De olympische droom van Laurence Roos en haar paard Fil Rouge: ‘Wij scheiden nooit’
Niemand wou hem, behalve zij. Nu gaan ze samen naar hun eerste Olympische Spelen: tandarts Laurence Roos en haar paard Fil Rouge. ‘Het is alles of niets.’
In een wei naast een tandartspraktijk in Lichtaart, waar je de rollercoastergilletjes uit Bobbejaanland bijna kunt horen, staat een zwartbruine ruin. De tandarts heet Laurence Roos, het paard Fil Rouge en samen nemen ze vanaf 24 juli deel aan de dressuurcompetitie op de Olympische Spelen van Tokio.
Ook wanneer je er niks van kent, kun je Fil Rouge niet verwarren met een boerenknol. Het dier straalt elegantie uit en hetzelfde kan worden gezegd van zijn bazin. Op internet staan filmpjes van de dressuuroefeningen van Roos met Fil Rouge: het paard houdt beter de maat dan deze journalist. Hoe leer je een paard dansen? ‘Met schouderklopjes en veel geduld’, zegt Roos.
Verklaar u nader.
Laurence Roos: Dressuurpaarden worden zadelmak gemaakt wanneer ze drie zijn. Eer ze kunnen presteren in competitie trainen ze minstens zeven jaar en vaak nog langer. Je leert het paard reageren op de druk die de ruiter uitoefent met zijn of haar benen. Voert het paard de gevraagde beweging goed uit, dan krijgt het een beloning. Dat doen wij niet met koekjes, zoals bij honden, maar met schouderklopjes. Onze paarden zijn topsporters; koeken eten ze niet al te vaak. Je kan hen bovendien toch niet voeren wanneer je in het zadel zit.
Het lijkt alsof Fil Rouge beweegt op het ritme van de muziek, maar eigenlijk is het andersom: we stellen een oefening samen en daar wordt dan muziek op gezet. Dat zijn vaak bekende melodieën, gearrangeerd om samen te vallen met de bewegingen van het paard. Ik moet zelf op het juiste moment de juiste richtlijnen geven: zo blijft onze oefening in de maat. Op de Olympische Spelen gebruiken we een lied dat opgebouwd is rond een melodie uit de film The Greatest Showman. In dressuur worden vaak musicalnummers gebruikt. Het moet bombastische muziek zijn die goed klinkt in een volle arena. Popmuziek werkt niet zo goed, want zang is maar in beperkte mate toegelaten, en pop klinkt nogal dun wanneer je de zanglijn weglaat.
Er zijn een aantal verplichte bewegingen in dressuur, en je kiest zelf de volgorde. De uitvoering en de moeilijkheidsgraad van de overgangen bepaalt de score. Je kunt het vergelijken met een oefening in het artistiek turnen of een kür in het kunstschaatsen. Op de Olympische Spelen kies ik voor de maximale moeilijkheidsgraad. Het is alles of niets.
Vindt uw paard het leuk?
Roos: Ik kan het hem natuurlijk niet vragen, maar ik weet zeker van wel. Je had Fil Rouge moeten zien tijdens de lockdown: zo lusteloos. Hij is in zijn element wanneer hij in een wedstrijd kan tonen hoe slim en mooi hij is.
Fil Rouge bezit tonnen temperament. In zijn opleiding was er een moment dat we dachten: hij is te lastig. We wilden hem verkopen, maar alle gegadigden zeiden hetzelfde: niks mee aan te vangen! Het is een eigenzinnig paard dat zich niet makkelijk laat leiden.
Omdat we hem niet verkocht kregen, ben ik er maar verder mee aan de slag gegaan. Ineens begonnen de puzzelstukken in elkaar te passen. Fil Rouge kreeg er zin in en wilde voortdurend worden uitgedaagd. Zijn sterke karakter werd een troef, want wanneer iets niet lukte, konden we blijven oefenen. Fil Rouge wilde zélf dat hij het kon. Gek genoeg brengt een proef van lager niveau hem juist uit balans. Wanneer het te makkelijk gaat, raakt hij afgeleid.
Dat klinkt als een topsporter.
Roos: Dat is hij zeker, maar je moet Fil Rouge wel nadrukkelijk tonen dat je de baas bent. Dat was wennen, want ik ben eerder een zachtaardig type. Toch lukt het bij Fil Rouge wel en het voelt zelfs natuurlijk. Ik versta hem, en hij mij.
U bent voltijds tandarts, wat ongeveer het drukste beroep ter wereld is. Waar vindt u de tijd voor topsport?
Roos: Ik pak de wedstrijdkalender en plan daar mijn afspraken rond. Door corona was dat lastig, want de wedstrijden werden voortdurend geannuleerd of verplaatst. Ik ben mijn patiënten dankbaar voor hun geduld. Maar wanneer iemand tandpijn heeft, gaat alles aan de kant: dat vind ik logisch. Nu voor Tokio de praktijk een maand moet sluiten, verwijs ik door naar een tandarts in de buurt.
Eigenlijk ben ik tandarts geworden om te kunnen paardrijden. Ik ben een zorgzaam type, dus het moest iets zijn met genezen en anderen helpen. Huisarts worden duurt negen jaar, tandheelkunde studeren maar zes. Dan ben ik er drie jaar vroeger van af en zit ik sneller op mijn paard, was de redenering. (lacht) Mijn eerste jaar op kot hadden mijn ouders een paardenverbod ingesteld. Ik werd er doodongelukkig van. Toen ik in eerste zit geslaagd was, kon ik hen ompraten. We verhuisden Fil Rouge naar mijn trainer in Aarschot, één afrit verwijderd van Leuven. Wanneer mijn medestudenten naar het café trokken, zadelde ik mijn paard.
In principe is tandarts mijn beroep en zijn de paarden mijn hobby, maar mijn trainer zegt: ‘Wanneer je op Fil Rouge zit, moet je het benaderen als een prof, Laurence.’ Ik mag het niet zien als zomaar een hobby, want dan ga ik niet diep genoeg. Ik win wel wat prijzengeld, maar mijn sport kost meer dan ze opbrengt. De veearts die hier maandelijks passeert, vraagt een flinke duit. Gelukkig is er de steun van Topsport Vlaanderen.
Springpaarden zijn kapitalen waard. Dressuurpaarden ook?
Roos: De bedragen zijn minder spectaculair dan in de jumpingwereld, maar veel scheelt het niet. Geld bepaalt veel in de paardensport. Vermogende concurrenten kopen een hele set veulens en houden alleen de toppers. Ik heb die luxe niet, en door mijn job mis ik ook de tijd om meerdere paarden te berijden. Er is Fil Rouge en één mogelijke opvolger die ik zelf opleid.
Ik kreeg onlangs een bod van anderhalf miljoen euro voor mijn paard – terwijl zeven jaar geleden niemand Fil Rouge moest hebben. Ik heb het niet ernstig overwogen. Die anderhalf miljoen zou mij niet gelukkig maken, paardrijden wél. Als klein meisje durfde ik niet te dromen van de Spelen. Die kwamen op mijn pad, dankzij Fil Rouge. Wij scheiden nooit, het maakt niet uit wat ze bieden. Nu ja, ze zullen ook niet veel meer bieden voor Fil Rouge. Hij is intussen 16 jaar en dat is oud voor een dressuurpaard. De Olympische Spelen van 2024 haalt hij waarschijnlijk niet.
Zijn opvolger Kingston is nog maar zes. Hem heb ik op het zicht gekocht, zelfs zonder erop te rijden. Hij zag er zo leuk uit, en we hadden van bij de eerste rit een klik met elkaar. Ik zie er een groot talent in, maar we moeten afwachten hoe Kingston de moeilijkere oefeningen verteert. Voor Parijs 2024 is hij zeker niet klaar. Die Spelen zal ik dus waarschijnlijk missen, of Fil Rouge zou zijn pensioen wonderlijk lang moeten kunnen uitstellen. We zullen zien.
Jumpingruiters gebruiken elk seizoen een ander paard. Dat is bij dressuur onmogelijk. Je moet een connectie creëren met het paard en dat is een werk van jaren. Zelfs ondanks die hechte band kan het gebeuren dat je paard echt niet wil. Dat maakte ik twee jaar geleden mee op Jumping Mechelen. We stapten in de arena en ik voelde al: ai, hier hangt een hectische, zenuwachtige sfeer. Daar houdt Fil Rouge niet van. En inderdaad: hij blokkeerde. Het grootste paardenconcours van het land, al mijn supporters waren er. Om door de grond te zakken.
Bent u dan kwaad?
Roos: Ik voelde me in de steek gelaten, ja. Samen zo hard gewerkt en dan lapt hij mij dat! Maar je kunt niet verwachten dat het iedere keer goed gaat. Een paard heeft ook emoties en het recht om af en toe te falen.
Zowel paard als ruiter krijgt mentale coaching. Vroeger was ik zo nerveus dat ik flauwviel tijdens het paardrijden. Gelukkig heb ik mijn zenuwen tegenwoordig redelijk onder controle. De mentale training van Fil Rouge bestaat vooral uit relaxatieoefeningen, al gebeurt het dat we medicatie geven tegen de stress. We verwennen hem met massages en een infrarooddeken die de spieren ontspant. Ik ga hem ook niet elke dag afjakkeren op het trainingsveld. We plannen regelmatig recreatie in, in de wei of het bos.
Zelfs op uw huwelijksdag nam u deel aan een wedstrijd.
Roos: Een bruiloft leg je anderhalf jaar van tevoren vast. Bleek dat het Belgisch kampioenschap juist op mijn trouwdatum plaatshad. Dus ik vroeg voorzichtig aan mijn verloofde: ‘Wat gaan we doen, schat?’ (lacht) Hij antwoordde dat ik naar het BK mocht, maar dan alleen als ik op het podium zou staan. Het werd zilver.
Onze trouwstoet werd begeleid door vijftig paarden: je bent liefhebber of niet. Fil Rouge was daar niet bij. Ik kan er slecht tegen dat een ander op hem rijdt. De meeste ruiters kunnen hem sowieso niet aan.
Hoe belangrijk is presentatie in dressuur: de vlechtjes in de manen, de blingbling op het zadel?
Roos: Fil Rouge is liever vies dan schoon en rolt graag in de modder: dat is dus niet meteen ons sterkste punt. Vlechten zijn verplicht, maar mijn paard heeft er een hekel aan. Wanneer ik hem vlecht, duwt hij mij van het trapje. Dat vindt hij heel grappig, ik iets minder.
Paardendressuur is als kunstschaatsen: er wordt verwacht dat je wat glitter en glamour toont. Mijn paard heet Fil Rouge: normaal rijd ik in een mooie rode jas met gouden knopen. Op de Spelen dragen we de kleren van Team Belgium. Ik heb mijn pak nog niet gezien, maar het schijnt sober zwart te zijn.
Wat verwacht u van Tokio?
Roos: Het zijn mijn eerste Olympische Spelen. We hebben heel veel getraind en gaan ons beste beentje voorzetten, maar het podium is onmogelijk.
Is het paard niet goed genoeg, of de ruiter?
Roos: Je kunt een dressuurpaard trainen maar je kunt het niet maken: het dier moet de bewegingen van nature al in zich hebben. Dat gaat om aangeboren sierlijkheid en de intelligentie om te snappen wat er gevraagd wordt. Mijn paard bezit grote kwaliteiten, maar je kunt hem niet vergelijken met de paarden die voor de medailles strijden. De zwakke plek van Fil Rouge is de passage: een zwevende draf waarbij de achterpoten hoog worden geheven. Fil Rouge loopt zo van nature niet en het past ook niet bij zijn lichaamsbouw. Er bestaan manieren om dat aan te leren, met elastieken die de spieren op een bepaalde plek houden, maar ik hou niet van zulke trainingsmethodes. Diervriendelijkheid staat voorop.
De wereldranglijst dressuur geeft goed weer welke paarden zullen schitteren op de Olympische Spelen. Verrassingen zijn zeldzaam. Ik sta momenteel 106e. Dat is onder mijn niveau, maar door corona ben ik sterk gezakt. De quarantaines om naar buitenlandse wedstrijden te gaan, kon ik niet combineren met mijn tandartspraktijk. Ik droom in Tokio van de top achttien. Dan rijd ik de finale.
In laatste instantie gaat er ook een Belgische dressuurploeg mee, omdat Ierland en Luxemburg afhaken.
Roos: Ik had me al individueel geplaatst en nu Ierland en Luxemburg over onvoldoende fitte paarden beschikken, mogen er twee extra Belgen mee. De dressuurcompetitie loopt over drie rondes. Dag één zijn de kwalificaties, dag twee rijden de beste acht landenteams van de eerste dag en op dag drie worden de individuele medailles uitgedeeld. Er komt dus een extra competitiedag bij voor mij. Ook in de landencompetitie is de kans dat we een medaille pakken zo goed als onbestaande.
Hoe raakt uw paard in Japan?
Roos: Dat is een ingewikkelde logistieke operatie. In Luik komen alle paarden van Europa samen in één enorme stal. Daar gaan ze een week in quarantaine. Vervolgens zet men ze per drie in een trailer die met een heftruck op een vrachtvliegtuig wordt geladen. Het kost ongeveer 5000 euro per paard.
Een paard op een vliegtuig: dat lukt?
Roos: Het gebeurt vaker, maar om voor de hand liggende redenen niet te vaak. Mijn paard vloog al één keer: naar Amerika, voor het WK. Fil Rouge ging er redelijk goed mee om, maar soms raken paarden bevangen door de stress. Twee veeartsen vliegen mee op het vrachtvliegtuig, en er gaan verzorgers mee, die de paarden kunnen kalmeren. Zelf mag ik niet mee, maar de voorbereiding op de reis plan ik tot in het kleinste detail. Ik maak pakketjes met wat Fil Rouge moet eten en drinken, en noteer om hoe laat dat moet gebeuren. Belangrijk! Mijn paard is allergisch voor wortelen en die geven ze vaak tijdens paardenvervoer, want de groente bevat veel vocht en vitaminen. Fil Rouge is trouwens ook allergisch voor huisstofmijt. Zijn dekens en doeken steek ik elke dag in de diepvries.
Is het geen risico om alle Europese paarden samen te brengen? Ook onder paarden circuleert een gevaarlijk virus.
Roos: Het rhinovirus (ook bekend als paardenherpes, nvdr) is er ieder jaar, maar de variant van 2021 blijkt bijzonder dodelijk. Een aantal toppaarden is eraan bezweken. Er worden daarom pcr-testen genomen bij de paarden, net als bij ons voor corona. Met als verschil dat zij die wattenstaaf door hun grote neus niet opmerken. Gelukkig gaan de besmettingscijfers de goede kant op, maar in maart was het bibberen. Ik mag er niet aan denken dat Fil Rouge het rhinovirus zou oplopen.
Het worden spartaanse Spelen in Tokio. Socializen met andere sporters mag niet en eigen supporters zijn niet gewenst.
Roos: Ik las de protocollen: dagelijkse coronatests, altijd op de kamer blijven… Een plezierreis wordt het niet. Ik had gehoopt om uit eten te kunnen gaan met zwemmer Louis Croenen. Hij komt ook uit Lichtaart en is ongeveer even oud als ik. Maar dat is dus verboden. Ik vrees de eenzaamheid een beetje en dat terwijl ik zo had uitgekeken naar de Olympische Spelen.
Heel mijn familie had tickets voor Tokio. Mijn grootvader kan er hoe dan ook niet meer bij zijn. Hij was een grote paardenfanaat, maar is overleden aan covid-19. Hij was erg trots op me en heeft gelukkig nog geweten dat ik geplaatst was voor de Spelen. Hij kijkt mee van hierboven.
Laurence Roos
– 1993: geboren in Kasterlee
– 2017: debuteert als prof met de 21e plaats op het EK
– 2018: 26e op de World Equestrian Games
– 2021: neemt deel aan de Olympische Spelen in Tokio
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier