Circusartiest Hendrik Van Maele: ‘Ik wil niet alleen maar een supermens zijn’
Hendrik Van Maele stelt 13 Harbinger Road voor tijdens het Rotterdamse festival Circusstad en het Leuvense circusfestival CIRKL.
Door zijn verslaving aan Breaking Bad, de serie over scheikundeleraar Walter White, wilde Hendrik Van Maele chemicus worden. Maar de lokroep van de Academy of Circus and Performance Arts in Tilburg bleek te sterk. Sinds hij in 2017 afstudeerde als acrobaat kiest hij resoluut voor circus met een dansante twist. Zulk circus zet minder in op de met tent en dier rondtrekkende supermens die vijf salto mortale‘s na elkaar maakt, maar focust op de fragiele mens die duurzaam omgaat met lijf, leden en de wereld.
Waarom is het circus uw thuis?
Hendrik Van Maele: Mijn tante werkt bij de Leuvense circusschool Cirkus in Beweging. Mijn ouders namen me als vierjarige mee voor een cursus ‘circomotoriek’. Is dat jongleren met je kind? Net niet. (lacht) We kropen over de vloer, leerden trucjes. Het was niet de bedoeling om zo veel mogelijk trucs te leren maar om mensen via de trucjes te verbinden en meer zelfvertrouwen te geven. Dat is de sociale kracht van circus. Door trucjes te leren, te falen en te proberen tot het lukt, groeit ook je zelfvertrouwen. Ik sleet mijn jeugd op die school.
Ik probeer de blik van het publiek te verleggen naar het moment net vóór je excelleert.
Welke ‘kunstjes’ toont u in 13 Harbinger Road?
Van Maele: Het moment net voor je je truc doet. ‘ Harbinger’ betekent ‘voorbode’ in het Engels. Ik sta met twee acrobates, een houten bal van zes kilogram en een houten stok op het podium. Dat podium oogt als een witte snelweg met zwarte wegmarkeringen. Je mag er een levensweg in zien maar dat hoeft niet. We tonen het gooien en vangen van de bal, de stok of elkaar op onspectaculaire wijze, maar daarom niet minder technisch of complex. In een scène, bijvoorbeeld, bouwen we de spanning naar het gooien van de bal zo lang mogelijk op door alle bewegingen tot aan de worp, in slow motion te tonen.
Hoe bedenkt u zoiets?
Van Maele: De show is het tweede deel van een drieluik dat ik bij het Nederlandse productiehuis TENT maak. Eerst maakte ik er Ways of Being Ready met mijn jeugdvriend en mimeacteur Elliot Dehaspe. We speelden scènes waarin we klaar zijn voor wat komen kan. Voorbeeld: in een scène zitten we tegenover elkaar op een stoel. Tot de stoelen plots worden weggetrokken. Wij leggen de aandacht niet bij het moment waarop de stoel wegschiet en je allerlei acrobatentoeren uithaalt om overeind te blijven maar op het moment net voor de stoel wegschiet en je vol spanning in elkaars ogen kijkt. In 13 Harbinger Road werk ik daarop verder: focussen op het moment net vóór het spectaculaire. Zo wordt circus bijna dans.
En een statement.
Van Maele: Ja. In een wereld waarin we allemaal supermensen moeten zijn die zo veel mogelijk uren zo hard mogelijk werken, wil ik circus maken waarin de supermens niet meer opgehemeld wordt.
Geen salto mortale’s meer voor u?
Van Maele: Toch wel, maar ik wil niet enkel dát laten zien. Vroeger moesten circusmensen uitblinken in een discipline. Bij acrobatie betekende dat je lichaam ‘uitbuiten’ en obsessief een oefening herhalen. Nam je die discipline weg, dan stonden die mensen verloren op het toneel. Ik wil niet alleen maar een supergoed getrainde acrobaat zijn. Dus probeer ik de blik van het publiek te verleggen naar het moment net vóór je excelleert. Ik toon niet de handstand maar zet een licht op twee handen die zich klaarmaken voor die handstand.
13 Harbinger Road van Hendrik Van Maele speelt op 4 en 5 mei tijdens Circusstad in Rotterdam en op 14 en 15 mei tijdens het Leuvense circusfestival CIRKL.