Dementie, cholera en deepfakes: de 3 beste Vlaamse scripties volgens Knack

© Studio Chapo

Op 19 december wordt de Vlaamse Scriptieprijs uitgereikt, een bekroning voor het beste eindwerk van het voorbije jaar. Uit de longlist van tien koos Knack de volgende drie parels.

Astrid Luypaert – kunstwetenschappen en archeologie, VUB

Astrid Luypaert onderzocht hoe erfgoed een meerwaarde kan zijn in het leven van mensen met dementie en hun verzorgers. Het onderzoek was haar masterproef binnen de opleiding kunstwetenschappen en archeologie aan de VUB.

‘Ons land telt meer dan 200.000 mensen met dementie, en de groep wordt alleen maar groter. Mijn onderzoeksvraag sloot aan bij mijn eigen fascinatie voor het concept herinnering én bij een vraag van de Alzheimer Liga: wat zijn zingevende culturele activiteiten voor deze doelgroep, een groep die tegelijk groter en diverser wordt.’

Het bestaande beeld is dat deze mensen vooral graag teruggrijpen naar liedjes of beelden uit hun jeugd.

Astrid Luypaert: Tijdens mijn onderzoek heb ik gemerkt dat ze vaak nog meer genieten van objecten en vormen die ze niet kennen. Dat was meteen ook een belangrijke conclusie van een project rond religie dat ik samen met het Huis van Alijn (museum over het dagelijks leven, nvdr) heb uitgewerkt in een woonzorgcentrum. Een van de objecten waarmee we hebben gewerkt was een paternoster. Voor een deel van het testpubliek bracht dat herinneringen naar boven uit de kindertijd. Maar we namen ook minder bekende objecten mee, zoals een bijbel in braille of een armbandje met het ‘boze oog’ – een voorwerp uit de Turkse traditie. Na de sessies vroegen we welk object hun voorkeur kreeg en zo goed als iedereen noemde het onbekende.

Hoe verklaart u dat?

Luypaert: Het laat zien dat ook mensen met dementie graag bijleren. Een belangrijke bevinding, want te vaak wordt hier gefocust op wat ze niet meer kunnen. Wat ook meespeelt, is dat traditionele activiteiten vaak gericht zijn op objecten die appelleren aan herinneringen, zoals familiefoto’s. Dat kan plezierig zijn, maar vaak is het ook confronterend: ze herkennen steeds minder mensen, en hun verhalen vervagen. Die soms pijnlijke confrontatie is er niet als je werkt met een onbekend object. Het mooie is ook dat zo’n object gelijkheid schept tussen de deelnemers en de zorgverstrekkers. Het is voor iedereen een stap in het onbekende.

In de gids die u op basis van uw bevindingen ontwikkelde, staat dat mensen met dementie zin voor detail verliezen. Daartegenover staat dat ze meer van abstractie gaan houden.

Luypaert: Mensen met alzheimer hebben dikwijls meer oog voor kleur. En ze genieten ook vaak meer van het tactiele. Ze gaan objecten op een andere manier benaderen. Dat vind ik ook als kunsthistorica en archeologe interessant. Ze kijken naar objecten zoals ik er zelf nog nooit naar gekeken had.

Marie Bruyndonckx – geschiedenis, KU Leuven

Marie Bruyndonckx schreef een cultuurgeschiedenis van de cholera-epidemie die in 1866 aan ongeveer 3000 Antwerpenaren het leven kostte. De scriptie was haar masterproef binnen de opleiding geschiedenis aan de KU Leuven.

‘In 1866 werd ons land getroffen door een cholera-epidemie. Het was al de vijfde golf in België, maar dit was de dodelijkste. In Antwerpen stierf toen bijna 3 procent van de bevolking aan cholera. Ik heb me op die stad gefocust omdat er veel archiefmateriaal was, maar ook omdat daar veel verschillende sociale groepen samenwoonden. Mijn verwachting was dat dit tot veel verschillende opinies en emoties had geleid, en dat bleek, op basis van de documenten die ik in de archieven kon terugvinden, te kloppen.

De reacties lijken in veel opzichten op de reacties tijdens ‘onze’ covid-epidemie. Maar er was ook één wezenlijk verschil: de wetenschap tastte toen nog veel meer in het duister.

Marie Bruyndonckx: De Duitse bacterioloog Robert Koch toonde pas enkele jaren later aan dat cholera het gevolg was van een bacterie in de dunne darm. In 1866 was er dus nog veel meer ruimte voor speculatie. Zo was er de miasmatheorie, die zei dat cholera het gevolg was van dampen in de atmosfeer die voortkwamen uit verrotting. Die theorie was populair bij ondernemers in de haven, wellicht omdat ze vreesden dat allerhande isolatie- en quarantainemaatregelen een te grote impact zouden hebben op de economie. Met andere woorden: mensen geloofden de theorie die hen het beste uitkwam. In die zin bestaan er natuurlijk wél duidelijke parallellen tussen toen en nu.

Tijdens de corona-epidemie werd al snel met de beschuldigende vinger gewezen naar migranten. Ook hier kan je parallellen zien met 1866, toen het idee leefde dat de ziekte vooral bij de ‘lagere klasse’ rondging.

Bruyndonckx: Dat idee verklaart bijvoorbeeld waarom de stad Antwerpen bals en kermissen verbood. Men ging ervan uit dat mensen die dat soort feesten bezochten zich losbandiger gedroegen, wat tot meer besmettingen zou leiden. Maar er werden ook uitzonderingen toegestaan. Een aantal feestjes mocht van de burgemeester wél doorgaan. Dat waren wellicht niet toevallig feesten waarvan de elite vermoedde dat er vooral ‘deftige’ mensen aan zouden deelnemen. En waarschijnlijk speelden ook electorale motieven een rol.

Nina Dakota Szyf – communicatiewetenschappen, UGent

Nina Dakota Szyf nam het juridisch en maatschappelijk kader van deepnudes in België onder de loep. Ze studeerde communicatiewetenschappen aan de UGent.

‘In september kwam aan het licht dat er van minstens zeventien bekende Vlamingen deepnudes circuleerden op het internet’, vertelt Nina Szyf Dakota. Deepnudes zijn een vorm van deepfakes, meer bepaald naaktbeelden die gemaakt zijn met behulp van artificiële intelligentie. Sommige beelden zijn slechts deels gemanipuleerd en combineren bijvoorbeeld een foto van iemands gezicht met een artificieel lichaam. Andere beelden zijn volledig gemanipuleerd, maar kunnen nog altijd de indruk wekken dat er een bestaand persoon wordt afgebeeld, denk aan een avatar. ‘Tegenover 2019 is het aantal deepfakes met 550 procent gestegen. Maar liefst 98 procent daarvan zijn deepnudes. Heel wat slachtoffers weten niet eens dat er digitale naaktbeelden van hen bestaan.’

Wie zijn die slachtoffers?

Nina Dakota Szyf: Op nagenoeg alle deepnudes staan vrouwen afgebeeld. Seksueel geweld tegen en intimidatie van vrouwen zijn helaas niet nieuw. Wel nieuw is de technologie die deepnudes mogelijk maakt. Het is dus een nieuwe uiting van een oud probleem dat bij de wortels moet worden aangepakt. In België blijven slachtoffers bovendien vaak nog onder de radar omdat ze niet weten dat het maken en verspreiden van deepnudes strafbaar is.

Worden zij goed beschermd door de Belgische wetgeving?

Szyf: In het nieuw seksueel strafrecht vallen deepnudes onder voyeurisme. Dat kan bestraft worden met een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar. België is op dat vlak een globale voorloper en daar mogen we trots op zijn. Toch zitten er nog een paar hiaten in de wetgeving. Een daarvan is dat er een opsplitsing wordt gemaakt tussen volledig en gedeeltelijk gemanipuleerde beelden, en dat enkel die laatste strafbaar zijn. Als een beeld sprekend op je lijkt, maar niet jouw afbeelding is, kan je juridisch weinig beginnen. Hoewel onze wetgeving al ver gaat, kan ze dus nog altijd beter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content