Directeur kleuterschool na meldingen radicalisering: ‘Dit is een storm in een glas water’
De directeur van scholengroep 21, waar de kleuterscholen Dr. Ovide Decroly in Ronse deel van uitmaken, reageert geschokt op de berichten over radicalisering bij kleuters op zijn school. “Op het einde van het schooljaar is een project rond radicalisering opgestart in de kleuterschool”, zegt Dirk Moulart.
‘Dit is een storm in een glas water. Het intern document is opgesteld op basis van getuigenissen van een viertal juffen en hun ervaringen van de voorbije jaren. Het gaat om een zestal kinderen uit drie gezinnen die bekendstaan bij de politie van Ronse. Dat is één procent van het totaal aantal kinderen.’
De directeur ontkent de aangehaalde feiten niet, maar beklemtoont dat de oplijsting te goeder trouw is opgesteld om de preventieve werking te verbeteren. ‘Ik onderken dat zich in gans Vlaanderen problemen stellen. Maar we mogen niet polariseren’, klinkt het.
In het gelekte document was sprake van kinderen die klasgenootjes ‘varkens’ en ‘ongelovigen’ hebben genoemd. Anderen maken met de vinger over de keel moordbewegingen. ‘Kleuters zeggen vaak dingen die ze nog niet helemaal begrijpen. Ze doen uitspraken die ze thuis of elders hebben gehoord.
Maar we pakken dat probleem al veel langer dan vandaag aan.’ Moulart had gehoopt dat de aangereikte informatie met meer discretie behandeld zou worden, maar gelooft in de voortzetting van het deradicaliseringsproject. De school zal de zaak verder bespreken met afgevaardigd bestuurder van het GO! Raymonda Verdyck.
Ook het Katholiek Onderwijs Vlaanderen heeft geen aanwijzingen dat het probleem met ‘geradicaliseerde’ kinderen in een kleuterschool in Ronse breder verspreid zou zijn. Dat zegt woordvoerster Marijke Van Bogaert.
Bovendien ‘bestaan geradicaliseerde kleuters niet’, zegt ze. ‘Kinderen nemen enkel dingen over die ze thuis, op televisie of bij vriendjes horen. Dat is in zekere zin normaal. We moeten als school, ouders en samenleving kijken waar het vandaan komt, de kinderen duidelijk uitleggen waarom dat niet kan en verder in gesprek gaan met de betrokkenen’, zegt ze.
‘Het hele schoolgebeuren is gericht op hoe je kleuters en kinderen leert wat kan en wat niet kan, dus scholen weten perfect hoe ze zo’n probleem moeten aanpakken moest het zich stellen’, besluit ze.