Dinsdag duidelijkheid over onderzoek door Staatsveiligheid naar Qatargate

Het Griekse Europarlementslid Eva Kaili zat vier maanden in voorhechtenis in het Qatargate-onderzoek. © Lisa Klaverstijn / Follow The Money

De Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling (KI) moet dinsdag beslissen of het Comité I, dat de inlichtingendiensten controleert, haar licht moet werpen op het onderzoek dat de Staatsveiligheid heeft gevoerd naar vermoedelijke corruptie in het Europees Parlement. Volgens de verdediging bestaat een groot deel van het strafdossier immers uit gegevens die door de Staatsveiligheid zijn verzameld, en niet door speurders van de federale gerechtelijke politie (FGP).

Het federaal parket voert al enkele maanden een grootscheeps onderzoek naar pogingen van de Golfstaat Qatar en van Marokko om de economische en politieke besluitvorming van het Europees Parlement te beïnvloeden. Beide landen zouden via voormalig Italiaans Europarlementslid Pier Antonio Panzeri en diens vzw Fight Impunity geprobeerd hebben om invloed uit te oefenen op beslissingen en resoluties van het Europees Parlement. In dat dossier werden Panzeri, zijn rechterhand Francesco Giorgi, diens partner en vicevoorzitter van het Europees Parlement Eva Kaili, de Brussels-Italiaanse lobbyist Nicolo Figa-Talamanca, het Belgische Europarlementslid Marc Tarabella en het Italiaanse Europarlementslid Andrea Cozzolino in verdenking gesteld. 

Verschillende advocaten van de verdachten hebben in het voorjaar van 2023 de KI verzocht om de regelmatigheid van de procedure te controleren, maar zover is het nog niet gekomen. De KI heeft wel al beslist dat de debatten over de regelmatigheid niet in het openbaar moeten worden gevoerd. De KI moet echter nu nog oordelen of het Comité I moet nagaan of de Staatsveiligheid in haar onderzoek op legale wijze gebruikgemaakt heeft van een aantal bijzondere onderzoeksmethoden, zoals het afluisteren van telefoons, aangezien verschillende betrokkenen parlementaire immuniteit genoten.

Volgens de verdediging bestaat een groot deel, om niet te zeggen het grootste deel, van het strafdossier immers uit gegevens die door de Staatsveiligheid zijn verzameld. En aangezien de methoden van de Staatsveiligheid geheim zijn, is het voor de verdediging onmogelijk om na te gaan hoe die gegevens bekomen zijn en hoe waarheidsgetrouw ze zijn.  Bovendien kunnen gegevens die de Staatsveiligheid verzamelt, wel de start vormen van een strafrechtelijk onderzoek, of kunnen ze de speurders van de politie in één of andere richting wijzen, maar kunnen ze nooit de plaats innemen van de resultaten die de politie zelf uit haar onderzoeken haalt.

Terwijl net dat is wat er volgens de verdediging in het Qatargate-onderzoek gebeurd zou zijn. Niet alleen zou de Staatsveiligheid laattijdig het federaal parket op de hoogte gebracht hebben van haar informatie, eenmaal het gerechtelijk onderzoek begonnen was, zou de Staatsveiligheid zelf verder op onderzoek zijn getrokken, in plaats van de speurders van de FGP hun werk te laten doen. Daarnaast wil de verdediging van een van de verdachten gebruikmaken van een opname van een gesprek met een van de speurders. Die speurder zou in dat gesprek verklaard hebben dat hij weet dat Pier Antonio Panzeri, die als spijtoptant optreedt in het dossier, liegt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content