De PTB-PVDA pikt steeds meer PS-stemmen in, met dank aan Bart De Wever

Elio Di Rupo (PS), Raoul Hedebouw (PTB), Peter Mertens (PVDA) en Paul Magnette (PS) (juni 2019). © belga
Walter Pauli

Doordat de PTB-PVDA er vanuit de oppositie in slaagt om de druk op regeringspartij PS hoog te houden, weegt de partij van Raoul Hedebouw steeds nadrukkelijker op de politieke besluitvorming van het land. ‘De PTB is stilaan een force de frappe.’

De Wetstraat heeft niet gewacht op de State of the Union die premier Alexander De Croo (Open VLD) op 12 oktober wil uitspreken om het politieke jaar op gang te schieten. Daarbij tonen vooral de ministers van de PS, de grootste federale regeringspartij, een verbazende dadendrang. En dat in een almaar sneller tempo.

Op 3 september lanceert Karine Lalieux, PS-minister van Pensioenen, haar langverwachte pensioenplan. Voorstellen zoals een vervroegd pensioen na 42 jaar werken en een minimumpensioen na 10 jaar blijken vooraf niet afgetoetst bij de coalitiepartners – dat alleen al illustreert dat ze voor de galerij zijn bedoeld.

Op 20 september vraagt Thomas Dermine, PS-staatssecretaris voor Relance, 600 miljoen aan federaal geld voor de wederopbouw van overstroomde gemeenten, vooral die in de Vesdervallei maar ook in de Limburgse Maasstreek. Ook al gaat het om ‘slechts’ 600 miljoen federale fondsen (en dus geen Vlaamse, zoals her en der hertaald) op een totaal van 4 miljard euro, toch aarzelen de Vlaamse Vivaldi-partijen.

Twee dagen later, op 22 september, lekt een voorstel uit van PS-vicepremier en minister van Economie Pierre-Yves Dermagne, waarbij men bij vrijwillig ontslag toch nog op werkloosheidssteun zou kunnen terugvallen. De Vlaamse media zijn honend. Het belet PS-voorzitter Paul Magnette niet om op 25 september in de krant Le Soir in naam van het ecosocialisme ‘la gratuité totale’ van het openbaar vervoer op tafel te leggen. Dat is een veralgemening van een populaire ‘gratis’-maatregel van Steve Stevaert (SP.A) in de paarse jaren. En zo zorgt elke PS-interventie voor nieuwe haarscheurtjes, zelfs barstjes in de sowieso niet erg sterk ogende Vivaldi-regering.

In het Waalse collectieve geheugen is “communist” niet per definitie een negatieve term. De naam Julien Lahaut heeft een heroïsche bijklank.

Philippe Destatte, directeur-generaal Institut Jules Destrée

Met die luidruchtige aanpak doet de PS haar eigen verleden geweld aan. Voor een stuk is de uitleg voor de koerswijziging politique politicienne . Decennialang bestond de beproefde PS-tactiek erin om als grootste Franstalige partij in de regering een akkoord te smeden met de grootste Vlaamse: met de CVP dus, en in de paarse jaren met de VLD. Naar andere partijen werd nauwelijks omgekeken, ook niet naar de Vlaamse socialisten. Binnen Vivaldi is er niet langer zo’n vast ‘aflossingspunt’: alle Vlaamse partijen zijn middelklein.

Maar ongetwijfeld is er nog een andere reden, een van electorale aard. In de recentste peiling van Le Soir, RTL, Het Laatste Nieuws en VTM tuimelde de PS in Wallonië naar 21 procent. Tegelijk steeg die andere rode partij, de PTB-PVDA, tot 18,7 procent. In Brussel houdt de PS 18,6 procent over en klokt de PTB-PVDA af op 15,1 procent. Een uitstekend resultaat voor een partij die in 2003 nog geen vol procent van de stemmen behaalde. Kortom: de Belgische PS vreest hetzelfde lot te ondergaan van de ooit almachtige PS in Frankrijk. Die leidt al een paar jaar een kwijnend bestaan en overtuigt geen 10 procent van de kiezers meer. De socialistische achterban liep onder meer over naar de radicaal-linkse Jean-Luc Mélenchon en zijn Front de gauche, nadien omgevormd tot La France insoumise. Er zijn best wat verschillen met de PTB-PVDA, maar ook veel gelijkenissen.

Knipperlichten

Professor politieke wetenschappen Dave Sinardet (VUB en Université Saint-Louis Bruxelles) begrijpt waarom de PS niet goed in haar vel zit. Bij de laatste Kamerverkiezingen van 2019 behaalde ze 25,4 procent, het slechtste resultaat sinds de invoering van het algemeen (mannelijk) enkelvoudig stemrecht in 1918. Bovendien wees postelectoraal onderzoek uit dat de groei van de PTB-PVDA, ’s lands enige unitaire partij, in 2019 vooral ten koste ging van de PS: 19 procent van het PTB-electoraat stemde bij de Kamerverkiezingen in 2014 nog voor de PS. Deze peiling bevestigt die dalende lijn.

Andere knipperlichten zijn zo mogelijk nog verontrustender. Sinardet: ‘In januari 2020 nam Solidaris, het Franstalige socialistische ziekenfonds, een belangrijke enquête af. Op de vraag welke partij het duidelijkst “een stelsel van sterke sociale zekerheid verdedigt”, antwoordde niet minder dan 31 procent van de respondenten “PTB”, en slechts 20 procent “de PS”. De PTB steekt de PS dus de loef af in haar corebusiness: de sociale zekerheid.’

De nieuwe pastoor

Het resultaat is dat de PS-top, of toch de groep rond voorzitter Paul Magnette, bijzonder nerveus begint te reageren. Hij heeft de RTBF al verweten te veel aandacht te besteden aan de PTB, en zo bij te dragen tot de naamsbekendheid en het succes van de partij. Vorige zondag nog meende Magnette in het RTL-programma C’est pas tous les jours dimanche zelfs te moeten waarschuwen om vooral niet op de PTB te stemmen: ‘Dat dient absoluut tot niets.’

Negatief stemadvies uitbrengen over een directe concurrent: het doet denken aan de verkoopdirecteur van Renault die de klanten aanmaant vooral niet voor Volkswagen te kiezen. Of aan de Brugse bisschop Emiel Jozef De Smedt, die bij de verkiezingen van 1958 in alle West-Vlaamse kerken een herderlijke brief liet voorlezen waarin hij de gelovigen aanmaande om voor de CVP te kiezen, omdat ‘stemmen voor de Volksunie in de huidige omstandigheden zwaar zondig is’. Een PS-voorzitter die zich als een nieuwe pastoor vermomt: geloofwaardig is het niet.

PAUL MAGNETTE. 'De PS gedraagt zich in de regering als een PTB.'
PAUL MAGNETTE. ‘De PS gedraagt zich in de regering als een PTB.’© Image Desk

Net zomin als het argument dat de PTB-PVDA ‘marxistisch’, ‘maoïstisch’ of ‘communistisch’ is en dus deelachtig aan de goelag, de Culturele Revolutie, de killingfields van de Rode Khmer of het Venezolaanse economische debacle. Sinardet: ‘De Waalse arbeider ligt niet wakker van de wereldgeschiedenis.’ Philippe Destatte, directeur-generaal van het Institut Jules Destrée, vult aan: ‘In het Waalse collectieve geheugen is “communist” niet per definitie een negatieve term. De naam van Julien Lahaut heeft nog altijd een heroïsche bijklank (Lahaut was een communistisch politicus die de nazikampen overleefde en in 1950, na de eedaflegging van Boudewijn, door een rechts commando werd doodgeschoten, nvdr).’

Destatte schrijft een deel van het succes van de PTB toe aan het feit dat die partij kan bogen op sterke politici, zoals Raoul Hedebouw – ‘een knappe en een intelligente spreker, in beide landstalen’. ‘Maar ook Germain Mugemangango, de PTB-fractieleider in het Waals Parlement, heeft zich ontwikkeld tot een gedreven politicus. Of het nu over het schandaal bij Nethys gaat of andere regionale dossiers: hij scoort gemakkelijk zijn doelpunt. In het parlement is de PTB-PVDA stilaan een force de frappe.’ Ook Le Soir noemde Mugemangango ooit ‘un homme de bonne voix’, ‘aanwezig in alle gevechten en in elk debat, of het nu in het parlement is of in de gemeenteraad van Charleroi.’ Paul Magnette is burgemeester van Charleroi. Hij kan Mugemangango’s bloed drinken, en dat van de andere PTB’ers.

Infiltratie

Vandaar de felheid van Magnettes kritiek: volgens hem ‘doet de PTB al veertig jaar aan politiek en heeft ze al veertig jaar nog niets bereikt’, ‘een stem op de PTB is niets anders dan het verdelen en dus het verzwakken van links’ enzovoort. Dat kan allemaal wel ergens kloppen. Ook in Vlaanderen behaalt de PVDA zo’n 7 procent, en daardoor blijft de grens van 15 procent nog altijd te hoog voor Conner Rousseau (Vooruit), net zoals de 10 procentgrens voor Groen. Sinardet: ‘De PVDA is inderdaad een van de factoren die Rousseau verhindert om echt “vooruit” te gaan, ja. Al kan hij wel meer het klassieke arbeiderselectoraat aanspreken dan zijn voorgangers. Zie bijvoorbeeld hoe hij bij de loononderhandelingen verwees naar “kassierster Deborah”.’

RAOUL HEDEBOUW 'Een intelligente spreker in beide landstalen.'
RAOUL HEDEBOUW ‘Een intelligente spreker in beide landstalen.’© Image Desk

In mei 2021 slaagde de PTB-PVDA er trouwens ei zo na in om de PS écht te saboteren. Het was voor vicepremier Pierre-Yves Dermagne echt belangrijk dat vakbonden en werkgevers elkaar zouden vinden in een nieuw loonakkoord. Zo’n raamafspraak was essentieel om de post-covidrelance op gang te trekken. Met hangen en wurgen bereikten de onderhandelaars uiteindelijk toch een akkoord. Dat moest nog goedgekeurd worden door de achterban, en bij de vakbond ABVV liep het bijna mis. Vooral bij de Franstalige vleugel, de FGTB, stemde een grote meerderheid tegen. Alleen omdat door verregaande organisatorische slordigheden de stemmen van de FGTB-jongeren of ‘cadetten’ niet werden meegeteld, werd het loonakkoord goedgekeurd. En zelfs dan nog met een ongehoord krappe marge.

Bij de ABVV-top is er haast niemand die níét naar de invloed van de PTB wijst. Een door de wol geverfde vakbondsleider: ‘Naast socialisten en groenen zijn er inderdaad veel PVDA’ers actief in de vakbond. So be it: ook na de Tweede Wereldoorlog was het ABVV al de vakbond geweest van zowel de socialistische als de communistische arbeiders. Alleen merken we dat de PVDA aparte “kernen” organiseert: PVDA’ers die in de vakbond actief zijn, organiseren vooraf eigen vergaderingen waar ze hun standpunt en strategie vastleggen. Dat neem ik de PVDA kwalijk: dat ze haar politieke lijn opdringt aan de syndicale organisaties. De PS en de SP.A laten ook wel weten wat ze willen, maar ze interfereren niet in onze organisatie door eigen cellen op te zetten. Ik hou niet van dergelijke infiltratie, want zo respecteert een politieke partij de autonomie van de vakbond niet.’

Tegelijk verzucht dezelfde vakbondsman: ‘Natuurlijk weet ik ook dat de PVDA zich engageert in de sociale strijd. Hoe dikwijls heb ik het mijn mensen niet horen zeggen tijdens een staking: “De enige politici die wij hier zien, zijn PVDA’ers.” Dat siert hen. Maar ze blijven dubbelzinnig. Ze roepen altijd dat de politiek de handen moet afhouden van het sociale overleg. Dat vind ik ook. Tegelijk zijn ze tegen zowat elk akkoord als dat duidelijke toegevingen bevat aan de werkgevers. Maar hoe sluit je anders een akkoord dan door tot een compromis te komen?’ Hoe dan ook: bij het loonakkoord kon de PS een zucht van verlichting slaken: de PTB had getoond hoe machtig ze was binnen de vakbond, maar heeft het ontwerpakkoord desondanks niet kunnen tegenhouden.

Behoeder tegen onheil

Het moet gezegd: de PTB’ers viseren de PS graag en met opvallend veel ijver. Deze zomer zetten de overstromingen en verwoestingen in de Vesdervallei de interne concurrentie helemaal op scherp. De crisis gaat recht naar het hart van de PS, een partij die jarenlang het vertrouwen kreeg van zo veel Waalse kiezers omdat ze haar zagen als de ultieme behoeder tegen onheil en tegenslag. Bij de natuurramp bleek zelfs dat niet meer waar.

Het is duidelijk dat er op z’n minst vragen te stellen zijn bij een mogelijk nalatig optreden van de Waalse overheid vooraf – en zelfs al zijn ook ministers van Ecolo en MR bevoegd, toch straalt dat vooral af op de PS. De wederopbouw en nazorg komen te traag op gang, lijken slecht georganiseerd enzovoort. Philippe Destatte: ‘Terwijl dat eigenlijk niet helemaal waar is. De Waalse regering van Elio Di Rupo (PS) heeft echt wel initiatief genomen: men doet wat men kan. Ik heb ambtenaren gesproken die nachtenlang geen bed hadden gezien. En toch is de perceptie omgekeerd.’

Dat Magnette achter de schermen zou hebben bijgedragen aan een nieuwe stap in de ontmanteling van België is voor de PS geen goed verhaal.

Dave Sinardet, professor politieke wetenschappen (VUB)

Een perceptieslag is het zeker geworden. Zelfs een propagandaoorlog. Bij het begin van de crisis trommelde de PVDA haar verkozenen en militanten op om mee te helpen, en dat deden ze massaal. Vervolgens werden via sociale media ijverig foto’s verspreid in de stijl van ‘Peter Mertens met laarzen in het water en een schop in de hand’. Soms helpt het toeval een handje: op datzelfde moment was Conner Rousseau met vakantie in het mondaine Zuid-Spaanse Marbella. Allerlei PVDA-accounts lieten niet na te wijzen op het contrast tussen de ploeterende Mertens en de feestelijke Rousseau.

Aanschurken bij de N-VA

Het is een nooit eindigende oorlog. Vorige week presenteerde David Pestieau, de directeur van de PVDA-studiedienst, We are one. Manifest voor de eenheid van België. In dat boekje wil hij met rationele argumenten aantonen dat België en de Belgen meer te winnen hebben bij eenheid dan bij een verdere splitsing van het land en van allerlei bevoegdheden.

Op het eerste gezicht lijkt het een aanval op het confederale N-VA-model. Bij nader toezien is de aanval in de eerste plaats gericht tegen de PS, waar een ‘regionalistische’ vleugel niet weigerachtig staat tegenover communautaire onderhandelingen met de N-VA. Voorzitter Bart De Wever laat trouwens niet na te vermelden hoe dicht hij en Paul Magnette vorig jaar bij een groot akkoord stonden. Het is voor Pestieau een kleine moeite om die onderhandelingsgezinde PS-vleugel, waaraan Magnette zich min of meer heeft gelieerd, neer te zetten als handlangers van de N-VA. En dus als tegenstanders van Wallonië en Brussel, en van elke Franstalige Belg.

Sinardet: ‘Het is dus niet goed voor de PS en Magnette indien ze te opzichtig zouden aanschurken bij de N-VA. Het is dan ook vooral De Wever zelf die blijft benadrukken dat er een deal was met Magnette. Bij de PS doen ze hun best om die gesprekken te minimaliseren. Dat Magnette achter de schermen zou hebben bijgedragen aan een nieuwe stap in de ontmanteling van België is voor de PS geen goed verhaal. Puur strategisch is het dus logisch dat de PTB haar Belgische lijn in de verf zet, en dat laat contrasteren met de PS-visie. Net als in Vlaanderen lopen ook in Franstalig België maar weinig mensen warm voor regionalisme of de splitsing van het land. Bij de elite van de PS en de FGTB leeft dat idee wel. Men vergeet vaak dat de federalisering van België het historische project was en is van de PS en de CVP/CD&V. De ene wilde in het zuiden een PS-staat creëren, en de ander wilde in het noorden een CVP-staat. Dat interesseert de PS-top nog altijd. Logisch ook: ondanks haar historische nederlaag is de PS nog altijd de sterkste partij van Franstalig België, en levert ze nog altijd de regeringsleider in Wallonië en in Brussel.’

De PS lijkt de handschoen te hebben opgenomen: ze bekampt de PVDA op eigen terrein, met de eigen retoriek. Toen vorige vrijdag bekend werd dat het aantal geldautomaten zal worden afgebouwd, greep Pierre-Yves Dermagne dat aan om in de Kamer uit te halen naar de banken. Eén dag later haalde Paul Magnette in L’Echo scherp uit naar ‘les patrons’, want ‘zij zorgen er in grote mate voor dat er te weinig arbeidsplaatsen zijn’.

Dave Sinardet betwijfelt of die koers heilzaam is. ‘De PS verwijt de PTB altijd dat die partij niet mee wil besturen. Nu begint de PS zich in de regering als een PTB te gedragen, door plannen te lanceren die uiteindelijk geen kans maken om goedgekeurd te worden. Je zou een parallel kunnen trekken met de Vlaamse rechtse partijen die het VB de wind uit de zeilen wilden nemen door het antimigrantenstandpunt te imiteren. Maar ze konden de klok van de immigratie evenmin terugdraaien, en dus werden ze door ontgoochelde kiezers evenmin beloond.’

Philippe Destatte valt Sinardet bij. ‘De PS moet de leiding nemen in Wallonië. Dat kan maar door samen te werken. Op politiek vlak zoals Elio Di Rupo dat in de Waalse regering doet met sociale liberalen zoals Willy Borsus en Jean-Luc Crucke. En op maatschappelijk vlak door de vakbonden en de werkgevers van de Union Wallonne des Entreprises (UWE) op één lijn te krijgen. Socialisten moeten tonen dat ze goede sociaaldemocratische bestuurders zijn. Wat de inwoners van Franstalig België echt niet verwachten van socialisten is dat ook zij zich zouden gedragen als communisten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content