Tobias Leenaert
‘Dierenactivisten moeten opletten wanneer ze van slachters slachtoffers maken’
Tobias Leenaert, oprichter van de vzw Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA), laat zijn licht schijnen over de actie van tientallen activisten vorige week bij het slachthuis in Tielt waarbij een varken tijdelijk werd bevrijd. ‘De kunst van effectief actievoeren is die dingen doen die op dat moment in de tijd een positieve impact zullen hebben.’
Vorige week drong een zeventigtal activisten binnen in het slachthuis van Tielt. Ze bevrijdden daarbij een varken. Hoewel alle veganisten en dierenactivisten vaak over dezelfde kam worden geschoren, bestaat binnen deze groep geen eensgezindheid over meer radicale vormen van actievoeren. Hoog tijd, of contraproductief?
Een ding is zeker: als we een degelijk antwoord op die vraag willen, moeten we het niet vragen aan slagers, slachthuiswerkers, vleesverkopers, en andere mensen in de industrie. Zij zijn ‘steakholders’ (sic), geneigd om elke actie gericht op vleesvermindering scherp te veroordelen. Ik herinner me hoe jaren geleden de Boerenbond een persbericht afvuurde tegen Donderdag Veggiedag, de campagne van EVA die ocharme voor één veggiedag per week pleit.
Niet extreem
Deze steakholders vinden de overtuiging dat we geen dieren moeten kweken en doden voor voeding (zolang we gezond kunnen blijven en nog steeds lekker kunnen eten) radicaal of extreem. Op zijn minst zou niemand dat idee mogen opdringen aan anderen, zo menen zij. Het probleem is dat het woord ‘opdringen’ te pas en ten onpas wordt gebruikt. Ook nu evidente zaken als autogordels of een rookverbod in publieke gebouwen werden ooit als opdringen beschouwd.
Dierenactivisten moeten opletten wanneer ze van slachters slachtoffers maken.
Als je een sterke overtuiging hebt dat iets goed of fout is, en vooral, als je dat kan staven met rationele argumenten, dan mag je gerust anderen proberen te beïnvloeden. Om je ideeën te verspreiden – of het nu gaat over je politieke voorkeur, een of andere passie, een manier om naar iets te kijken – kan je allerlei middelen gebruiken: van zelf het goede voorbeeld geven, tot conversaties en sociale media, flyers, politieke actie, protestmarsen, het creëren van alternatieven, etc.
Tot zover niets extreems. Wanneer mensen veganisten extreem noemen, kan dat deels of vooral te wijten zijn aan het feit dat ze veganisme zien als een bedreiging voor hun inkomen of hun lievelingsgerecht. Maar toegegeven: op dat beïnvloedingsspectrum kan je nog verder opschuiven, tot je bij meer confronterende of agressieve manieren uitkomt. Net zoals de steakholders (inclusief vleeseters) best niet te snel zeggen dat alle vormen van veggiebeïnvloeding verkeerd zijn, kunnen de activisten best ook niet te snel zeggen dat ze allemaal ok zijn. Want dat is wel degelijk wat een klein deel van de activisten doet: alles tolereren, ook de meer brutale en confronterende acties, omdat de nood hoog is en omdat de brutaliteit of agressie in het niets verbleken bij wat de dieren wordt aangedaan.
Geloofwaardigheid
Ik begrijp de frustratie en het ongeduld. Hoewel er heel wat beweegt in veggieland gaat het nog altijd niet snel genoeg. Elke dag worden in België alleen al honderdduizenden dieren gedood voor voedsel, en leven er een paar honderd miljoen in miserabele omstandigheden. Dat de meeste mensen toch verder vlees blijven eten, is niet omdat zij onmensen zijn, maar omdat ze erin slagen weg te kijken. Veganisten en dierenactivisten kunnen dat niet. Ze voelen het leed van de dieren in kwestie en kunnen noch willen het negeren. En ze ervaren wat er gebeurt – terecht – als een enorme onrechtvaardigheid. Ze willen verandering, en ze willen vooruit, zo snel mogelijk. En dan is het verleidelijk om alles uit de kast te halen.
De directe weg is niet noodzakelijk de snelste weg.
Toch is de directe weg niet noodzakelijk de snelste weg. Wie dieren echt wil helpen, kan dat best doen op een doordachte manier. Gegronde conclusies bereiken over wat werkt en wat niet werkt, is minder makkelijk dan het lijkt. Je moet met veel zaken rekening houden als je de echte impact van een actie of communicatiestijl wil achterhalen. Hoe zal ze overkomen in de media? Wat zal de publieke opinie ervan denken? Zal dit onderhandelingen met politici en bedrijfsleiders vergemakkelijken of bemoeilijken? Vergroot dit de geloofwaardigheid van de beweging of haalt ze die onderuit?
De slachter als slachtoffer
Voor zover ik kan zien, lijken de activisten die het slachthuis blokkeerden – overigens hoofdzakelijk van Franse bodem – niet bekommerd om bovenstaande criteria. Wellicht omdat ze niet geloven in verandering via de politiek, de publieke opinie, of het bedrijfsleven. Hun website vermeldt expliciet dat de dierenrechtenbeweging ‘lang genoeg de overheid heeft gesmeekt, vriendelijk gemarcheerd op straat en samengewerkt met de industrie die dieren uitbuit.’ Volgens de activisten heeft dit geleid tot ‘geen enkel resultaat’. Daarom roepen zij op tot concrete actie: het ‘blokkeren van het systeem’.
Maar tot welke concrete resultaten moeten hun ‘blokkades van het systeem’ dan wel leiden? In dit geval werd ‘de productie’ hooguit enkele uren vertraagd. Er lijkt ook geen PR-schade. De actie maakte van de slachters de slachtoffers. In de media kwam de slachthuisdirecteur aan het woord over ‘de stress die het bevrijde varken werd aangedaan’.
Niet zo lang geleden zat ditzelfde slachthuis nog publiek in de verdediging wegens de grove dierenmishandeling die daar was vastgelegd door activisten van Animal Rights. Over hun undercoverbeelden zei de directeur van het Tieltse slachthuis dat ze zijn bedrijf miljoenen euro’s gekost hebben. Het slachthuis van Izegem, waar hetzelfde gebeurde, werd achteraf gesloten. Dat lijken me fundamentelere gevolgen dan een blokkade van een paar uur.
Radical flank effect
Er bestaat zoiets als het radical flank effect: vergeleken met bepaalde radicale groepen gaan andere groepen er meer gematigd uitzien – alles is relatief. Animal Rights of GAIA kunnen gematigder overkomen in het licht van wat de mensen in het slachthuis van Tielt deden vorige week. ‘Met die mensen valt te praten, maar die andere…,’ zou je dan kunnen horen. Dat is de positieve kant van het radical flank effect. Het kan ook anders uitdraaien: de radicale acties van de ene groep kunnen afstralen op anderen, zodat buitenstaanders iedereen over dezelfde kam gaan scheren. Van de meer gematigde fracties gaat men dan denken dat ze dezelfde zijn ‘als die andere extremisten’.
Mijn raad aan mijn mede-activisten is: doe die dingen waar de tijd rijp voor is.
Bestormingen van slachthuizen lijken me in die zin wel degelijk een probleem. De diverse organisaties en vele activisten die al jaren op meer rustige manier aan de weg timmeren, moeten nu nog meer inspanningen leveren om hun gesprekspartners te overtuigen dat ze rationele mensen zijn die met begrip voor iedereen willen werken aan verandering. Duits onderzoek toonde onlangs aan dat de vleesconsumptie in België een stuk sneller aan het dalen is dan in de buurlanden. Wellicht hebben de vele veggiecampagnes daaraan bijgedragen, die anders dan in veel andere landen de actieve steun hebben gezocht en gevonden van de (lokale) politiek en het bedrijfsleven. Ook zagen we undercoverbeelden uit dierenfabrieken en slachthuizen hebben gezorgd voor meer bewustzijn, op een manier die de sympathie van het publiek en de media wist op te wekken.
Het oordeel van toekomstige generaties
Ik weet dat veel actievoerders ervan uitgaan dat de toekomst hen gelijk zal geven. Wanneer zij die na ons komen, zullen terugkijken op wat we vandaag doen met landbouwdieren, zullen ze – daar ben ik redelijk van overtuigd – even verbaasd en gedegouteerd zijn als wij vandaag zijn over slavernij. Het is verleidelijk om vanuit die gedachte te denken dat al wie tegen de gevestigde orde ingaat, door toekomstige generaties zal gezien worden als helden; als mensen die, tegen de stroom in, hun geweten volgden en het juiste deden.
Maar zo simpel is het niet. Waar het om gaat is die toekomst zo snel mogelijk dichterbij brengen. Dat doe je niet met eender welke actie. De kunst van effectief actievoeren is juist die dingen doen die op dat moment in de tijd een positieve impact zullen hebben. Naarmate de publieke verontwaardiging groter wordt, en het makkelijker wordt om dierlijke producten te vermijden, zal het draagvlak voor meer radicale vormen van actievoeren uitbreiden. Maar daar zijn we nog niet. Mijn raad aan mijn mede-activisten is: doe die dingen waar de tijd rijp voor is. En onthoud dat respect – ook voor wie met jou van mening verschilt – van alle tijden is.
Tobias Leenaert is oprichter van de vzw Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA) en auteur van het boek How to create a vegan world.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier