Nele Lijnen en Françoise Chombar
‘De tijd is rijp om het basisinkomen uit de welles-nietessfeer te halen’
‘Meer dan ooit lijkt het idee om inkomen van arbeid los te koppelen een weloverwogen keuze of zelfs een logisch vervolg op de welvaarts- en verzorgingsstaat’, schrijven Nele Lijnen (Open VLD) en Françoise Chombar (Melexis).
Nu de nieuwe Finse regering een pilootproject met het basisinkomen heeft opgenomen in haar regeerakkoord, lijkt de tijd rijp om het debat rond dat basisinkomen uit de welles-nietessfeer te halen. Meer dan ooit lijkt het idee om inkomen van arbeid los te koppelen een weloverwogen keuze of zelfs een logisch vervolg op de welvaarts- en verzorgingsstaat.
Want om werkelijk vrij te kunnen leven, moet een mens onafhankelijk zijn. Dat vereist bestaanszekerheid. De meesten halen die zekerheid uit de inkomsten die ze via hun beroep ontvangen. Een beroepsinkomen betekent dus vrijheid en zelfstandigheid. Maar de enorme toename van de welvaart heeft evenwel niet geleid tot een evenredige toename van de bestaanszekerheid.
‘De tijd is rijp om het basisinkomen uit de welles-nietessfeer te halen’
De verklaring daarvoor is eenvoudig: in geen enkele economie ter wereld heeft iedereen werk. Dat zou pas geweldig zijn! Maar zelfs al zou de economie de optimale vacaturecreator zijn, dan nog is de arbeidsmarkt niet onfeilbaar. Hij “ruimt zichzelf zelden spontaan”, om het in economische termen te zeggen. Vraag en aanbod zijn nooit perfect op elkaar afgestemd.
Robots vervangen mensenhanden
De impact van nieuwe technologieën speelt hierbij een grotere rol dan we op het eerste zicht zouden denken. Waar de industrialisering nog zorgde voor een enorme toename aan werkgelegenheid, doen hedendaagse technologieën in heel wat sectoren het aantal nodige werkkrachten inkrimpen. Waar de oude VW Kever van je opa vroeger nog bijna volledig door pure mankracht werd geassembleerd, gebeurt het overgrote deel van het fabricageproces van een VW Golf nu door machines en robots.
En het gaat niet alleen om routinematige jobs. Tom Kenis noemde dat onlangs in MO*online de vierde technologische revolutie: computers nemen vandaag ook de intellectuele jobs over. Er zullen in onze maatschappij dus altijd wel mensen zijn – laag- of hooggeschoold – wiens bestaanszekerheid potentieel in het gedrang komt. Pas afgestudeerde werkzoekenden die er ondanks verwoede pogingen maar niet in slagen om een job te vinden, 50-plussers die maar geen werk vinden wegens ’te oud en te duur …
‘Het basisinkomen dicht de mazen van het net dat de gebrekkige arbeidsmarkt nu is.’
Het basisinkomen dicht de mazen van het net dat de gebrekkige arbeidsmarkt nu is. Het lijkt haast utopisch dat iedereen zomaar recht zou hebben op gratis geld. Het is echter niet nieuw. Zo vinden we reeds varianten op het idee terug bij filosofen en economen eeuwen geleden. Maar ook vandaag gaat het basisinkomen opnieuw vlot over de tongen. Niet zo lang geleden zond Panorama er een interessante reportage over uit. In onze buurlanden leeft het concept. Bij onze noorderburen hebben partijen als D66 en GroenLinks er zich alvast positief over uitgesproken. De Nederlandse econoom Marcel Canoy deed een tijdje geleden zijn plannen uit de doeken om in Leeuwarden (Friesland) een eerste experiment op te zetten. De Zwitserse bevolking mag zich hopelijk in 2016 uitspreken over het basisinkomen via een referendum. En de Finnen hebben hun voornemens nu dus ook hard gemaakt.
Onvoorwaardelijk
Men verwart een basisinkomen vaak met een werkloosheidsuitkering of een leefloon. In tegenstelling tot die 2 voorbeelden is een basisinkomen onvoorwaardelijk. Je hoeft niet in het verleden al gewerkt te hebben, zwaar ziek te zijn of gewoon stokoud om er recht op te hebben. Een basisinkomen moet universeel, individueel en onvoorwaardelijk zijn. Het geeft je basiszekerheid en complete vrijheid om datgene in je leven te doen wat je ook echt wilt doen. Stimuleert zo’n basisinkomen luiheid en profitariaat in de samenleving? Wel integendeel. Rutger Bregman wijdt er een passage aan in zijn boek “Gratis geld voor iedereen”. Hij verwijst er ondermeer naar studies over het gedrag van lottowinnaars die aantonen dat het merendeel van de winnaars er niet voor zal kiezen om te stoppen met werken. Ze zullen hoogstens wat meer tijd doorbrengen met hun gezin of op zoek gaan naar een werk dat ze liever willen doen. Vanaf een bepaalde drempel schenkt de financiële verloning slechts een fractie van wat we als mens echt willen: voldoening; eigenwaarde; geluk.
Van compenserend naar emanciperend
En hoe gaan we dat financieren? Proficiat, u heeft de eerste mentale horde al genomen. Waar we het eerst over eens moeten worden is dat er nood is aan een nieuw systeem. Geen “janboel aan koterijen” die onze sociale zekerheid door de jaren heen verworden is, aldus Tom Kenis op MO*.be Geen systeem dat vooral beperkingen en controles oplegt maar een eenvoudig, transparant en eerlijk nieuw systeem. Van een compenserend systeem naar een emanciperend systeem. Een vrijheidsinkomen voor elk individu, vanaf het moment dat je “bent” tot je er niet meer “bent”.
Hoe hoog moet dat zijn en hoe gaan we dat betalen? Meerdere berekeningen tonen aan dat het voor ons land financieel haalbaar is dus laten we ons daarop concentreren, op de volgende horde. Het gaat er dan niet meer om of we het moeten doen, maar hoe we het zullen doen.
Zolang het maar over vrijheid en flexibiliteit gaat maar het moet vooral universeel, individueel en onvoorwaardelijk zijn. Dat heet voortschrijdend inzicht van onze maatschappij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier