarwel heeft gezegd, woont in de Greinstraat, Ook voor haar is de maat stilaan vol. ‘Het is hier de voorbije twintig jaar alleen maar erger geworden’, zegt ze, terwijl ze met een lichtgroene gieter haar eigen bloembakken en die van haar buren water geeft. Bloembakken die geregeld door dealers gebruikt worden om hun kleine voorraden in op te slaan – kwestie van de risico’s te spreiden als de politie ingrijpt.

© Franky Verdickt

De vijfde wijk

We zijn in de Seefhoek, de vijfde wijk, in Antwerpen-Noord op een boogscheut van het Centraal Station en het historisch centrum. De buurt staat onder meer bekend als heimat van Suske en Wiske-bezieler Willy Vandersteen (’Seefhoek Vooruit’) en van kunstenaar Panamarenko, maar ook om zijn eeuwenoude Seefbier, dat in de 19e eeuw aan de basis lag voor de naam van de wijk. In 1988 verwierf de Seefhoek naam na een haast legendarische Panorama-aflevering van Paul Muys over de eerste lokale doorbraak van het Vlaams Blok. ‘Zwaanst na ni hé’ – de uitspraak van een buurtbewoner in café Bonten Os zit in het collectieve geheugen van Vlaanderen.

‘Onlangs moest ik uitwerpselen van mijn gevel vegen. Ik was woest.’

Een handelaar

De Seefhoek heeft geen vaste vorm: waar de buurt begint en eindigt is voor vrijwel elke Antwerpenaar anders. Ruwweg loopt ze van de Turnhoutsebaan tot aan Park Spoor Noord en van het Sint-Jansplein tot aan de Pothoekstraat. ‘Tot in de tweede helft van de negentiende eeuw was de Seefhoek landbouwgebied en militaire zone buiten de stadsomwalling. Het was de plek waar arbeiders hun thuis vonden, zoals dokwerkers en bouwvakkers, die ook van buiten Antwerpen kwamen’, vertelt professor stadsgeschiedenis Hilde Greefs (UAntwerpen). ‘Door de jaren heen hebben niet veel mensen zich bekommerd om de wijk, waardoor ze ook een spontaan alternatief werd voor de woningnood in de stad.’ De Seefhoek doet nog altijd wat chaotisch aan. De straten lopen er meanderend en verfomfaaid door elkaar. Wie hier zijn weg wil vinden, heeft een stevig oriëntatievermogen nodig.

‘Soms zitten wij vier uur te typen aan een dossier, en zijn de dealers in kwestie in een vingerknip weer vrij.’

Een politieagent

Wie een kwartiertje rondhangt op het plein aan de Sint-Elisabethstraat, krijgt probleemloos vijf drugsdeals te zien. Soms rijdt er een politiecombi voorbij, regelmatig verzegelen agenten een zoveelste drugspand. De spanningen tussen dealers en handelaars lopen op. Sinds een klein jaar is de drugsoverlast weer dagelijkse realiteit, vooral rond het plein aan de Sint-Elisabethstraat en het De Coninckplein, zeggen handelaars rond beide gebieden. ‘Onlangs moest ik uitwerpselen van mijn gevel vegen. Ik was woest’, zegt iemand. Ook buurtbewoners maken zich zorgen. Op een recente infoavond van lokale initiatiefnemers kwamen een zestigtal bezorgde Seefhoekers opdagen – de ene al wat gefrustreerder dan de andere.

De politie erkent de problematiek. ‘We doen wekelijks een aantal interventies, ook door anonieme ploegen te voet of per fiets’, vertelt een politieagent. ‘Maar de straffen zijn laag en dat weten die dealers en verslaafden ook. Soms zitten wij vier uur te typen aan een dossier, en zijn de personen in kwestie in een vingerknip weer vrij.’ Ook een andere agent noemt het dweilen met de kraan open. ‘Als je een drugsdealer oppakt, wordt die op straat nog geen minuut later vervangen door een andere.’ Officieel klinkt het dat de Antwerpse lokale politie ‘alle maatregelen neemt om de drugsoverlast en de daarmee gepaard gaande fenomenen zoals vechtpartijen, illegaliteit en diefstal te bestrijden’.

‘Ik woon hier graag, maar als ik kinderen heb, wil ik liever vertrekken.’ © Franky Verdickt

Spuiten en crackpijpjes

Is de war on drugs van de Antwerpse burgemeester Bart De Wever (N-VA) in de Seefhoek mislukt?

‘Vroeger was er een sociale code: je gebruikt niet in de publieke ruimte, maar vandaag gebeurt dat veel meer.’

Tino Ruyters, Free Clinic

‘In bepaalde delen van de stad is de drugsoverlast sinds een jaar effectief toegenomen. Er is ook meer gebruik in de openbare ruimte’, zegt Tino Ruyters. Hij is al meer dan twintig jaar algemeen directeur van de vzw Free Clinic, het grootste ambulant centrum voor verslavingszorg in Antwerpen. Mensen kunnen er terecht voor steriele injectienaalden, vervangingsmedicatie zoals methadon of psychosociale en medische hulp. Ruyters verklaart de toegenomen overlast onder meer door een normvervaging bij drugsgebruikers en -dealers. ‘Vroeger was er onder mensen met een verslavingsproblematiek een sociale code: je gebruikt niet in de publieke ruimte, maar vandaag gebeurt dat veel meer. De interne sociale controle is weggevallen’, zegt Ruyters. ‘Ook het gebruiksmateriaal – denk aan spuiten of crackpijpjes – worden vaker achtergelaten.’

Straatveger Jakob, die geregeld de buurt onder handen neemt, heeft er ervaring mee. ‘Ik vind elke dag heroïnespuiten. Vandaag zijn het er twee, andere dagen zijn het er makkelijk tien.’

‘Antwerpen zal geen duimbreed toegeven aan dealers en overlastplegers.’

Bart De Wever, burgemeester

‘In heel Antwerpen worden trouwens veel drugs gebruikt’, merkt Ruyters op. ‘Alleen gebeurt dat meestal achter de gevels en uit hedonisme. Maar in de Seefhoek leven in verhouding meer mensen op straat, en dus grijpen zij hier vaker in de publieke ruimte naar drugs. Ze zitten in een spiraal van problemen, en gebruiken om met hun harde leefomstandigheden om te gaan en die realiteit even te vergeten.’ Een sterker armoede- en woonbeleid kan structureel verbetering brengen, denkt Ruyters. En op korte termijn zou een gebruikersruimte, zoals er al zijn in Brussel en Luik, soelaas kunnen bieden. ‘De war on drugs heeft een andere benadering nodig.’

Daar is burgemeester Bart De Wever het niet mee eens. ‘Antwerpen zal geen duimbreed toegeven aan dealers en overlastplegers’, reageert hij tegen Knack. Het huidige stadsbestuur investeert wel degelijk in hulpverlening, zegt de burgemeester. Zo opent in de loop van deze maand een tweede afdeling aan het zorghostel Trappenhuis in de Seefhoek, een woonplaats voor dak- en thuislozen met problemen als een chronische verslavingsproblematiek. Daarmee zullen er 14 extra plaatsen komen. En in 2022 opende een derde inloopcentrum voor dak- en thuislozen dat bijzondere aandacht heeft voor druggebruikers.

‘De politie raadde aan om de drugsgebruiker voor mijn deur zelf te verzoeken om zich te verplaatsen.’ © Franky Verdickt

De Revue, zoals dat centrum heet, heeft een nieuw gebouw sinds december 2023. Ruyters ontvangt er met zes medewerkers tot wel 250 mensen per dag. Het pand ligt – wellicht niet toevallig – verscholen achter de Free Clinic en aan de rand van het aanpalende Park Spoor Oost. Wanneer we er een kijkje nemen, staan de meeste bezoekers gewoon met elkaar te praten. Verscholen achter een hek rookt iemand een crackpijp, twee mensen liggen op het gras – vermoedelijk slapen ze hun roes uit.

Rapport na 15 jaar Park Spoor Noord: ‘De Seefhoek is het afvoerputje van Antwerpen’

Eerste thuis

Probleembuurt, achtergestelde buurt, kanswijk, krachtwijk, prachtwijk – de Seefhoek kreeg de voorbije decennia veel namen opgespeld. Tegenwoordig zijn vooral ‘aankomstwijk’ en ‘transitiewijk’ in zwang. Nog altijd is de Seefhoek vaak de eerste thuis voor migranten die in Antwerpen neerstrijken. ‘Nergens komen meer mensen in Antwerpen aan dan in Antwerpen-Noord en de Seefhoek’, benadrukt stadssocioloog Stijn Oosterlynck (UAntwerpen). Vandaag wordt de wijk dan ook getekend door kleuren en geuren uit alle werelddelen. In postcode 2060 heeft 63 procent van de inwoners een geboortenationaliteit die niet de Belgische is. Bijna 39 procent heeft een vreemde nationaliteit.

‘De huurprijzen zijn in de Seefhoek niet veel lager dan in de rest van de stad.’

Ann Pikaerts, CAW

‘We mogen niet onderschatten hoe moeilijk het is om ergens van nul te beginnen in een nieuw land, je spreekt de taal niet, en er gelden regels en procedures waarvan je nog nooit hebt gehoord’, legt Ann Pikaerts uit, die als CAW-teamcoördinator in de Seefhoek werkt. Mensen kunnen er terecht met al hun vragen en problemen rond welzijn. Veruit de meeste vragen die ze krijgen, gaan over wonen. ‘In tegenstelling tot wat velen denken, zijn de huurprijzen hier niet veel lager dan in de rest van de stad. Alleen wonen mensen hier vaak in erbarmelijke omstandigheden’, aldus Pikaerts. In de Seefhoek leeft een groot deel van de bewoners in armoede. Nergens anders in Antwerpen vind je zo veel mensen tussen de 15 en de 64 jaar die recht hebben op een leefloon. Huisjesmelkerij is er schering en inslag – aan sommige piepkleine panden hangen tot wel 25 brievenbussen.

Verdreven uit de Seefhoek: de strijd tussen huurders en verhuurders in Antwerpen

Als er zo veel problemen zijn, waarom blijft iemand dan wonen in de Seefhoek? De veelheid aan nationaliteiten is voor heel wat nieuwkomers net aantrekkelijk, denkt Pikaerts. ‘Zij vinden hier een gemeenschap die zij elders in de stad niet vinden.’ In de meeste straten is een specifieke gemeenschap nadrukkelijk vertegenwoordigd, gaande van Marokkanen, Somaliërs en Bosniërs tot Eritreeërs, Afghanen en Belgen. Niet dat die bevolkingsgroepen zo vaak met elkaar in contact komen, veeleer wonen ze vreedzaam naast elkaar. Spanningen over pakweg de Palestijnse zaak met de Joodse wijk, slechts enkele straten verder, zijn er zelden.

‘Het beleid richt zich niet op mensen uit de wijk, maar op mensen met meer geld, die worden nu naar de Seefhoek gelokt.’

Marion Vanbossel, vzw SAAMO

‘Hier ben ik onder gelijken’, vertelt Graciete Zola, buurtbewoner en opbouwwerker bij SAAMO, een vzw die in de wijk aan de slag gaat met sociaal kwetsbare groepen om hun leef- en woonomstandigheden te verbeteren. Zola is een zwarte vrouw die opgroeide in het dorp Reet en zich daar – naar eigen zeggen – een moedervlek voelde.

Voor stadssocioloog Oosterlynck moet het stadsbestuur op een stimulerende manier samenwerken met de mensen uit de wijk. Maar dat ziet hij in Antwerpen te weinig gebeuren: ‘Een stadsbestuur zou zich beter onthouden van territoriale stigmatisering, maar de burgemeester van Antwerpen trekt zich daar vooral om electorale redenen weinig van aan.’

© Franky Verdickt

Speciale buurt

‘Het beleid richt zich niet op mensen uit de wijk, maar op mensen met meer financiële middelen. Die worden nu naar de Seefhoek gelokt, met de belofte dat het een opkomende buurt is’, zegt Marion Vanbossel van vzw SAAMO. ‘De huidige bewoners worden verdreven, terwijl er net maatregelen nodig zijn om hen te ondersteunen.’ Ook Vanbossel stipt aan dat betaalbaar wonen hier erg onder druk staat. ‘En waar moeten de mensen naartoe die uit hun huizen gezet worden?’

‘De politie raadde me aan om de druggebruiker die voor mijn deur lag zelf te verzoeken om zich te verplaatsen.’

Ilse Vandeplas, handelaar

Een van die nieuwe bewoners is taxidermiste Ilse Vandeplas. Zij heeft in de bedrijvige Sint-Gommarusstraat al vijf jaar een winkel met een arsenaal aan opgezette dieren. ‘De dode dierentuin’, noemen de kinderen uit de buurt haar winkel. ‘Jaren geleden, toen de plannen voor Park Spoor Noord gesmeed werden, werd ons gezegd dat dit de buurt was om in te investeren’, vertelt ze. Vandeplas woont en werkt graag in de Seefhoek, en ze gelooft in het potentieel van de wijk. Toch is ze ook teleurgesteld door het beleid van de stad. ‘Deze wijk heeft zo veel troeven – er hangt een dorpse sfeer, iedereen kent elkaar, en in een radius van een kilometer heb je de wereld gezien. Hyperdiversiteit is de toekomst, en ik ben blij dat mijn kinderen daar nu al in opgroeien. Maar we kunnen niet ontkennen dat er ook problemen zijn, en daar heeft het stadsbestuur amper oog voor. Ik krimp in elkaar als klanten mijn winkel binnenstappen en me vertellen dat het “toch wel een speciale buurt” is.’

Ze schetst hoe het er echt aan toe kan gaan, in die ‘speciale’ buurt. ‘Een tijd geleden lag er een druggebruiker voor mijn deur. De politie kon niet meteen komen en raadde me aan om die man zelf te verzoeken om zich te verplaatsen. Het lijkt wel alsof we hier aan ons lot worden overgelaten. Als we willen dat er iets gebeurt, moeten we het heft in eigen handen nemen. De Wever geeft om het Zuid, om Berchem en om het Eilandje, maar de Seefhoek kan hem gestolen worden. Hij concentreert liever alle problemen hier’, besluit Vandeplas.

‘Ik woon hier graag, maar als ik kinderen heb, wil ik liever vertrekken.’

Een buurtbewoonster

De burgemeester ontkent. ‘Ik laat Antwerpen-Noord niet los’, zegt De Wever. ‘In het jaar voor ik burgemeester werd, gingen handelaars en dealers in de Seefhoek met elkaar op de vuist. Ik heb toen gezworen dat ik zulke taferelen nooit meer wilde zien in onze stad. We hebben daar vanaf de eerste dag enorm veel middelen en mensen op ingezet. De drugswerking bij de politie ging maal drie, en ook bij de stedelijke diensten is de capaciteit gevoelig verhoogd. Maar voor het wederkerend probleem van illegale drugdealers zijn een flinke bijsturing van het federale uitwijsbeleid en opvang in gesloten centra nodig. Ik zal de komende weken mijn best doen om dat op de onderhandelingstafel te leggen.’

© Franky Verdickt

Slechte pad

Terug naar het plein aan de Sint-Elisabethstraat, waar de anonieme buurtbewoner eigenhandig komaf maakte met een boom en een struik, in de hoop de dealers alvast van die straathoek te verdrijven. ‘Mij laten ze met rust’, zegt de schoondochter van een van de winkeluitbaters op het plein. ‘Maar ik heb drie jongere schoonbroers, hun vader en ik vrezen dat ze door de dealers op het slechte pad zullen belanden. Ik woon hier enorm graag, want iedereen kent elkaar en helpt wanneer het kan. Ik word hier nooit vreemd aangekeken omdat ik een hoofddoek draag. Maar als ik kinderen heb, wil ik liever vertrekken. Het is hier te onveilig.’ Ook bij Vandeplas raakt het geduld stilaan op. ‘De Seefhoek ligt me na aan het hart, maar ik zie nauwelijks beterschap.’

Het doet denken aan hoe de Antwerpse schrijver Arthur Hendrik Cornette het al in 1929 in Antwerpen Weerspiegeld beschreef:

Straten, winkels, menschen, kamers, boeken, prenten.

De vijfde wijk gaat met mij mee, mijn heele leven dóór.

Maar het uitzicht der dingen verandert, jongens. Daar is niets aan te doen.

Soms kom ik nog wel eens in de vijfde wijk. Maar niet dikwijls, want ik word er triestig.

Twijfelt u aan uw stemtest? Doe hier mee aan de Stemtest-check voor Antwerpen

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content