Culturele hoofdstad 2030: waarom de relatie tussen Brugge en Kortrijk verzuurde
Zeven. Zo veel Belgische steden dingen mee naar de felbegeerde titel ‘Culturele Hoofdstad van Europa 2030’. Maar de felle strijd verzuurt de relaties tussen de kandidaten.
Axel Ronse, Kortrijks schepen van Cultuur (N-VA), kan er niet om lachen. Sinds 2019 stelt hij alles in het werk om van Kortrijk de uitverkorene te maken voor de titel van Europa’s Culturele Hoofdstad 2030. En dan schiet Brugge onder zijn duiven door, op 23 december, zich óók kandidaat te stellen. Niet dat zoiets verboden is. Maar Ronse had Kortrijk graag naar voren geschoven als West-Vlaamse eenheidskandidaat, met een culturele programmatie rond ‘werkgeluk en mentaal welzijn’. In een verbolgen open brief verzocht hij Brugge de kandidatuur in te trekken, omdat ‘het podium dat Kortrijk kan krijgen ook Brugge goed zal doen’. Daarbij dicht hij Brugge ‘een ingeslapen imago’ toe (ondanks zijn ‘sterke culturele spelers’) en voorspelt hij een verspilling van middelen, omdat ‘Europa niet geneigd is om dezelfde stad nog eens aan te duiden’. Want Brugge was al Culturele Hoofdstad in 2002. Desgevraagd licht Ronse toe dat hij daarover twee jaar geleden met de Brugse schepen van Cultuur overlegd heeft, ‘en nu ontkennen ze daar dat er ooit een gesprek heeft plaatsgevonden’.
Zelfs als je het niet haalt, heb je stappen gezet op weg naar de stad die je wilt zijn, ook ná 2030.
Piet Forger, directeur Cultuur in Leuven
De Brugse burgemeester Dirk De fauw (CD&V) reageert laconiek. ‘Merkwaardig dat Ronse zo tekeergaat tegen Brugge. Hij is zelf een Bruggeling. Omdat hij hier geen plaats kreeg op de N-VA-lijst is hij uitgeweken naar Kortrijk.’ Maar ten gronde: vanwaar komt de plotse Brugse lust om opnieuw mee te dingen? De fauw: ‘Omdat meerdere mensen, op Vlaams en federaal niveau, ons gezegd hebben dat ze verbaasd zouden zijn mocht Brugge, cultuurstad bij uitstek, níét meedoen.’ Over Ronses verzoek tot West-Vlaamse eendracht antwoordt hij strijdvaardig: ‘Ik heb geïnformeerd bij diverse Brugse actoren en instanties, en er is niemand die zich herinnert dat Axel Ronse de afgelopen twee jaar enig contact heeft gezocht.’ Ronse: ‘De burgemeester liegt en ik kan het bewijzen. Het is allemaal zo klein en kinderachtig. Ik heb een constructieve open brief geschreven en krijg er een ezelsstamp voor terug. Jammer dat een stad als Brugge het moet doen met een burgemeester die zo zuur uit de hoek komt.’
Geen diva’s
We zouden het gekrakeel kunnen zien als een kortstondig schuim op de golven, ware het niet dat het een en ander zegt over het veranderde concept achter ‘Culturele Hoofdstad van Europa’. Om te beginnen is het dit keer, anders dan voorheen, behoorlijk druk op het lijstje van mededingers. Tel maar mee: Kortrijk, Brugge, Gent, Leuven, Turnhout, Brussel en Luik. Oostende en Hasselt overwogen deelname, maar haakten af. Eind 2025 kiest een Europese jury het projectvoorstel dat het meest overtuigt. De vorige keer, in 2015, had die jury niet veel te kiezen, want er was maar één kandidaat: Bergen. Dat had een niet-culturele reden. Na Antwerpen (1993), Brussel (2000) en Brugge (2002) stond het als een paal boven water dat het een Waalse stad moest worden. Bovendien was toenmalig premier Elio Di Rupo (PS) burgemeester van Bergen.
Tweede vaststelling: de laureaat hoeft geen culturele diva meer te zijn. ‘Had jij ooit gehoord van Kaunas en Novi Sad?’ vraagt Katleen Vos. Zij doceert toerisme & recreatiemanagement aan de Limburgse hogeschool PXL. Kaunas (Litouwen) en Novi Sad (Servië) waren culturele hoofdsteden in 2022, ‘en voor de meeste buitenlanders illustere onbekenden. Ze liggen ook niet op de belangrijke verkeersassen. Wilde je ernaartoe, dan moest je echt moeite doen. Een beetje zoals Kortrijk, welja.’ En was de titel vroeger een gelegenheid om uit te pakken met de eigen juweeltjes of om er nieuwe bij te bouwen (denk aan het Brugse Concertgebouw, de Magdalenazaal, het Ito-paviljoen) – ook dat is intussen anders. De Europese jury is nu meer gecharmeerd door een stad die blijk geeft van een toekomstgerichte blik op cultuur en samenleving. Katleen Vos: ‘Het gaat er al lang niet meer over om zo veel mogelijk toeristen aan te trekken.’
Van onderuit
Katrien Laporte, directeur van het Gentse Design Museum, werkte mee aan Brugge 2002 en zet nu haar schouders onder de kandidatuur van Gent. Zij weet als geen ander dat ‘het geen schoonheidswedstrijd meer is’. De jury kijkt hoe een stad vindingrijk actuele vraagstukken aankaart. Laporte noemt voor de vuist weg ‘klimaat, armoede, diversiteit, migratie’. Gent gelooft dat de beste ideeën opborrelen van onderuit, en daar kwam een groots democratisch ritueel van (dat is ook iets wat de Europese jury apprecieert: draagvlak en participatie): vierhonderd sleutelfiguren, instanties en organisaties werden bevraagd, in wijken en deelgemeenten konden burgers hun zeg doen in debatsessies. Dat alles leverde een rapport op dat werd voorgeschoteld aan ‘Gentse toekomstdenkers’. ‘Daarvoor mocht iedereen zich opgeven’, zegt Sami Souguir (Open VLD), schepen van Cultuur in Gent. ‘Er waren 193 gegadigden, van wie we er dertig overhielden.’ Zij dokterden een parapluconcept uit, waaruit we onthouden dat ‘Gent – culturele vrijhaven’ het devies is, diversiteit de rode draad vormt en water het verbindende element wordt. Daar heb je uiteraard nog geen cultureel programma mee. Dat wordt overgelaten aan een nog te benoemen artistiek coördinator.
Ook Leuven kiest voor een ‘iedereen mag meedenken’-aanpak. Volgens directeur Cultuur Piet Forger kan de stad daarvoor bogen op een traditie van gulle samenwerking tussen culturele organisaties, een ‘specifiek Leuvens model’ dat intussen ook het stadsbestuur, kennisinstellingen, het middenveld en de bedrijfswereld omsluit. Als hij erop los mag dromen voor de programmatie, denkt Forger als voorbeeld aan Bosk, vorige zomer in Leeuwarden: ‘Een wandelend bos, verplaatst door honderden deelnemers, toverde straten en pleinen om tot groene oases, met als slogan “Als bomen kunnen wandelen, kunnen wij veranderen”.’ Bosk verbeeldde een mogelijke toekomst en werd gedragen – ook letterlijk – door stedelingen, dorpelingen, instellingen, verenigingen en ondernemingen. ‘Een mooi voorbeeld van waar het om draait’, aldus Forger.
Voorbij de stadswallen
De indruk ontstaat dat het begrip ‘cultuur’ in ‘Europese Culturele Hoofdstad’ zo stilaan een eerder sociologische dan artistiek- esthetische invulling krijgt. ‘Dat is zeker zo’, zegt Jan Goossens, die de kandidatuur van het Brussels Gewest coördineert. ‘Wij gaan van 2030 echt geen kunstenfestival maken. Liever willen we een hefboom zijn voor een gedaanteverandering van de stad, met cultuur als motor.’ Brussel heeft zo’n aanpak dringend nodig, vindt hij. ‘Het is dan wel de hoofdstad van Europa, maar blijft toch vooral een administratief centrum. Wij denken dat het ook een hoofdstad moet zijn van inspirerende ideeën over samenleven.’ Als het aan hem ligt, zijn die ideeën ‘democratisch, duurzaam, solidair en dekoloniaal’.
Kan hij, ten behoeve van wie die dit allemaal abstract vindt, een project noemen dat past in die visie? ‘Brussel heeft de Franstalige Foire du Livre, en Vlaanderen heeft een boekenbeurs waarvan niemand nog weet waar ze thuishoort. Dat is die typische fragmentering: ieder in zijn eigen hoekje. Wij denken dat Brussel, België en Europa zeer wel zouden varen bij een Europese boekenbeurs. Waarom zou die in Frankfurt moeten plaatsvinden? Waarom niet de ambitie om ze naar Brussel te halen?’
De jury waardeert initiatieven die over de stadswallen heen reiken, weet Goossens. ‘Daarom gaan we in zee met een Vlaamse en een Waalse partnerstad.’ Kan hij verklappen welke? ‘Over de Vlaamse moet ik nog discreet zijn, voor Wallonië is er een engagement met Charleroi. Een deel van de activiteiten kan plaatsvinden in de partnerstad, zeker voor disciplines waarin die uitblinkt. Voor Charleroi is dat alles wat met strips en gaming te maken heeft, en het festival Charleroi Danse.’
Blijft natuurlijk dat Brussel aan de beurt is geweest in 2000 – plus dat de jury nog maar zelden nationale hoofdsteden kiest. De enige uitzondering is Luxemburg Stad. Maar ook dat is van 2007 geleden. Goossens: ‘Het is niet omdat het al lang zo is, dat het niet kan veranderen.’
Zeven lopende kandidaturen. Is dat nu een mooi staaltje van vrije mededinging of verkwiste tijd voor zes steden? Want er is maar één stad die bekroond wordt. Forger: ‘Zeven is niet zo uitzonderlijk. Andere landen hebben ook vijf tot tien inzendingen. Wel bijzonder is dat een klein land als België er ineens zo veel heeft. Maar een verkwisting vind ik het niet. Eerder omgekeerd. Zelfs als je het niet haalt, heb je stappen gezet op weg naar de stad die je wilt zijn, ook ná 2030. Dat is nooit verspilde moeite. Europese Culturele Hoofdstad willen zijn gaat niet over tonen hoe goed je bent, maar over hoeveel beter je kunt worden. Het gaat niet over de promotie van de stad, maar over de promotie van de waarden waarin je gelooft.’