Doorbraak coronavaccin: zoektocht naar databank botst op communautair kluwen
De uitrol van een nationale vaccinatiestrategie komt stilaan op dreef. De ingewikkelde staatsstructuur helpt die oefening niet.
Het nieuws van afgelopen maandag sloeg in als een bom. Dat het coronavaccin van Pfizer en BioNTech volgens de bedrijven zelf 90 procent effectief is, deed de wereld even een zucht van verlichting slaken. Volgens beleidsmakers kan Europa in het meest optimistische scenario in de loop van het voorjaar kunnen beginnen met vaccineren.
Woensdag keurde de Europese Commissie het raamakkoord goed met de twee bedrijven, waardoor de Europese Unie tot 300 miljoen dosissen kan afnemen van het veelbelovende coronavaccin. Volgens de verdeelsleutel zou dat gelijkstaan aan de behandeling van zo’n 4 miljoen Belgen. Daarnaast werden al drie akkoorden gesloten met andere bedrijven die in de weer zijn met hun race naar het vaccin.
De uitrol van een vaccin komt dus dichterbij. De Hoge Gezondheidsraad deed in de zomer al een eerste poging om voorrangsregels uit te werken. Gezondheidswerkers, 65-plussers en mensen tussen 45 en 65 jaar die een hoog risico lopen een ernstige vorm van de ziekte te ontwikkelen, zouden prioritair gevaccineerd moeten worden. Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) denkt daarnaast ook aan medewerkers in essentiële sectoren.
Premier Alexander De Croo (Open VLD) zegt dat de strategie grotendeels zal afhangen van het soort vaccin. Hoe meer klinische proeven worden uitgevoerd, hoe meer we weten over de effectiviteit per leeftijdsgroep.
Neveneffecten
Binnen de strategie moet ook gedacht worden aan de praktische zaken. Zoals: hebben we genoeg injectieapparatuur om de vaccins toe te dienen? Volgens het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) is de openbare aanbesteding daarvoor al uitgeschreven. Die dienst moet ook bekijken waar grote hoeveelheden van het vaccin aan -70 graden celsius bewaard kunnen worden.
Een andere praktische vraag is welke coronavaccinaties geregistreerd zullen worden en waar dat precies moet gebeuren. Ook daarover denken de verschillende overheden van ons land al na. De kwestie werd deze week uitgebreid besproken op de interministeriële conferentie van de gezondheidsministers.
Zo is het de bedoeling dat alle informatie rond de vaccins doorstroomt naar een databank. Het Interfederaal Comité Testing en Tracing deed al een aanzet voor welke gegevens belangrijk zijn. Het rijksregisternummer van de ingeënte patiënt en de locatie en de datum van de vaccinatie zijn enkele van die elementen. Die data zijn belangrijk omdat het er nu naar uitziet dat mensen minstens twee shots zullen nodig hebben. Ook mogelijke neveneffecten van de inenting zouden moeten worden bijgehouden, luidt het.
Drie databanken?
Dan rest de vraag nog: waar moeten de gegevens worden opgeslagen? Die vraag legt de ingewikkelde bevoegdheidsverdeling bloot. Zo is preventie grotendeels een Vlaamse bevoegdheid, maar is het opvolgen van de veiligheid van het vaccin een federale aangelegenheid.
Een nieuwe interfederale databank zou die problemen kunnen verhelpen. Het uitrollen van een compleet nieuwe gegevensbank lijkt evenwel onhaalbaar. Temeer omdat Vlaanderen al een systeem heeft: Vaccinnet. Artsen kunnen er zowel vaccins bestellen als vaccinaties registreren. Het zou logisch zijn dat de coronavaccins ook daarin worden opgenomen. Maar dan zouden Brussel en Wallonië zelf nog databanken moeten aanmaken, waardoor er drie in totaal zouden ontstaan – wat tot een kakofonie zou kunnen leiden.
Een piste zou erin bestaan om het Vlaamse Vaccinnet open te zetten voor de andere gemeenschappen. Maar daarvoor zou een wijziging van de regelgeving nodig zijn. Kortom: de voorbereiding heeft nog wat voeten in de aarde.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier