Chris Van den Abeele: ‘Ik ben goed in vriendschap, maar in de liefde ben ik een brokkenpiloot’
Drie depressies, een burn-out, de zelfmoord van zijn moeder. De geest van nachtelijk radionieuwslezer Chris Van den Abeele heeft enige craquelures. Toch blijft hij gulzig in het leven staan. ‘Ik wil niet braafjes in de pas lopen.’
Op het einde van onze wandeling door de Kalmthoutse heide komt ons gesprek op de tv-serie The Sopranos, een gedeelde liefde. Op mijn vraag met welk personage Chris Van Den Abeele zich het meest vereenzelvigt, antwoordt hij: ‘Met Tony, vrees ik. Ik herken veel van mezelf in hem. Zijn machismo en tegelijk ook zijn breekbaarheid. Zijn moeilijke relatie met vrouwen, met zijn moeder en zijn zus vooral. Zijn band met zijn kinderen en zijn bezoeken aan dokter Melfi, zijn psychiater.’
Van den Abeele was lang op televisie te zien, onder meer in De zevende dag. Na een burn-out koos hij in 2011 voor een trager, stiller leven. Sindsdien presenteert hij ’s nachts het radionieuws. Zijn ongewone stijl is onmiddellijk herkenbaar: hij leest de nieuwsberichten voor als waren het cursiefjes. ‘ Dat was wat nieuws‘ is zijn handelszinnetje.
Toen ik vijftien was, heeft mijn moeder zelfmoord gepleegd. Het zal hard klinken, maar het was een bevrijding.
In de stap van Van den Abeele zit een knikje. ‘Mijn knie is kapot’, zegt hij. ‘Ik ben aan zestien marathons begonnen en ik heb ze allemaal uitgelopen. Mijn lichamelijke benzinetank regelen, ik vind dat zalig. Maar na al die jaren zou ik een nieuwe knie moeten krijgen, en ik ben er ook gewoon te dik en te oud voor geworden. Fietsen is in de plaats gekomen. Ik rijd om en bij de 10.000 kilometer per jaar.’
‘Chris is op zijn best als hij met zijn neus in de wind op kop kan rijden’, vertelde een van uw fietsvrienden me.
Chris Van den Abeele:Zeker in Zeeland, hier vlakbij. Ik rijd er dikwijls tientallen kilometers langs het water, met mijn blik op de horizon en de wind in mijn oren. Dat is voor mij puur genot, wat de weersomstandigheden ook zijn.
Ik zweet geweldig graag. Vroeger ging ik vaak naar de sauna, nu zweet ik op de fiets. We gaan er niet te mystiek over doen, maar zweten heeft voor mij een reinigingsfunctie. In de zon een berg op fietsen, de druppels van je voorhoofd voelen plenzen, de aders op je armen zien blinken, tot je in een trance raakt: fietsen is mijn meditatie.
Uw fietsvriend zei ook dat hij onlangs een sms van u kreeg: ‘Net een ritje met een gemiddelde snelheid van 35 kilometer per uur achter de rug met Mathieu Van der Poel in mijn wiel.’
Van den Abeele:Mathieu woont in de buurt en af en toe rijdt hij mee met de club waar ik lid van ben. (zwijgt) Er schuilt zeker een macho en een competitiebeest in mij, dat klopt. Het eerste wat ik na elke rit doe, is kijken naar mijn moyenne. En ik zet ook alles op Strava (app waar via gps sportprestaties kunnen worden bijgehouden, nvdr.), zelfs een ritje naar de bakker. Zo veel mogelijk kilometers per jaar rijden, voor mij is dat belangrijk. Ik ben een streber, maar dat is helemaal niet erg. Door strebers gaat de wereld erop vooruit.
Hoe verzorgt u uw mentale hygiëne?
Van den Abeele:Ik plan veel lege dagen in, waarop ik van mezelf niets hoef te doen. Al zijn die moeilijk af te dwingen. Mensen verstaan je precies niet zo goed als je zegt dat je een dag niets zult doen. Het zegt veel over onze westerse maatschappij: we zijn planners en we willen de hele tijd van alles omhanden hebben. Ik heb er iets op gevonden: ik zeg nu dat ik in het buitenland zit. Dan laten ze me wel met rust. Elke week zit ik minstens een dag in het buitenland. (lacht)
Ik heb ook flink geknipt in mijn gebruik van sociale media en binnenkort ga ik voor het eerst op een cursus mindfulness, met mijn zoon, die uit een moeilijke periode komt. En wat ook essentieel is voor mijn mentale hygiëne – het zal raar klinken -, is opruimen. Onlangs heb ik duizenden boeken naar de kringloopwinkel gebracht. Een kast opruimen, zo fijn.
Niet zo lang geleden hebt u uw werkritme aangepast: geen nachten meer, alleen nog avonden.
Van den Abeele:Het vat was op, ik had slaapproblemen. Ik kwam thuis om vijf uur ’s ochtends en normaal gesproken sliep ik dan tot een uur of elf, twaalf. Maar ineens lukte dat niet meer, na twee uur in mijn bed werd ik telkens weer wakker. Ik werd er zwaarmoedig van. ‘Chris, jongen,’ zei mijn dokter, ‘op jouw leeftijd, stop daar maar mee.’ Nu ben ik om één uur thuis en dat is veel beter, al heb ik nog altijd minstens een uur nodig voor ik in slaap val.
Het legt nog maar eens de gigantische impact bloot van prikkels op onze hersenen. Zoals we nu naar roken kijken, zullen we over een of twee generaties naar onze omgang met computers, tablets en smartphones kijken. We hechten ook nog altijd veel te veel belang aan hard werken. We hollen onszelf voorbij. Al hoor ik op de VRT toch steeds meer jonge mensen zeggen dat ze om zes uur willen stoppen omdat ze nog naar de bioscoop willen met hun lief. Top vind ik dat. Ik durfde dat vroeger niet, wij waren macho’s, we werkten om ter hardst. Heel dom, achteraf bekeken.
Af en toe wordt u op de vingers getikt. Deze zomer opnieuw, na een kwinkslag in een van uw nieuwsberichten. Hebt u een rebellenhart?
Van den Abeele:Diep in mij schuilt er een rebel, ja. Ik ben lang gefascineerd geweest door het anarchisme als politieke stroming, en door de bevrijdende kracht van nonsense, van gecultiveerde zever zoals Het leugenpaleis. Non-conformistische figuren inspireren me, mensen die wel meedraaien in het systeem maar het van binnenuit proberen te veranderen. Die rol wil ik zelf ook spelen, op mijn bescheiden niveau. Ik wil niet braafjes in de pas lopen. Daar heeft mijn jeugd in het brave, katholieke Eeklo ongetwijfeld mee te maken.
Hebt u uw ego in de hand?
Van den Abeele:Ik heb een groot ego, laat dat duidelijk zijn. Als ik een compliment krijg, voel ik me het manneke. Maar juist daarom word ik graag ouder: ik kan mezelf steeds beter relativeren. Uiteindelijk zijn we allemaal sukkelaars onder elkaar. Veel mensen overschatten zichzelf grandioos. Ik neem mezelf niet al te serieus. Ik ben een zondagsschilder, ik werk niet om in de galerie te hangen.
De voorbije jaren hebt u een soort cultstatus verworven.
Van den Abeele:Ik wil niet doen alsof het mij onverschillig laat, maar ik wil toch vooral een gezel zijn, de luisteraars ontroeren, hen gezelschap houden. Het valt me op hoe blij mensen zijn met iemand die uit de pas loopt, iemand die er wat lichtheid, wat zuurstof in brengt. Meer ambities heb ik niet.
Mensen die u kennen omschrijven u als ‘een geïnteresseerde stijfkop’.
Van den Abeele:Een oud-lief heeft ooit tegen mij gezegd: ‘Chris, de nulmeridiaan loopt niet door jouw reet.’ Ik praat en discussieer graag met vrienden, maar als puntje bij paaltje komt, verander ik niet snel van mening. Ik heb weinig last van principes, maar enige starheid is me ook niet vreemd.
Godfried Bomans schreef ooit: ‘Voor vriendschap is de tijd een bondgenoot, voor liefde een gevaar.’
Van den Abeele:Heel mooi. (denkt na) Ik ben goed in vriendschap, maar in de liefde ben ik een brokkenpiloot.
Non-conformistische figuren inspireren me, mensen die wel meedraaien in het systeem maar het van binnenuit proberen te veranderen.
In het boek Zelfmoord in Vlaanderen van uw collega Bart Schols noemde u zichzelf ‘een relatieonbekwame mens’.
Van den Abeele:Dat heeft te maken met mijn moeder, die zelfmoord pleegde toen ik vijftien was. Ik wil me er niet achter verschuilen, dat zou te makkelijk zijn, maar het verklaart wel veel.
Vorig jaar ben ik weggegaan bij mijn vrouw, de moeder van mijn kinderen. En ook al ben ik voor de volle honderd procent verantwoordelijk voor die breuk, ik schrijf het nog altijd toe aan wat er veertig jaar geleden met mijn moeder gebeurd is. Het is heel dubbel: ik ben voortdurend op zoek naar liefde, maar zodra iemand me graag ziet, vertrouw ik haar liefde niet.
Mijn oervrouw is er nooit geweest, de persoon bij wie je als eerste leert te vertrouwen dat iemand je graag ziet. Die veilige geborgenheid heb ik gewoon niet meegekregen. Mijn moeder was er nooit. Of ze zat in een instelling, of ze was emotioneel niet in staat om voor mijn zus en mij te zorgen. Ik heb haar alleen als zombie gezien.
Ze hoorde stemmen in haar hoofd?
Van den Abeele:Ja, en die heb ik later zelf ook gehoord, maar ik kon het duiden als een depressie. In de katholieke tijd waarin mijn moeder leefde, was ze zogezegd bezeten door de duivel. Ze heeft elektroshocks gekregen en ze kon haar depressieve gedachten niet uiten. Als ze er al over durfde te praten, kreeg ze de reactie: ‘Maar zet die gedachten dan toch gewoon uit je kop!’
Toen ik vijftien was, heeft ze zelfmoord gepleegd. Het zal hard klinken, maar het was een bevrijding. Ik was geweldig opgelucht, maar dat mocht ik natuurlijk niet aan de buitenwereld tonen. Ik werd verondersteld te rouwen.
En uw vader?
Van den Abeele:Ik heb er met hem nooit over gepraat. Het idee alleen al… De hele familie heb ik opgezocht, om mijn moeder beter te begrijpen, maar met mijn vader over mijn moeder praten vond ik te intiem. Het was een liefdevolle man, tot mijn dertigste was hij mijn god, maar hij was ook wat egocentrisch. Dat maakte het er niet makkelijker op. Een paar jaar geleden is hij gestorven. Ik heb er nog altijd spijt van dat ik hem zelfs op zijn sterfbed niet heb durven te bedanken voor alles was hij voor mij gedaan heeft.
Ook met mijn zus heb ik nog nooit over de zelfmoord van ons moeder gepraat. Heel sporadisch eens, maar ik verkramp telkens tot en met.
U hebt drie depressies gehad. Vreest u dat de donkere gedachten op een dag zullen terugkomen?
Van den Abeele:Ja, want die kans is reëel. Maar ik heb een groot vertrouwen in de wetenschap, die razendsnel evolueert. Medicijnen, psychotherapie: ik heb veel aan de huidige maatschappij te danken. Ik wil het ook niet te speciaal vinden, ik ben bang om ermee te koketteren. Leed is subjectief. Tandpijn kan ook erg zijn.
Om mijn kinderen ben ik meer bezorgd. Vooral om mijn zoon, die duidelijk dezelfde genetische bagage heeft als ik. Maar ik heb veel vertrouwen in hem en de maatschappij. Als je dan toch een stemmingsstoornis hebt, kun je ze maar beter nu hebben. In vergelijking met de tijd waarin mijn moeder leefde, hebben we op dat vlak een kwantumsprong gemaakt.
Op uw zesentwintigste hebt u een pact met uzelf gesloten: u zult niet de hand aan uzelf slaan.
Van den Abeele:Ik wil niet dat mijn vrouw en kinderen hetzelfde meemaken als ik. Over mijn angsten en depressies kan ik open met hen praten, daar ben ik hen heel dankbaar voor. We weten van elkaar: gevoelens uiten is veilig. Maar zelfmoordgedachten zijn een deel van mijn persoonlijkheid. Er gaat geen dag voorbij zonder zelfmoordgedachten, al zie ik er niet langer van af. Ze passeren gewoon.
Ik neem mezelf niet al te serieus. Ik ben een zondagsschilder, ik werk niet om in de galerie te hangen.
De voorbije jaren ben ik tijdens mijn werk drie keer compleet van mijn melk geweest. Bij de overlijdens van Lou Reed en James Gandolfini, maar vooral bij de zelfmoord van Joost Zwagerman. Net als ik had hij een pact met zichzelf en zijn zoon gesloten. Hij zou het niet doen. De dag erna ben ik direct naar mijn psychiater gereden. ‘Een dijkbreuk hoort nu eenmaal bij het concept van een dijk’, zei die. ‘Blijf je eigen dijk vooral versterken, blijf zeggen dat je het niet zult doen.’ Dat heeft me gerustgesteld.
U drinkt veel. Waarom?
Van den Abeele: (denkt na) Toen ik nog zo hard werkte, was het een manier om mijn gedachten stil te zetten. Nu zie ik het als een beloning voor mezelf, na een dag op het werk. Het idee om volledig te stoppen met drinken schrikt me af. Mijn psychiater zegt altijd dat als ik wil blijven drinken, ik veel minder moet drinken. Alcohol is een depressivum, zegt hij ook. Ik neem antidepressiva, maar toch blijf ik drinken: het is een demon, ik besef het goed. Vooral ’s avonds komt er een donkere gulzigheid in mij naar boven. Vroeger had ik hetzelfde met vlees: mijn vrouw borg de charcuterie op in een kistje in de koelkast, en ze verstopte de sleutel. Tegenwoordig eet ik al veel minder vlees, gelukkig maar.
Ook uw honger naar schoonheid is groot. Waar krijgt u kippenvel van?
Van den Abeele:Van muziek: The Beatles en Bach zijn mijn goden. En van teksten uit het hoofd voordragen, bijna zoals gebeden. Als ik ’s nachts op de E19 naar huis rijd, zeg ik dikwijls The Raven van Edgard Allan Poe op. Of Bad Guy van Eminem, zo’n krachtig nummer. ( begint te rappen) Perfect time to have some remorse to show for your sin/ No, it’s hopeless, I’m the denial that you’re hopelessly in/ When they say all of this is approaching its end/ But you refuse to believe that it’s over, here we go all over again.
Wie vragen heeft rond zelfdoding kan terecht op de crisislijn 1813 en de website www.zelfmoord1813.be. p>
Chris Van den Abeele h2>
– 1964: geboren in Eeklo, woont in Kalmthout p>
– Studie politieke wetenschappen (UGent) p>
– 1994: begint bij VRT. Werkt mee aan Terzake, Panorama, Extra Time, De zevende dag en De ochtend. Later nachtelijk en avondlijk nieuwslezer p>
– Zit de raad van bestuur van vzw Het Ventiel, die werkt rond jongdementie p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier