Doet Vlaams klimaatminister Zuhal Demir (N-VA) genoeg voor het klimaat?
Weet u hoeveel ministers bevoegd zijn voor het Belgische klimaatbeleid, en hoe ze heten? Het zou bijna een grap zijn, als het niet zo tragisch was. De kans is reëel dat België op de VN-klimaatconferentie in Glasgow alwéér wordt uitgeroepen tot ‘fossiel van de dag’.
‘De urgentie dringt in België maar niet door’
– Pieter Leroy, Radboud Universiteit
‘Een diepe crisis, zoals een oorlog of een pandemie, vereist institutionele veranderingen’, zegt Pieter Leroy, emeritus professor milieu en beleid aan de Radboud Universiteit in Nederland. ‘Denk aan de Amerikaanse New Deal na de Grote Depressie, of de oprichting van de Verenigde Naties na de Tweede Wereldoorlog. Wel, de klimaatcrisis vraagt óók een andere institutionele ordening. Voor de coronapandemie zijn negen Belgische ministers van Volksgezondheid bevoegd. Voor de klimaatcrisis in Vlaanderen ook negen, namelijk de hele Vlaamse regering. Dat is een zogenaamd collegiaal bestuur, en ze moet één lijn trekken voor een goed klimaatbeleid. Maar noch Vlaanderen, noch België voelt daar blijkbaar de noodzaak toe.
Het klimaatconsumentisme van de Vlaamse regering maakt vooral de kloof tussen arm en rijk groter.
Pieter Leroy, professor milieubeleid
‘Vorige week verscheen een rapport van de Verenigde Naties dat wijst op de kloof tussen woord en daad bij politici. In 2016 organiseerde Geert Bourgeois (N-VA) als Vlaams minister-president een Vlaamse Klimaat- en Energietop. Het hele Vlaamse bedrijfsleven was daar, er werden stevige beloftes gedaan. Die top heeft geen énkel politiek gevolg gekregen, niet onder Bourgeois en nu ook niet met de regering-Jambon. Ik hoopte dat de overstromingsramp in Wallonië het Belgische gevoel van urgentie zou aanwakkeren. Maar in de Vlaamse politiek voelde je bijna desinteresse: ‘Het was maar een probleem voor de Walen.’ Ik vond het beschamend.
‘Vlaams klimaatminister Zuhal Demir (N-VA) krijgt nu lof voor haar natuurbeleid, maar dat is wat anders dan milieu- en klimaatbeleid. Natuurbehoud is veel ouder en heeft altijd een deels elitair, conservatief-cultureel en zelfs flamingantisch karakter gehad. In wel meer landen floreert natuurbescherming beter onder (centrum)rechtse regeringen. Het is ook gemakkelijk beleid. Je biedt wat erkenningsvoorwaarden en subsidies, en daarna delegeer je de uitvoering aan een natuurvereniging. Demir past in die historische traditie. Klimaat daarentegen heeft voor haar partij geen enkele urgentie. Dat komt omdat de N-VA, net zoals grote delen van de CD&V en de Open VLD, een ‘ecomodernistische’ visie heeft: technologie en de vrije markt zullen het wel oplossen. De laatste tijd is daar, ook in andere landen, climate consumerism bij gekomen. Denk aan de overgesubsidieerde zonnepanelen, warmtepompen, elektrische auto’s en laadpalen… Dat heeft twee nadelen. Eén: mensen denken dat het probleem met technologie wel opgelost raakt. De N-VA is doorgaans tegen sterk overheidsingrijpen, maar hier niet omdat men met gemeenschapsgeld het bedrijfsleven en het consumentisme vooruithelpt. Twee: je creëert sociale ongelijkheid want wie kan, zelfs met subsidies, al die technologie betalen? Ik vrees dus dat dit klimaatbeleid vooral de kloof tussen arm en rijk groter maakt.
‘Ik begrijp dat Anuna De Wever de Green Deal in Knack “belachelijk” noemde. Als activist moet je duidelijk maken dat het beleid niet ver genoeg gaat. Toch vind ik de Green Deal inhoudelijk en strategisch goed. Hij verbindt op een doordachte manier economisch, technologisch en sociaal beleid. Het is de beste strategie die we op dit moment hebben. Ik hoop dat de Europese Unie in Glasgow voluit de kaart trekt van haar Green Deal, en dat de Verenigde Staten en China enigszins zullen volgen. Want het zal van die drie blokken afhangen of er iets fundamenteels uitkomt. Joe Biden stuurt John Kerry, een gezaghebbende oud-minister van Buitenlandse Zaken, als klimaatgezant de wereld rond. Waarom heeft België geen Koninklijk Commissariaat voor het Klimaat, met wetenschappelijke expertise én een belangrijke figuur aan het hoofd met een duidelijk mandaat? Het klinkt misschien wat riskant, maar we zullen een klein beetje democratie moeten afstaan en een klein beetje technocratie moeten toelaten om een doortastend klimaatbeleid te voeren.’
‘België heeft dringend een klimaatwet nodig’
– Carole Billiet, UHasselt/Klimaatzaak
‘In 2018 verplichtte een Europese verordening de lidstaten om een geïntegreerd plan voor klimaatbeleid op te stellen’, zegt Carole Billiet, professor Omgevingsrecht (UHasselt)en advocaat namens 58.000 burgers in de Klimaatzaak. ‘België diende een ontwerpplan in dat nogal hallucinant tot stand is gekomen: alle beleidsplannen van de diverse beleidsniveaus werden op elkaar gelegd als een soort lasagne. Voor Vlaanderen waren er zelfs twee laagjes, want we hadden een minister van Klimaat en een minister van Energie. Een lasagne is geen plan. Na kritiek van de EU werd een verbeterde versie ingediend, maar een plan moet ook uitgevoerd worden. Iedereen rond de tafel krijgen is mogelijk, ook zonder grondwetswijziging. Dat heeft de coronacrisis ons geleerd: het was een kwestie van snel en efficiënt willen samenwerken. Voor klimaatbeleid zou je perfect ook zo kunnen werken.
‘Een uitspraak van de vroegere milieuminister Bruno Tobback (Vooruit) wordt in beleidskringen “het Tobback-dilemma” genoemd. “Iedere politicus weet wat er moet gebeuren voor het klimaat, maar geen enkele politicus weet hoe hij nadien nog kan worden verkozen”, zei hij. Er is inderdaad een spanningsveld tussen de korte verkiezingscycli en het denken op langere termijn, tot 2045 of 2050. In het aansprakelijkheidsrecht bestaat het begrip “kans op geleidelijkheid”. Dat houdt in dat men ook een fout kan begaan door iemand een kans te ontnemen. In medisch recht, bijvoorbeeld, kun je een patiënt een kans ontnemen door hem niet tijdig goed uit te leggen wat de behandelingsmogelijkheden zijn. In 1988 hebben 195 landen het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) opgericht, en in 1992 hebben 196 landen het VN-Klimaatverdrag gesloten. Ruim 30 jaar geleden was er dus al een gevoel van urgentie. Door decennialang aan te modderen heeft men de bevolking de kans op geleidelijkheid ontnomen, want alleen snelle, drastische maatregelen kunnen nu nog enigszins de schade beperken. CO2 blijft honderden jaren in de atmosfeer hangen. Je kunt perfect berekenen hoeveel je nog mag uitstoten als je de 1,5 of 2 graden opwarming wilt halen die in 2015 in het verdrag van Parijs werd vooropgesteld. We mogen daarvoor ongeveer 400 à 500 gigaton CO2 uitstoten. Omdat we jaarlijks 40 à 50 gigaton blijven uitstoten, hebben we dus amper tien à twaalf jaar de tijd. De inspanningen moeten dus nu meteen gebeuren, en niet over vijf of tien jaar.
‘Akkoord, er gebeuren wel wat dingen, maar niet genoeg. In de Klimaatzaak heeft de rechtbank vastgesteld dat de overheid haar aansprakelijkheidsplicht schendt, en dat het niet-gevoerde beleid het meest fundamentele mensenrecht, het recht op leven, schendt. De overheid schiet dus zwaar tekort. Als tegenargument werden de versnipperde bevoegdheden opgevoerd, maar dat werd door de rechter van tafel geveegd. Die versnippering bestaat ook in andere staten, zowel unitaire als federale. Het Verenigd Koninkrijk heeft een klimaatwet die geïntegreerd beleid stimuleert met een comité met experts dat verregaande adviezen kan geven. Zelfs tijdens de moeilijke jaren na de financiële crisis van 2008 heeft de Britse regering de adviezen van dat comité gevolgd. Dus: België heeft dringend een klimaatwet nodig. Niemand kan de urgentie nog ontkennen.’
‘Élke minister moet klimaatminister zijn’
– Hendrik Schoukens, UGent
Moet het Belgische klimaatbeleid geconcentreerd worden bij één klimaatminister? Hendrik Schoukens, UGent-professor milieurecht en schepen voor Groen in Lennik, wuift de suggestie weg. ‘Nee, klimaat valt niet te verengen tot één domein’, zegt Schoukens. ‘Het is bij uitstek een “transversale” bevoegdheid: het doorsnijdt alle bevoegdheden op elk niveau, van Europees tot lokaal. Eén klimaatminister zou bevoegd zijn voor álles. Het zou een forse besparing zijn, dat wel.’ (lacht)
‘Op dit moment heb je geen kader om het Belgische beleid te coördineren. Ja, er zijn interministeriële conferenties en samenwerkingsakkoorden. Maar dat creëert geen eigen dynamiek. Er is geen motor voor ons klimaatbeleid. Niemand kan de leiding nemen, geen niveau staat boven het andere in de Belgische federatie. Daarom duurde het vier jaar om te bepalen wie welk deel van de Europees opgelegde reductie-inspanningen moet doen. Vandaar ons pleidooi voor een bijzondere klimaatwet. Die gaf het federale niveau een coördinerende en structurerende rol, zonder het klimaatbeleid te herfederaliseren.
‘Er zijn veeleer te weinig dan te veel klimaatministers. Élke minister moet klimaatminister zijn. Daarom zat in onze klimaatwet ook een klimaattoets. Zodat beleidsmakers, van minister tot burgemeester, hun beleid zouden moeten toetsen aan de klimaatdoelen. In juni gaf de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVB) de gemeente Boechout gelijk toen ze een vergunning weigerde voor een nieuw tankstation, omdat dat in tegenspraak was met het burgemeestersconvenant. Daarmee engageren gemeenten zich, in overeenstemming met het klimaatakkoord van Parijs, om de klimaatopwarming tegen te gaan. Dat arrest heeft grote implicaties, voor ons bosbeleid maar ook voor bijvoorbeeld de uitbreiding van de Antwerpse haven.
‘Ik vrees ervoor dat België niet met één stem zal kunnen spreken in Glasgow. Zonder Vlaanderen heb je geen efficiënt Belgisch klimaatbeleid: er zijn meer Vlamingen, en onze industrie is groter en performanter. Maar Vlaanderen heeft ook meer uitdagingen, van onze lintbebouwing tot onze starre regelgeving.’
‘Geen groen beleid met rode cijfers’
– Hendrik Vandamme, Algemeen Boerensyndicaat
‘Ik ga ervan uit dat de Vlaamse regering zal vasthouden aan een uitstootreductie van 35 procent, en niet van 55 procent, zoals Europa vraagt.’ Toch vindt Hendrik Vandamme, voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat, Vlaanderen niet onambitieus. ‘Voor het klimaat zouden wij van het klimaatpanel onze veestapel fors moeten inkrimpen. Dat lijkt me kort door de bocht, want landbouw zal altijd een zekere impact hebben. We werken met biologische processen, er zal dus altijd uitstoot zijn, of het nu methaan of CO2 is. Dat gezegd, niemand bij ons zegt dat wij per definitie verloren zijn met een licht gereduceerde veestapel. Maar met rode cijfers kun je geen groen beleid voeren. Een boer die niet rondkomt, moet je niet vragen om toch klimaatinvesteringen te doen.
‘In Zuid-Afrika noemen ze duurzaamheid “volhoudbaarheid”. Dat geeft veel beter weer waar duurzaamheid over gaat. Ons keten- en landbouwmodel is niet vol te houden. De vleesveestapel krimpt nu al: de laatste vijf jaar met 17 procent. Niet via doordacht beleid, wel omdat boeren noodgedwongen stoppen. Willen we minder vee en uitstoot? Dan zal de boer een eerlijke prijs moeten krijgen voor zijn vlees. De overheid moet daarin haar verantwoordelijkheid nemen. Kijk naar de lege brooddozen op de scholen. Hoeveel mensen kunnen zich de eerlijke maar hogere prijs van vlees en groenten veroorloven? Koeien grazen bovendien op grasland: een pure koolstofopslagbank.
Experts zeggen dat we nog tien jaar hebben. Dat is haalbaar. We moeten niet defaitistisch zijn.
Hendrik Vandamme, voorzitter ABS
‘Experts zeggen dat we nog tien jaar hebben. Dat is haalbaar. We moeten niet defaitistisch zijn. Ik durf zelfs te zeggen dat de klimaatverandering een kans is, we kunnen er allemaal beter uit komen. Technologische en wetenschappelijke innovatie, een efficiënter waterbeheer, veredeling: met de steun van de EU moet het lukken. En met consequenter beleid. Zes jaar geleden schaften ze het melkproductiequotum af, wat de veestapel deed groeien en de uitstoot pieken. Vandaag willen ze minder koeien. En wij maken ons zorgen om het Mercosur-vrijhandelsakkoord. Als wij een deel van de eigen productie opgeven voor import uit Zuid-Amerika, dan hangen daar flinke klimaatkosten aan vast. Staan de Europese en Vlaamse beleidsmakers en consumenten daar wel bij stil?’
‘Vlaanderen moet eerst beslissen dat het iets wíl doen’
– Yelter Bollen, BBL
‘Wij zouden in Glasgow graag onze eigen ambitieuze plannen voorleggen’, zegt Yelter Bollen, beleidsexpert klimaat en milieufiscaliteit bij Bond Beter Leefmilieu (BBL). Hij zal de top in Glasgow bijwonen. ‘Maar een week voor de top (dit gesprek vond plaats op vrijdag, nvdr) is er nog geen akkoord over de verdeling van de inspanningen. De Vlaamse regering houdt nu vrijdag, een dag voor de top begint, nog een klimaatministerraad. Vlaanderen blijft suggereren dat “de rest” de inspanningen moet leveren. Dat is onaanvaardbaar. Wie weet worden we in Glasgow, net zoals in 2015 op de top in Parijs, uitgeroepen tot “Fossiel van de dag”. Dat is de “prijs” voor wie de onderhandelingen in de weg staat. Dat zou beschamend zijn.
‘Het Belgische institutionele labyrint is niet ons grootste probleem. Wel dat we het er in België, ondanks bergen wetenschappelijk bewijs, nog altijd niet over eens zijn dat we naar een forse CO2-reductie moeten. Het ontbreekt ons aan politieke wil, terwijl zowat alle maatschappelijke actoren snel een doortastend klimaatbeleid vragen en er stapels beleidsadviezen klaarliggen.
‘Dé prioriteit voor een Belgisch klimaatbeleid is geen praktische maatregel. Wel dat Vlaanderen de klimaatambities onverkort moet omarmen. Voordat Vlaanderen iets kan doen, moet het beslissen dat het iets wíl doen. Daarna volgt de rest. Minister Demir maakt na jaren stilstand vooruitgang op natuurvlak. Dat verdient een pluim. Maar het maakt haar slepende klimaatbeleid des te onbegrijpelijker. Beseft ze niet dat een laks klimaatbeleid haar natuurinspanningen teniet zal doen? Ook een kritische noot voor Wallonië en de federale regering: woorden zijn niet genoeg. Kijk naar de vergroening van de bedrijfswagens. Prima, maar waar blijft de grote fiscale hervorming? Dat zijn de échte hefbomen. We kunnen inspiratie vinden in het buitenland. In Nederland gingen beleid en sectoren samen aan tafel zitten, wat resulteerde in een concreet en doortastend klimaatbeleid. Bij ons is alles diffuus. Plots kondigt Arcelor Mittal gigantische groene investeringen aan. Geweldig, maar waar zit de grote strategie?’
‘Een klimaattoets zou een stap vooruit zijn’
– Caroline Copers, ABVV
‘De Europese Green Deal is het meest hoopgevende beleid in jaren’, meent Caroline Copers, algemeen secretaris van het Vlaams ABVV. ‘Hij is niet perfect, maar de EU is op wereldniveau een voorloper. Na jaren van achteruitgang in het Vlaamse milieubeleid is er inderdaad vooruitgang: kijk maar naar het natuurbeleid en de aanpak van het PFAS- en stikstofprobleem. Er gebeuren zelfs positieve dingen met de elektriciteitsfactuur. Maar het klimaat- en energiebeleid van minister Demir blijft ondermaats, terwijl net dat zo belangrijk is voor onze samenleving en economische toekomst. De band tussen de N-VA en delen van de Vlaamse industrie die op de rem staan, speelt daar zeker een rol bij. Europa geeft geld aan wie vooroploopt, en Vlaanderen mist de boot. Recente studies bewijzen nog maar eens dat investeringen in groene economie meer renderen dan dezelfde investeringen in de oude economie.
‘De politieke wil om maatregelen te nemen en samen te werken is belangrijker dan een nieuwe bevoegdheidsverdeling. Alle actoren op alle bevoegdheidsniveaus moeten dringend sterke maatregelen nemen die het verschil maken. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen dringt aan op een miljoen warmtepompen, een miljoen elektrische voertuigen en massale renovatie van gebouwen. Vlaanderen moet dus zeker meer doen. Dat was al zo voor de oude EU-doelstellingen en nu zeker met de nieuwe doelen van de Green Deal. Een klimaattoets voor nieuwe maatregelen zou een stap vooruit zijn, want nu worden klimaatdoelen soms tegengewerkt, zoals met de steun voor fossiele brandstoffen. En voor ons moeten klimaatmaatregelen niet alleen CO2-uitstoot afremmen maar ook sociaal rechtvaardig zijn.’
‘Politici moeten vooral uitvoeren wat al beslist is’
– Hans Maertens, Voka
‘We scharen ons zowel achter het akkoord van Parijs als achter de ambitieuze Europese Green Deal’, zegt Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka. ‘De Europese ambities geven onze bedrijven wel een concurrentieel nadeel ten opzichte van China en de VS. De EU is verantwoordelijk voor zo’n 8 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. In Glasgow hoeven we niet meteen de Europese ambities scherper te formuleren, we moeten de rest van de wereld over dezelfde lat laten springen. De Belgische aanpak van de corona-epidemie werkt dankzij samenwerking. Dat moet ook kunnen voor het klimaat tussen de vijf milieu- en klimaatministers. Herfederaliseren klinkt misschien populair, maar het zou meteen een pak problemen opleveren voor ons klimaatbeleid omdat mobiliteit, wonen en onderwijs daar nauw mee samenhangen. Dat beleid zit nu terecht op het regionale niveau, dicht bij de burger.
‘Of minister Demir een goed klimaatbeleid voert, daar oordeelt Voka niet over. Maar als de Vlaamse regering doet wat over klimaat in haar regeerakkoord staat, dan zetten we al een grote stap vooruit. Dat de klimaatjongeren aandringen op bekwame spoed is goed, maar ze mogen niet verwachten dat je in een vingerknip je hele economie en samenleving omkeert. Alle bedrijven zijn vandaag fel bezig met transitie en duurzaamheid. Neem de miljardeninvestering die Arcelor Mittal plant. Het vraagt allemaal tijd, en je kunt maar zo snel lopen als je voeten je kunnen dragen. Ambitie en realisme gaan samen. Politici moeten vooral uitvoeren wat al beslist is.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier