Ciska Hoet (RoSa): ‘Van moeders wordt verwacht dat ze het voortdurend zo perfect mogelijk doen’
Het zijn weer harde tijden, zeker voor vrouwen. Eerst werd Dalilla Hermans aangevallen. Dan werd staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Sarah Schlitz (Ecolo) tot ontslag gedwongen. Ciska Hoet ziet het met lede ogen aan. Ze is niet alleen directeur bij RoSA, het kenniscentrum voor gender en feminisme (een functie die ze deelt met haar compagnon de route Bieke Purnelle), ze schrijft ook voor De Morgen over cultuur, is voorzitter van een kunstenwerkplaats voor nieuwkomers in Brussel, en voedt intussen een dochter van veertien maanden op. Het politieke debat, de verharding van de samenleving, de persoonlijke consequenties die dat allemaal met zich meebrengt: het kruipt allemaal onder haar huid. Hoet: ‘Ik was verbouwereerd over de manier waarop Dalilla Hermans onder vuur kwam te liggen. Bart De Wever (N-VA) mocht in Terzake een karaktermoord plegen. Wie haar kent, weet dat ze juist een heel verbindende figuur is. Inderdaad, ze verzet zich tegen ongelijkheid en racisme, maar dat is haar goed recht. En ja, ze is heel actief geweest op sociale media en iedereen die op Twitter of Facebook actief is, doet soms uitspraken die misschien niet de meest strategische zijn. Maar als je dat mensen verwijt, dan hangen we allemaal.’
Linkse activisten verliezen zich te veel in analyses maken aan de vergadertafel.
Niet iedereen heeft de luxe van Bart De Wever om zijn Twitteraccount te laten beheren door personeel van het N-VA-secretariaat.
Ciska Hoet: Voilà. Zijn strijd tegen woke is pure rancune tegen mensen uit een minderheidsgroep die opkomen voor hun rechten. Dat hele debat leidt bovendien af van waar het echt om draait: de feitelijke ongelijkheid in de samenleving wegwerken. Maar goed, dat Hermans kon standhouden gaf mij hoop. Er zijn veel mensen voor haar opgestaan opdat zij kan blijven zitten, ondanks de aanval van De Wever. Dat zou twintig jaar geleden wellicht anders zijn geweest.
U hebt zelf geen Twitter- of Facebookaccount meer.
Hoet: Twitter ligt simpelweg niet in mijn aard, maar op Facebook ben ik wel lang actief geweest. Ik mis het voor geen meter. Kijk, ik ben niet de persoon die sociale media over de hele lijn zal afbranden. Ik zie de aantrekkingskracht ervan, en ik ken heel wat mensen die er zinnige dingen verkondigen. Ik erken het democratische potentieel: burgers krijgen een megafoon zonder dat er een hoofdredacteur tussen zit die kiest en beslist. #MeToo was niet mogelijk geweest zonder sociale media. Maar het blijft een kapitalistisch systeem, met algoritmes die sturen op basis van een puur commerciële logica. Sociale media zijn ook hyperindividualistich. Ik heb de meest linkse mensen verslaafd zien worden aan Twitter of Facebook en uren voor hun scherm zien doorbrengen, hopend op likes. Al hun tijd ging op aan alweer een nieuwe slimme post.
‘Hou van mij.’
Hoet: Exact. Sociale media wekken narcisme op. Je wordt op Twitter en Facebook niet gestimuleerd om te luisteren, wel om interessant te doen en jezelf in de kijker te plaatsen. We zijn met z’n allen veel tijd aan het verspillen op Twitter en Facebook die we veel interessanter kunnen gebruiken. Zouden we in deze samenleving niet meer in beweging kunnen brengen als we elkaar weer meer in de ogen zouden kijken en een gesprek voeren?
Ik schrik vaak van de toon die er wordt aangeslagen. Botte uitspraken die je vroeger in alle verontwaardiging tegen je televisie riep of op café zei tegen je vrienden, worden nu open en bloot verkondigd. Als theaterrecensente heb ik ooit heel wat drek over me heen gekregen naar aanleiding van een feministische kritiek die ik schreef op Risjaar Drei van Olympique Dramatique. Ik wil die hele discussie niet weer openen, het gaat me om hoeveel haat je over je heen kunt krijgen als je een standpunt inneemt dat anderen niet bevalt. Iemand schreef dat ik te lelijk was om seks mee te hebben, en dat ik daarom zo’n oordeel had geveld. Een bekende journalist vroeg mijn ontslag, een presentator van Klara trok mijn autoriteit in twijfel, mensen vonden dat ik geen recht van spreken had als directeur van een feministische organisatie enzovoort.
Dat komt dan niet van rechtse groupuscules maar van de culturele elite.
Hoet: Ik vroeg mij toen af: als ik om een recensie van een theatervoorstelling voor een nichepubliek al dit soort commentaar over me heen moet krijgen, wat moeten vrouwelijke politici die geregeld op tv komen dan wel doorstaan?
Zijn sociale media misogyn en racistisch?
Hoet: Niet noodzakelijk. Op YouTube is een vlogger actief die wanneer hij thuiskomt van een theatervoorstelling telkens een recensie post. Je kunt dus ook creatief uit de hoek komen. Maar het werkt ook andersom. Telkens als je iemand in zijn hemd zet, krijg je likes. Je wordt nog wat boertiger, en voor je het weet post je lelijke, gemene dingen. Niet toevallig krijgen vrouwen het dan te verduren.
Wat Sarah Schlitz (Ecolo) als staatssecretaris voor Gelijke Kansen heeft mogen ervaren.
Hoet: Het ontslag van Sarah Schlitz was een verbijsterend, zelfs verontrustend schouwspel. Er zijn natuurlijk fouten gemaakt. Die Instagrampost van een medewerkster (die suggereerde dat de N-VA Schlitz aanpakte om de aandacht af te leiden van historische banden tussen de partij en de nazi’s, nvdr) was er natuurlijk zwaar over. Haar Nederlands is niet zo goed, ze heeft onhandig gecommuniceerd, het zal allemaal wel. Maar de fout die ze had begaan, was erg klein. Jan Jambon (N-VA) kwam als minister van Binnenlandse Zaken weg met de leugen van ‘dansende moslims’ na de aanslagen in Brussel. Sarah Schlitz moest opstappen na een relatief kleine fout, die trouwens ook begaan was door Zuhal Demir (N-VA). Het ontslag van die laatste werd niet eens overwogen.
Dat Schlitz moest opstappen door die slechte communicatie: tot daaraan toe. Maar waarom volgde dan nog een lynchpartij? Commentator Rik Van Cauwelaert tweette dat niemand zou merken dat ze weg is. Dat is níét zo: Schiltz was een uitstekende staatssecretaris, ze was gepassioneerd bezig met haar bevoegdheid. Maar ineens werd zelfs haar bevoegdheid in twijfel getrokken. ‘Het zou beter zijn dat Schlitz niet zou worden opgevolgd’, hoor je dan. Echt waar? Gelijke kansen, vinden we dat dan niet belangrijk meer? Hallo?
De tijdgeest is vandaag een pak ruwer dan een generatie geleden, en toen ging het er ook best ruig toe.
Hoet: Psychoanalyticus Paul Verhaeghe zegt terecht dat we allemaal neoliberaal zijn: je ontkomt niet aan het bestel waarin je leeft. Ik betaal ook een poetshulp sinds ik een kind heb, terwijl ik weet dat ze een slecht statuut heeft. Maar het lukt niet zonder. Mijn dochtertje gaat ook naar een onthaalmoeder. Die vrouw past op vier à vijf kleine kinderen tegelijk. Dat is keihard werken, slechtbetaald en supervermoeiend.
Van onthaalmoeders en crèches verwachten we alleen maar het beste. Natuurlijk wil iedereen dat zijn kinderen goed verzorgd worden en dat hun niets overkomt. Maar we eisen bijna dat perfectie de ondergrens is.
Hoet: Ouders horen dat de eerste duizend dagen cruciaal zijn, en tegelijk lezen ze voortdurend nieuwsberichten over hoe slecht het wel gaat in de crèches. Dan krijg je natuurlijk frictie. Ouders stellen hoge eisen, en tegelijk daalt hun vertrouwen in de kinderverzorgers. Dat wringt. Terwijl het natuurlijk de overheid is die ons in de steek laat. In de crèches staat er één opvoeder per negen kinderen. Wie heeft dat bedacht? Maar zo worden wij, ouders, wel opgezet tegen de mensen die ons helpen met de opvoeding van onze kinderen. Je wordt elkaars opponent omdat de overheid de opvoeding van kinderen blijkbaar niet belangrijk vindt.
U legt de fout bij de overheid, die te veel zou hebben bespaard. Maar met 53 procent heeft België het grootste overheidsbeslag ooit.
Hoet: Ik betaal supergraag belastingen. Ik ben er zelfs trots op. Alleen moet dat geld naar de juiste plaats gaan. Daarin volg ik de PVDA: de middenklasse wordt te zwaar belast, zeker in vergelijking met de rijkste klasse. Bovendien vloeit dat geld te weinig naar de mensen die het het hardst nodig hebben. Twintig procent van de Belgen leeft onder de armoedegrens, een op de vijf, terwijl we een rijke natie zijn.
Hindert de opvoeding van uw kind u in de ontwikkeling van uw beroepsleven?
Hoet: Natuurlijk. Ik kende nochtans de cijfers. Ik wist dat de grote ongelijkheid op de arbeidsmarkt ontstaat op het moment dat er een kind geboren wordt. Dan zetten mannen hun carrière gewoon voort en blijven vrouwen sneller en meer thuis. Zelfs bij middenklassekoppels die ervan overtuigd zijn dat ze de zaken gelijk moeten aanpakken, duiken de oude rollenpatronen weer op. Je merkt ook hoezeer de rol van de moeder verheerlijkt wordt, als degene die alles opoffert voor haar kind. Dat zorgt voor zware verwachtingen van moeders tegenover zichzelf. Je bent zo weerloos als je pas bevallen bent, je krijgt een wezentje in handen dat helemaal afhankelijk is van jou. Na drie of vier weken trekt je partner terug naar het werk, en dan blijf je achter met dat wormpje in je armen. Wat moet je dan doen? En dan is er nog de extra druk door de goedbedoelde raad van mensen die mild ouderschap bepleiten, of natuurlijk ouderschap.
Legt u dat eens uit.
Hoet: Natuurlijk ouderschap legt de nadruk op hechting en het goed leren ‘lezen’ van je kindje. Daarbij horen onder andere borstvoeding geven, huid-op-huidcontact met de baby, samen slapen enzovoort. Mild ouderschap wordt bepleit door psychotherapeuten als Nina Mouton. Ik ga nu heel kort door de bocht, maar ik zie dat veel jonge ouders het interpreteren als het niet bestraffen en het erkennen en aanvaarden van de emoties van je kind. Ze krijgen het idee dat ze altijd zen moeten zijn.
Dat lijkt onmogelijk.
Hoet: Het ís onmogelijk. Er is op zich niets mis met die theorieën. Uiteraard is een goede hechting van belang. Bovendien moet elke ouder vooral doen wat er bij het gezin past. Maar binnen de huidige maatschappelijke individualistische context dreig je juist een vrouwonvriendelijk effect te genereren. Natuurlijk ouderschap is al onmogelijk voor wie na drie maanden terug naar het werk moet. Je moet er vanaf dag één weer staan, alsof je nog dezelfde vrouw zou zijn als voordien. En je moet er goed uitzien ook. Ik kreeg complimenten omdat ik zo snel afviel na de geboorte van onze dochter, terwijl ik afzag van de zware bevalling. Vrouwen die er na een bevalling lang over doen om terug in hun oude kleren te kunnen, krijgen dat ook te horen. Iedereen kijkt, iedereen beoordeelt. Komt de baby wel goed bij? Eet hij of zij goed? Alle druk ligt bij de moeder, meer dan bij de vader.
Iedereen verwacht dat moeders tot het uiterste gaan. Die druk kan tiranniek zijn. Natuurlijk is borstvoeding beter dan flessenvoeding. Maar bij sommige vrouwen werkt het gewoon niet. Of het doet pijn. Dan is flessenmelk toch een zalig alternatief? Het belangrijkste is toch dat het kind genegenheid ervaart en gekoesterd wordt? Maar die mildheid ontbreekt vaak. Van moeders wordt verwacht dat ze het voortdurend zo perfect mogelijk doen. Als vaders het goed doen, krijgen ze al complimenten.
Onlangs werd een alleenstaande moeder door de rechtbank veroordeeld omdat ze haar kind – dat het blijkbaar echt aan het uithangen was, dat gebeurt wel eens – een pedagogische tik had gegeven.
Hoet: Een perfect leven bestaat niet, een perfecte ouder ook niet. Natuurlijk mag je je kind geen pijn doen. Maar een kind mag ook zien dat het zijn ouders niet lukt om in alle omstandigheden de volledige controle over zichzelf te bewaren. Als je kinderen ‘s nachts jarenlang niet doorslapen, dan ervaren ouders dat als terreur. Maar de samenleving vindt dat blijkbaar normaal, je moet maar volhouden. Je vindt er geen enkele vorm van hulp voor. Zoals er veel te weinig geïnvesteerd wordt in de ouderenzorg, is er veel te weinig aandacht voor het jonge kind. Ja, je kunt ouderschapsverlof nemen. Je ontvangt dan 800 euro per maand. Dat is dus alleen voor tweeverdieners met spaargeld.
Dus: handen uit de mouwen, en vechten voor een betere samenleving.
Hoet: Inderdaad. Hoe meer activisme, hoe beter. Alleen denk ik dat we ons als linkse activisten te veel verliezen in analyses maken aan de vergadertafel. En sorry, het zijn wél vaak mannen die graag uitleggen hoe de wereld in elkaar zit en die dan moeten tonen hoeveel ze daarover wel hebben gelezen. Hoeveel vrije zaterdagen heb ik zulke gesprekken niet moeten ondergaan? Ik mocht vooral luisteren naar hun parler.
Werd u er wijzer van?
Hoet: Bah nee, ik had die boeken ook gelezen. (schaterlach) Maar als er concreet gewerkt moest worden, handen uit de mouwen, zag je de grootste roepers plots stilletjes verdwijnen, terug naar een nieuw boek om in de volgende vergadering weer het hoge woord te kunnen voeren. Maar het zorgt wel voor een mentaliteit die de linkerzijde verlamt. We leuteren over details, emmeren over wat toch allemaal fout zit in elkaars analyse. We besteden er zo veel energie aan dat we geen tijd meer hebben om de zaken concreet in handen te nemen.
De drie progressieve partijen Vooruit, Groen en PVDA, putten zich sinds jaar en dag uit in kritiek op elkaar, meer dan op de rechterzijde.
Hoet: Dat trok mij een paar jaar geleden zo aan in Hart boven Hard en De Grote Parade: toen hebben we tenminste geprobeerd om al die middenveldorganisaties te laten samenwerken rond méér maatschappelijke verbinding. We hadden een toekomstvisioen. Daar draait het toch om? Bij de politieke partijen is het om ter linkst bij de PVDA, om ter groenst bij Groen, en om ter grootst bij Vooruit. Wie is er het zuiverst? Daarom vind ik de retoriek waarvoor de PVDA vandaag gekozen heeft zo pijnlijk. Het is goed dat de partij aberraties op de agenda plaatst, en dat ze daardoor impact heeft. Maar de toon die ze aanslaat, dat voortdurende gebaar van de hand in de binnenzak… Wat heeft een linkse partij eraan om elke politicus neer te zetten als een graaier? Dat werkt contraproductief, zeker in een tijd waarin al zo veel mensen zich afkeren van de politiek. (zucht) Rechts wordt slapend rijk.
Bio Ciska Hoet
1984: geboren in Antwerpen
2005-2009: kandidaat in de wijsbegeerte, bachelor in de taal- en letterkunde, master in de theater- en filmwetenschap (UAntwerpen)
2013-2016: journalist bij DeWereldMorgen.be
2016-2022: kernredacteur bij podiumkunstentijdschrift Etcetera
2016-vandaag: directeur van RoSa, kenniscentrum voor gender en feminisme in Brussel. Codirectie met Bieke Purnelle
2017-vandaag: freelance cultuurjournalist bij De Morgen
2019-vandaag: voorzitter van Globe Aroma, de Brusselse artistieke werkplaats voor kunstenaars met een achtergrond als nieuwkomer