De twijfels van Robin Ramaekers: ‘Ik vroeg me af of ik nog verder kon werken als journalist’
Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.
‘Veertien jaar geleden, bij de grote cholera-uitbraak na de aardbeving in Haïti, draaide ik voor het VRT-Journaal een reportage over Artsen Zonder Grenzen. Ze waren niet ver van Port-au-Prince tenten voor een geïmproviseerd choleraziekenhuis aan het opzetten. Een heel chaotische situatie: voortdurend werden ze aangevallen door buurtbewoners die schrik hadden voor de epidemie omdat ze vonden dat het kamp te dicht bij hun woonwijk lag. Er werd met molotovcocktails en stenen gegooid. VN-blauwhelmen kwamen tussenbeide en schoten met rubberkogels naar de woedende menigte.
‘Terwijl ik een statement opnam voor het Journaal, gooide iemand een steen naar mijn hoofd. Ik kon nog net wegduiken. Helaas was die steen niet te zien op de camerabeelden, je ziet me alleen wegduiken. Dat kwam bijzonder vreemd over. Toen dachten we: je kunt ook schrikken van een van de schoten die achter me gelost werden. We hebben dat geluid onder de beelden gemonteerd om de duik te verklaren.
‘Niet slim, maar zonder de bedoeling om te doen alsof er op mij werd geschoten. Een uur later ging onze Terzake-reportage op antenne zonder ‘schietincident’. Op de journaal-duik is maanden later bijzonder veel kritiek gekomen. Er werd een intentieproces van gemaakt. De titel “Ramaekers doet alsof er op hem geschoten wordt” klinkt natuurlijk een stuk beter dan: “Ramaekers gebruikte het geluid van een schot, dat net daarvoor te horen was om te verklaren waarom hij schrikt”.
‘Mijn integriteit werd in twijfel getrokken en dat kwam aan. Mensen beseffen niet wat het betekent om publiekelijk te kijk gezet te worden. Het is verkeerd dat tv-figuren op een verhoog worden gezet. Maar het omgekeerde is ook waar: als publiek figuur word je harder aangepakt dan anderen. Je hebt er ook geen verweer tegen. Toen heb ik dus heel hard getwijfeld en die twijfel was fundamenteel: ik vroeg me af of ik nog verder kon werken als journalist.’
Je móét als journalist openstaan voor meningen die afwijken van wat voor waarheid wordt gehouden.
Uiteindelijk bleek het ook een kantelmoment.
Robin Ramaekers: Ik ging in die tijd voor de VRT regelmatig naar het buitenland, ook naar conflictgebieden – mijn droomjob. Na het Haïti-incident ben ik een half jaar van het scherm verdwenen en heb ik achter de schermen gewerkt voor Rudi Vranckx. Mijn toenmalige hoofdredacteur Kris Hoflack is dan verhuisd van VRT naar VTM. Hij zocht iemand die oorlogsverslagging wilde doen en ik ben hem gevolgd naar VTM. Er is geen rechtstreeks verband met het incident in Haïti, maar het staat ook niet helemaal los van elkaar. Wellicht had ik de stap niet gezet als het niet was gebeurd. Een van mijn drijfveren is dat ik niet gereduceerd wil worden tot dat verhaal: het toont niet wie ik ben.
Twijfelt u vaak?
Ramaekers: Twijfel drijft me en maakt deel uit van wie ik ben. Voortdurend stel ik alles ter discussie. Het vergt moed om te durven twijfelen. Je móét als journalist openstaan voor meningen die afwijken van wat voor waarheid wordt gehouden. Ik vind het heel belangrijk om goed te argumenteren. In familiekring maakten we er vroeger een sport van: de ene keer visie X verdedigen om het volgende moment met evenveel passie de tegenovergestelde visie te verdedigen. Zolang de argumenten maar deugen.
Front van Robin Ramaekers is uitgegeven bij Manteau, 384 pagina’s, 24,99 euro