‘Dat peperdure schilderij, inboedel of niet?’: bewoordingen in testament zijn cruciaal
Een man schonk in zijn testament huis en inboedel aan zijn vrouw. Maar volgens zijn kinderen uit een eerder huwelijk viel dat ene topkunstwerk níét onder de inboedel, vertelt notaris Carol Bohyn.
‘Dit verhaal begon al enige tijd voor een andere notaris erbij betrokken raakte. Met alle gevolgen van dien’, vertelt notaris Carol Bohyn. ‘Het ging om een man die al kinderen had uit een eerder huwelijk, maar later hertrouwd was.
‘Hij schreef zelf een testament, met daarin de uitdrukkelijke wens om zijn huis én inboedel aan zijn vrouw na te laten. De man was een verwoed kunstverzamelaar, hun huis hing vol schilderijen.
‘In zijn collectie zat ook een zeer bekend schilderij – qua waarde vergelijkbaar met een Picasso – dat hij bewaarde in een kluis bij de bank. Maar twee dagen voor zijn dood besloot hij het uit de kluis te halen en thuis op te hangen. Het kunstwerk werd evenwel niet expliciet genoemd in het testament, kwestie van de fiscus niet te alarmeren.’
Toen de man overleed, zagen zijn kinderen dat dure schilderij plots aan hun neus voorbijgaan. ‘Hun stiefmoeder zwaaide met het testament, waarin stond dat zij de hele inboedel mocht houden. Kunst die je huis versiert, valt onder de inboedel, maar kunst die in een kluis gestockeerd ligt niet. De kinderen vroegen via de rechtbank een inventarisatie van de inboedel.
‘Op dat moment kwam ik als notaris in beeld. Ik herinner me nog dat ik door het huis liep om alles te noteren – het ene schilderij na het andere – en op de voet gevolgd werd door verschillende advocaten. Op een bepaald moment kom ik bij dat ene werk. Ik ben geen kunstkenner, maar ik merkte meteen dat de sfeer omsloeg. Een van de advocaten vroeg me om het schilderij van de muur te halen. Eerst weigerde ik: stel je voor dat ik het zou beschadigen.
‘Uiteindelijk heb ik het toch voorzichtig van de muur gehaald. De achterkant hing vol zegels, van veilingen allerhande. En we zagen ook dat de “verschijning” op de muur niet overeenkwam met de afmetingen van het schilderij. Er had duidelijk jarenlang een ander werk gehangen, dat op het laatste nippertje vervangen was.
‘Ik heb alles geïnventariseerd en de nodige vragen gesteld aan de erfgenamen. Zij moeten, onder ede, de waarheid vertellen, anders plegen ze meineed en heling en kunnen ze een deel van hun erfrechten verliezen. De kinderen vroegen zich natuurlijk af of hun stiefmoeder dat schilderij niet zélf had opgehangen, al beweerde zij van niet. Nadien was het aan de rechtbank om te beslissen.’
Te snel
De essentie van dit verhaal is dat de bewoordingen in een testament cruciaal zijn. ‘Als je zelf een testament schrijft en je hebt het bijvoorbeeld over je “inboedel”, wees dan heel concreet. Al is het natuurlijk veel verstandiger om zo’n testament te laten opstellen bij de notaris. Dan weet je zeker dat je wensen correct genoteerd worden én dat het testament goed bewaard blijft.
‘Als die man zeker had willen zijn dat zijn vrouw het schilderij zou krijgen, zonder dat ze extreem veel successierechten zou moeten betalen, dan had hij dat beter vooraf goed geregeld, door het in het huwelijkscontract te laten opnemen, of via een schenking. Nu hebben ze alles snel zelf proberen te regelen. Dat is zelden een goed idee.’