Child Focus en politie: ‘Beelden van kindermisbruik worden alleen maar extremer’
Steeds harder, steeds jonger. Beelden van kindermisbruik worden alleen maar extremer, zegt zowel Child Focus als de politie.
In het onderzoek naar het bezit en de verspreiding van kinderporno waarbij ook radiomaker Sven Pichal betrokken is, wordt gewag gemaakt van ‘harde, extreme beelden’. Daar kijken gespecialiseerde speurders niet van op. ‘Wij merken dat beelden die we onderscheppen steeds extremer worden’, zegt Yves Goethals, hoofd van de cel kindermisbruik van de federale politie. ‘Extremer als het gaat over de handelingen, maar ook extremer als we kijken naar leeftijd.’
Cijfers van het internationale politienetwerk Interpol zijn bijzonder confronterend. De organisatie onderzocht circa 40 miljoen beelden van kindermisbruik. Op meer dan 90 procent van die beelden zijn de kinderen jonger dan dertien. In 40 procent van de gevallen gaat het over baby’s of peuters.
De schaal waarop die beelden worden verspreid is al even schrikbarend. Het Amerikaanse NCMEC (National Center for Missing & Exploited Children) ontving vorig jaar 32 miljoen meldingen. Die meldingen kwamen voor het grootste deel van Facebook, Instagram, Google en WhatsApp, de grote Amerikaanse internetbedrijven die een meldingsplicht hebben. Het NCMEC schat dat er wereldwijd dagelijks 19 miljoen beelden worden uitgewisseld onder gebruikers van peer-to-peer-platformen en sociale netwerken.
Grooming
Waar komen die gigantische hoeveelheden dan vandaan? En hoe worden ze geproduceerd? ‘In sommige gevallen zit er, net als bij drugs- of wapenhandel, een commercieel misdaadnetwerk achter’, vertelt Goethals. ‘Die netwerken beschikken soms zelfs over een studio. Daar worden dan beelden gemaakt van verkrachtingen van minderjarigen, die vervolgens voor veel geld worden verkocht. Soms dienen ze ook om toegang te krijgen tot bepaalde websites van het dark web. Maar die vorm van kindermisbruik is zeker niet de meest voorkomende.’
Beelden van kindermisbruik komen volgens experts steeds vaker tot stand via grooming of het online lokken van minderjarigen. ‘We hebben het dan over volwassenen die, al dan niet onder een valse naam, aan minderjarigen vragen om naaktbeelden te maken’, zegt Niels Van Paemel, beleidsmedewerker van Child Focus. ‘Dat type zelfgemaakte misbruikbeelden circuleert steeds meer en de slachtoffers worden alleen maar jonger.’
De verklaring ligt voor de hand. ‘Kinderen zijn steeds jonger wanneer ze zich voor het eerst online begeven. Dan wordt het voor plegers makkelijk om ze te isoleren en met hen in gesprek te gaan. Iemand doet zich als iemand anders voor, bouwt een vertrouwensband op, maakt dat gesprek na een tijd seksueel getint en probeert aan beeldmateriaal te komen.’
Het fysieke seksueel misbruik bij kinderen gebeurt in de meeste gevallen door een bekende, dus door een vriend aan huis of door een familielid.
Van Paemel maakt een onderscheid tussen twee types. ‘Er zijn groomers die uit zijn op fysiek seksueel misbruik van een kind. Die kunnen natuurlijk niet zo makkelijk liegen over hun leeftijd. En er zijn groomers die beelden willen verzamelen om hun collectie te vergroten. Zij gooien lijntjes uit naar verschillende kinderen en kunnen zich wel voordoen als een leeftijdsgenootje om kinderen om de tuin leiden.’
Omdat de slachtoffers steeds jonger worden, zijn ze ook minder goed in staat om de (seksuele) intenties van de groomer te doorgronden. ‘Ook volwassenen zijn daar soms naïef in’, zegt Van Paemel. ‘Denk aan de drie BV’s die gegroomd werden door “Eveline”. Kinderen zijn over het algemeen makkelijker te manipuleren. Bovendien spelen groomers vaak in op de kwetsbaarheden van een kind. Het is vandaag erg makkelijk om op zoek te gaan naar kwetsbare kinderen: die hebben vaak een publiek profiel op sociale media en gooien zelf een cry for help online. Maar het laatste wat we mogen doen, is zeggen dat kinderen maar niet zo dom hadden moeten zijn, of denken dat het jouw kind niet kan overkomen.’
(Lees verder onder de preview)
Sextortion
Beelden van kindermisbruik komen uiteraard nog op andere manieren tot stand. Zo is er het fenomeen ‘sextortion’. ‘Anders dan bij grooming worden beelden hier verkregen door afpersing’, legt Van Paemel uit. ‘Het vindt vaak plaats in de context van de school. “Ik heb een foto van je borsten gezien. Als je me niet meer beelden geeft, zal ik die delen met je ouders” – om maar een voorbeeld te geven.
Die afpersing zou in principe alleen kunnen plaatsvinden als daders al een beeld hebben. Maar er bestaat ook de sextortion scam waarbij je een mail krijgt met de boodschap dat ze je wachtwoord hebben bemachtigd via een datalek. De afpersers beweren dat ze je webcam hebben aangezet en zo beelden gemaakt hebben. Ze dreigen er dan mee om die beelden te delen als je niet betaalt.’
Een laatste belangrijke bron van beelden is ‘sexting’, een praktijk die op zich niet strafbaar is. ‘Als twee seksueel meerderjarigen (16 jaar in België, nvdr) beelden uitwisselen is er op zich geen probleem’, zegt Van Paemel. ‘Het probleem ontstaat pas als die beelden worden gehackt, en plots opduiken in bepaalde netwerken met volwassenen met minder goede bedoelingen. Of als iemand die beelden lekt en ze gaan naar een van de zovele Telegramgroepen waar aan trading wordt gedaan van beelden van jonge meisjes – trouwens ook door minderjarigen zelf. Op dat moment wordt een beeld dat initieel niet strafbaar is een misbruikbeeld.’
Misbruikers, zo verduidelijkt Van Paemel nog, beantwoorden maar zelden aan het cliché van de oude, eenzame pervert. ‘Het fysieke seksueel misbruik bij kinderen gebeurt in de meeste gevallen door een bekende, dus door een vriend aan huis of door een familielid. En als het toch over groomers gaat buiten die kringen, dan zijn dat zeker niet altijd oude mannen. Het zijn net die jongere groomers die door de mazen van het net glippen.’
Bovendien is niet elke kindermisbruiker per definitie iemand met een pedofiele voorkeur. ‘Een pedofiele voorkeur is ook niet iets wat zich plots ontwikkelt zodra je een oude papzak bent geworden’, aldus Van Paemel. ‘Dat zijn kinderen die als ze kind zijn liefjes hebben van hun leeftijd, en die als ze ouder worden plots beseffen: “Oei, de personen op wie ik val, blijven jong.” Er zijn studenten van negentien met een pedofiele voorkeur. En dus ook jonge dertigers, veertigers, en ga zo maar door. Het kunnen zowel mannen als vrouwen zijn.’
Schandalig
Hoe kun je kinderen tegen misbruik wapenen? Veel begint volgens Van Paemel bij open gesprekken en voorlichting. ‘We moeten met hen praten over online seksualiteitsbeleving. Alleen is dat wel uit de minimumdoelen van het lager en het secundair onderwijs gehaald. Er wordt amper over gepraat op school. En dat is schandalig als je bedenkt dat jongeren op steeds jongere leeftijd al online zijn. Wij openen dossiers van tienjarigen waarbij het misloopt met beelden uitwisselen. Het is te makkelijk om te zeggen dat die kinderen naïef zijn. Natuurlijk zijn ze naïef, want we helpen ze niet op weg. We laten het over aan hun ouders.’
Die ouders hebben uiteraard ook zelf een verantwoordelijkheid. ‘Ze moeten het goede voorbeeld geven over hoe je omgaat met je data en je privacy, en over beelden van onze kinderen delen. Maar het gaat ook verder. De kans is groot dat ouders zelf al eens intieme beelden hebben gedeeld die heel duidelijk tot de privésfeer horen. Denk aan die drie eerder genoemde BV’s. Hoeveel mensen hebben die beelden in hun WhatsApp gekregen en doorgestuurd? De grens is veel dunner dan we denken.’