Child Focus: ‘Vooral Afghaanse en Marokkaanse jongens verdwijnen van de radar’
In 2023 registreerde Child Focus 332 verdwijningsdossiers van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. ‘Zes op de tien van die jongeren is afkomstig uit Afghanistan, Marokko of Eritrea’, zegt beleidsmedewerker Sofia Mahjoub. ‘We kunnen en moeten meer doen om hen terug te vinden.’
De felle stijging in verdwijningsdossiers waarover De Morgen woensdag berichtte, springt meteen in het oog: in 2022 registreerde Child Focus 136 verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, in 2023 ging het om 332 cases.
Bijna drie keer zoveel verdwijningen in een jaar tijd: hoe verklaart Child Focus die sprong?
Sofia Mahjoub: Het gaat om meldingen die bij ons binnenlopen. Het is duidelijk dat onze partners sneller de weg vinden naar Child Focus om zulke verdwijningen te signaleren. In de eerste plaats zien we een heel grote stijging bij de opvangcentra zelf, gevolgd door meldingen afkomstig van de politie en vervolgens de Dienst Voogdij van Justitie. Ook kleinere vzw’s die kinderen en jongeren opvangen weten ons sneller te vinden. Dat is mede dankzij een operationeel draaiboek dat we vorig jaar samen met Fedasil en het kabinet van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) hebben uitgewerkt. In het draaiboek staat duidelijk dat hulpverleners bij Child Focus terechtkunnen om verdwijningen te melden. En dat werkt.
Wie zijn precies die 332 jongeren die van de radar verdwenen?
Mahjoub: Eerste vaststelling: in 90 procent van de gevallen gaat het om jongens –niet onlogisch aangezien er ook meer jongens op de vlucht slaan. Als we dan de herkomstlanden bekijken, valt op dat zes op de tien jongeren afkomstig is uit drie landen: Afghanistan (26%), Marokko (21%) en Eritrea (10%). Vervolgens heb je nog een hele reeks andere herkomstlanden in Afrika en het Midden-Oosten, zoals Tunesië, Algerije en Syrië. Dat Afghanistan en Marokko eruitspringen, komt deels door de instroom: doordat veel jongeren uit die landen afkomstig zijn, is het ook logisch dat de verdwijningscijfers bij hen hoger liggen. Komt daarbij dat kinderen uit die landen in België eigenlijk weinig perspectief hebben. Ze maken weinig kans op asiel. Gevolg is dat sommigen er dan maar voor kiezen om in de illegaliteit te verdwijnen. Kinderen die weinig kans hebben om asiel te verkrijgen, lopen een groter risico te verdwijnen.
De motivatie om verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen op te lossen is vaak veel lager dan bij verdwijningen van Belgische kinderen.
Sofia Mahjoub, Child Focus
Hoe oud zijn de verdwenen jongeren?
Mahjoub: De meeste verdwijningsdossiers (158) gaan over 16-18-jarigen. Maar we registreerden ook 74 cases van 13-15-jarigen. En in 24 gevallen gaat het zelfs over kinderen jonger dan dertien jaar. We zien al sinds enkele jaren de trend dat verdwenen niet-begeleide minderjarige vreemdelingen steeds jonger zijn. Dat gaat dan bijvoorbeeld over kinderen die in Brussel op straat leven, vooral van Maghrebijnse afkomst. Ze hoppen door verschillende Europese steden en leven vaak in zeer precaire omstandigheden. Soms zijn ze slachtoffer van economische of seksuele uitbuiting, of worden ze door volwassenen ingezet om diefstallen te plegen. Elfjarigen die in Brussel op straat leven, zijn helaas géén uitzondering.
Weet Child Focus wat er gebeurd is met die 332 jongeren?
Mahjoub: Een veertigtal is uit eigen beweging teruggekeerd naar het opvangcentrum. We zien dus typisch een aantal weglopers die verschillende keren uit de voorzieningen verdwijnen maar dan ook weer terugkeren. Vervolgens heb je kinderen die hier wel geregistreerd zijn, maar die eigenlijk sowieso van plan waren door te reizen naar een ander land. Het idee leeft nog altijd dat het Verenigd Koninkrijk het beloofde land is. Vaak reizen ze verder met de hulp van mensensmokkelaars, die soms meer impact hebben op zulke kinderen dan begeleiders van een opvangcentrum. Vertrouwen is héél belangrijk. Het is niet toevallig dat er minder verdwijningen gebeuren uit de kleinschalige opvang, omdat zij meer middelen en begeleiders per kind hebben – en dus kunnen inzetten op vertrouwen opbouwen. En ten slotte heb je nog de groep waarover wij ons eigenlijk de meeste zorgen maken. Dat is de groep kinderen van wie niemand eigenlijk goed weet waar ze belanden of wat hun situatie is. Daar hebben ook wij het gissen naar. Of ze in de greep van mensenhandelaars belanden? De magistraat mensenhandel wordt enkel betrokken in verdwijningsdossiers wanneer het echt flagrant is.
Soms worden de kinderen slachtoffer van economische of seksuele uitbuiting, of worden ze door volwassenen ingezet om diefstallen te plegen.
Sofia Mahjoub, Child Focus
Kan België meer doen om de verdwenen niet-begeleide minderjarige vreemdelingen op te sporen?
Mahjoub: We kunnen én moeten meer doen om hen terug te vinden. Dankzij het draaiboek van Fedasil krijgen we alvast méér meldingen binnen, dat is goed. Maar de vraag is hoe het daarna verder gaat. De motivatie om verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen op te lossen, is vaak veel lager dan bij verdwijningen van Belgische kinderen. Hoe komt dat? Deels omdat zo’n niet begeleide minderjarige vaak weinig context heeft. En wat doet de politie wanneer een kind verdwijnt? Die gaat kijken naar de context. Hoe vaak gaat het kind naar school, wie zijn de vrienden, wat staat er op de computer, wat zeggen de ouders? Bij niet-begeleide minderjarigen is dat heel moeilijk. En dus moet je allemaal puzzelstukjes gaan samenbrengen om de situatie rond dat kind te begrijpen. Die puzzel kun je enkel leggen door informatie uit te wisselen. Maar dat blijkt niet zo evident.
Hoezo?
Mahjoub: Voor een stuk speelt daar de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) een rol. We zien in onze dagelijkse werking dat het door GDPR moeilijker is om informatie te uit te wisselen. Zo zit je al snel in een doodlopende straat. We bekijken met de overheid hoe we dat probleem kunnen oplossen. Maar daarnaast speelt er nog iets. Heel wat verschillende instanties zijn bevoegd voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. En we zien vaak dat de verantwoordelijkheid een beetje wordt doorgeschoven naar elkaar. Voor verdwijningen zijn de parketten bevoegd, de dienst Voogdij (die voogden toewijst aan niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, nvdr) valt onder Justitie, Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken vallen onder Asiel en Migratie, de politie onder Binnenlandse Zaken. En dan heb je nog opvangvoorzieningen die een bevoegdheid zijn van de gemeenschappen. Er zijn zodanig veel partners dat het een kluwen is. En ieder heeft zijn eigen, kleine stukje van de puzzel.
Er was toch een taskforce om al die spelers samen te brengen?
Mahjoub: Die komt al een hele tijd niet meer samen. Wij als Child Focus zaten daar eigenlijk bij als een vreemde eend in de bijt, aangezien de andere partners rond de tafel vooral administraties en overheidsinstanties waren. En die hielden zich heel fel vast aan interne richtlijnen en directieven. Gevolg: we merkten dat de officiële samenwerking niet echt vlotte. Net daarom is er een draaiboek gekomen, om toch alvast praktische handvatten te geven aan de eerstelijnsmensen die met de jongeren in contact komen. Maar eigenlijk zou een duidelijke samenwerkingsovereenkomst tussen alle partners een minimale basis moeten zijn. Want in de dagelijkse praktijk verloopt de uitwisseling van puzzelstukjes zeer stroef. Iedereen zou uit zijn rol of verantwoordelijkheid moeten durven te stappen, in het belang van het kind. In plaats van hokjesdenken zouden we meer out of de box moeten denken om die verdwijningen echt op te lossen.
Staatssecretaris De Moor: ‘Afghaanse jongeren maken minder kans op erkenning’
‘Elke verdwijning is er een te veel’, zegt staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V). ‘Precies daarom is vorig jaar een draaiboek ontwikkeld voor alle betrokken diensten – van politie over opvangcentra tot jeugdwerkers. De eerste doelstelling is maximaal voorkomen dat minderjarigen van de radar verdwijnen. Elke medewerker weet welke schakel hij of zij is om een verdwijning te voorkomen.’
‘Wanneer een verdwijning wordt vastgesteld, wordt dat meteen gemeld in de politiezone waar het gebeurde. Voor elk van de betrokken diensten legt het draaiboek precies uit wat zij moeten doen. Snel handelen is belangrijk. Het draaiboek voorziet ook om Child Focus te contacteren, zeker in het geval van een onrustwekkende verdwijning. Mogelijk speelt dat ook mee in de hogere rapportering bij Child Focus.’
‘Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen worden actief aangemoedigd om opvang te kiezen. Dáár zijn ze veilig en er is begeleiding. Een aanzienlijk deel van de jongeren die verdwijnen uit de opvang heeft de Afghaanse nationaliteit. Door de gewijzigde veiligheidssituatie in Afghanistan maken zij minder kans op erkenning. Sommige jongeren die een negatieve beslissing ontvingen, beslissen om hun weg verder te zetten – ook al wordt geprobeerd om hen in de opvangcentra te houden zolang zij minderjarig zijn.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier