De Gezinsbarometer kleurt rood en toch daalt de armoede in Vlaanderen

© Getty
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Volgens een enquête van de Gezinsbond heeft 80 procent van de Vlaamse gezinnen die niet hoger opgeleid zijn het financieel moeilijk. Een derde van de werkende ouders geeft aan met moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Toch zijn de officiële armoedecijfers in Vlaanderen gedaald en is de koopkracht in ons land gestegen. Hoe zit dat precies?

‘De koopkracht van gezinnen staat onder druk’, schrijft de Gezinsbond in een persbericht. Met zijn Gezinsbarometer bevraagt de bond elk kwartaal ouders in Vlaanderen met kinderen tot 18 jaar. Daarbij wordt gepeild naar het welbevinden en vertrouwen in vijf levensdomeinen: inkomen, relaties en welzijn, woonkwaliteit, toekomst van de kinderen en de combinatie werk en gezin. Vooral de inkomensindex staat volgens de Gezinsbond ‘zorgwekkend laag’. In nog geen jaar tijd is die gedaald van 6,3 naar 5,4 op 10.

En dat is nog niet alles. In de enquête bij 1072 Vlaamse gezinnen met inwonende kinderen gaf 80 procent van de respondenten met enkel een diploma lager middelbaar onderwijs aan eerder moeilijk tot zeer moeilijk rond te komen met het gezinsinkomen. En liefst een op de drie mensen met een baan stelde eerder moeilijk tot zeer moeilijk rond te komen.

Hoe matchen die bevindingen met de officiële statistieken over armoede?

Armoede is gedaald

‘Ongeveer 8 procent van de Vlamingen leeft onder de armoededrempel’, zegt armoede-expert Wim Van Lancker (KU Leuven). ‘Dat is het officiële armoedecijfer in Vlaanderen, dat de voorbije jaren zowat stabiel is gebleven, terwijl het in België is gedaald. En als je peilt naar subjectieve armoede door mensen te vragen of ze rondkomen, dan geeft ongeveer 9 procent in Vlaanderen aan dat rondkomen moeilijk of zeer moeilijk is.’

Zich uitspreken over de resultaten van de Gezinsbarometer vindt Van Lancker niet evident. ‘Het is moeilijk om uitspraken te doen aangezien het rapport niet is vrijgegeven. Dat is eigenlijk niet meer van deze tijd. Je doet allerlei uitspraken over gezinnen, maar je weigert de achterliggende cijfers vrij te geven? Dat wekt maar zeer weinig vertrouwen.’

Ook een samenvatting die de Gezinsbond voorlegde, geeft maar weinig inzicht, vindt Van Lancker. ‘Het gaat altijd maar over “indexen” – zoals gezinsindexen en inkomensindexen – maar ik heb géén idee hoe die gemeten zijn. We weten eigenlijk niet wat er is gevraagd aan de mensen. Hoe is die index samengesteld? Daar krijgen we allemaal geen informatie over. En dus kun je er eigenlijk niet zo heel veel over zeggen.’

Vertekend beeld

Maar één zaak wil Van Lancker wel duiden: ‘De bevindingen uit de Gezinsbarometer staan een beetje haaks op alles wat wij weten over subjectieve armoede in België en in Vlaanderen. Die daalt, zo blijkt uit de officiële cijfers. En dat geldt zowel voor de cijfers op basis van nationale rekeningen – zoals de Nationale Bank die hanteert – als voor de EU-SILC-cijfers. Dat laatste is echt hét instrument om de inkomens en de levensomstandigheden van gezinnen en mensen in Vlaanderen en België te meten. Het gaat om een representatieve, goed uitgevoerde enquête op heel de bevolking.’

‘Bij de Gezinsbond heeft een onderzoeksbureau gewerkt met een online panel. Dat zijn dus mensen die zelf aangeven “Ik wil deelnemen aan een online enquete of online enquetes.” Sowieso weet je dat heel wat mensen daar geen toegang toe hebben. En dat je dus een vertekend beeld hebt van hoe die bevolking in elkaar zit.’

Opgelet met conclusies

‘De Gezinsbond benadrukt dat 80 procent van de Vlaamse gezinnen zonder diploma hoger onderwijs het financieel moeilijk heeft’, zegt Van Lancker. ‘Maar mensen met alleen maar een diploma lager middelbaar onderwijs zijn maar een heel kleine groep in de samenleving. En daarvan geeft dan 80 procent aan dat het moeilijker wordt. We moeten opletten met wat we precies daaruit concluderen.’

‘Mensen met een hoger diploma geven aan dat het beter gaat, en zij zijn een veel grotere groep in de samenleving. Moet je dan concluderen dat een groot deel van de bevolking het gevoel heeft dat het makkelijker is om rond te komen? Nogmaals, ik wéét niet hoe hun cijfers precies in mekaar zitten. Maar ik wil waarschuwen voor te grote conclusies. De officiële, betrouwbare cijfers tonen toch een ander beeld.’

‘Neem eenoudergezinnen. Die hebben het moeilijk om rond te komen. Het is absoluut waar dat zij zeer kwetsbaar zijn voor armoede. Maar ook bij die groep is de armoede gedaald. En als je in Vlaanderen kijkt naar de mensen die géén diploma middelbaar onderwijs hebben, dan geeft 15 procent van die laaggeschoolden aan dat het moeilijk of zeer moeilijk is om rond te komen. Terwijl de Gezinsbond het heeft over 80 procent, voor een groep die min of meer overeenkomt.’

Hoopgevende boodschap

Slotsom: de Gezinsbarometer-tendensen matchen niet met de officiële cijfers. ‘Het gaat niet slechter met onze armoedecijfers’, zegt Van Lancker. ‘En dat hangt samen met het beleid dat is gevoerd. Dat heeft gewerkt. Eigenlijk is dat een heel hoopgevende boodschap, ook voor gezinnen. Maar: kwetsbare gezinnen moeten wel nog beter ondersteund worden door een aantal Vlaamse beleidsinstrumenten, zoals de kinderbijslag. Daar heeft de Gezinsbond een punt. De algemene conclusie dat bepaalde gezinnen zeer kwetsbaar zijn, die klopt natuurlijk wel. En dat is een belangrijke boodschap. Maar dat is een andere boodschap dan stellen dat het voor die gezinnen in één jaar tijd héél veel slechter is geworden, en zij dat ook zo ervaren.’

‘Het is zeker zo dat mensen kunnen voelen dat ze het moeilijker hebben wanneer de prijzen stijgen’, zegt Van Lancker. ‘En er zíj́n nog steeds prijsstijgingen. De inflatie is weliswaar heel sterk teruggezakt. Maar als er prijsstijgingen zijn, dan is dat vaak bij voedingsmiddelen. En dat voelen mensen direct in hun portemonnee.’

Verwarmd zwembad in de tuin

Wanneer het gaat over koopkracht, is er ook nog een ander interessant cijfer. In zijn jaarverslag, dat vorige week publiek is gemaakt, schrijft de Nationale Bank dat in 2023 de koopkracht van de huishoudens in België met 3,4 procent is toegenomen. Van Lancker: ‘Bij de Nationale Bank gaat het over het macro-economische begrip ‘koopkracht’. Men gaat eigenlijk kijken naar de boekhouding van de overheid. Het gaat dan over een soort gemiddelde. De gemiddelde koopkracht is toegenomen, en dan kijkt men hoe dat gemiddeld is verlopen. Dat is een objectieve vaststelling. Maar dat hoeft niet noodzakelijk overeen te komen met wat mensen zelf denken te ervaren.’

‘Je kunt een heel hoge levensstandaard hebben – een verwarmd zwembad in de tuin – maar toch het gevoel hebben dat je eigenlijk niet goed rondkomt. Omdat je ook heel veel uitgaven hebt om die levensstandaard te handhaven. De subjectieve inschatting van een tweeverdienerskoppel met allebei een zeer hoog inkomen kan dus zijn dat ze moeilijker rondkomen dan vroeger. Maar dat zegt natuurlijk weinig over de objectieve levensstandaard van die mensen.’

Het gevoel dat gezinnen hebben

En hoe reageert de Gezinsbond zelf op de vaststelling dat de resultaten van haar Gezinsbarometer niet matchen met de officiële statistieken van Statbel en de Nationale Bank? ‘Die gaan uit van gemeten cijfers, vaak gemiddelden over bevolkingsgroepen’, zegt Lien Swinnen, woordvoerster van de Gezinsbond. ‘Onze gegevens gaan over het gevoel dat gezinnen hebben bij de maandelijks verhouding inkomen/uitgaven. Onze enquête is expliciet gericht op en representatief voor gezinnen met thuiswonende kinderen tot 18 jaar. Dat zorgt er automatisch voor dat zij gemiddeld hogere kostenlasten hebben dan het algemeen gemiddelde voor Vlaanderen/België, waar ook alle gezinnen zonder kinderen in meetellen.’

‘In ons persbericht gaven we al aan dat er een dubbele realiteit is. Voor de hogere inkomensgroepen was de stijging van het loon (veel) hoger dan de stijging van de kosten. Gemiddeld stijgt daardoor de koopkracht in Vlaanderen. Maar aan de onderkant is die stijging niet te merken. Integendeel, de stijging van het inkomen wordt volledig weggevaagd door de stijging van de niet-vermijdbare kosten (voeding, woning, transport…), waardoor er geen geld over blijft voor de extra’s.’

‘Bovendien zegt de Gezinsbarometer niet dat die mensen in armoede leven. Hij toont dat mensen het moeilijk tot zeer moeilijk vinden om rond te komen. De Gezinsbarometer zegt dus ook niet dat de armoede in Vlaanderen stijgt.’

‘HET VLAAMSE GROEIPAKKET IS EEN CRUCIALE HEFBOOM VOOR GEZINNEN MET KINDEREN’

Knack vroeg ook het Netwerk Tegen Armoede om een reactie op de Gezinsbarometer van de Gezinsbond.

‘Wij verzamelen zelf geen cijfers, maar vooral verhalen van mensen achter de cijfers’, zegt algemeen coördinator Heidi Degerickx van het Netwerk Tegen Armoede. ‘De Gezinsbarometer bevestigt helaas de signalen die we opvangen uit onze lokale armoedeverenigingen. Uit onze eigen eindejaarsenquête van 2023 bij onze 61 verenigingen bleek ook dat mensen zich het meest zorgen maken over inkomen en huisvesting. Ook de Armoedebarometer 2024 van Decenniumdoelen wijst in die richting.

‘De opeenvolgende crisissen (…) zorgen ervoor dat mensen met de laagste inkomens ook minder overhouden aan het einde van de maand. Ook mensen uit de lagere middenklasse kunnen de eindjes steeds moeilijker aan elkaar knopen. Een aantal groepen mensen loopt een hoger risico op armoede, waaronder kortgeschoolden en alleenstaande ouders met kinderen. Onze verenigingen zien ook meer mensen die werken langskomen met de vraag om hen te ondersteunen. Vaak gaat het hier ook over mensen die in de laagst betaalde jobs werken, soms deeltijds.

‘De cijfers kijken vaak naar het inkomen van mensen, maar bijvoorbeeld niet naar alle kosten die ze ze hebben. Sommige mensen geven de helft tot twee derde van hun inkomen uit aan de kosten voor basisvoorzieningen, zoals huur, energie en voeding. Als alles duurder wordt, blijft er niet veel meer over om comfortabel te leven.

‘De beste strijd tegen armoede is de preventie ervan. In de eerste plaats zouden de laagste inkomens moeten worden opgetrokken tot boven de Europese armoedegrens. Het is essentieel de koopkracht van de meest kwetsbare mensen in onze samenleving te beschermen tegen inflatie en stijgende prijzen van levensnoodzakelijke goederen. Voor gezinnen met kinderen is het Vlaamse Groeipakket hier ook een cruciale hefboom. We pleiten in ons memorandum voor de verkiezingen voor een volledige indexering van het Groeipakket én een hogere sociale toeslag op de maandelijkse kinderbijslag om kwetsbare gezinnen te beschermen. Vooral voor eenoudergezinnen is dat laatste cruciaal om het hoofd boven water te houden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content