Celstraf voor minderjarigen lost op termijn niets op

Vijftien jaar nadat jongeren als volwassenen berecht zijn, lopen de meesten onder hen nog steeds veroordelingen op – vaak voor feiten met geweld. Dat blijkt uit een doctoraatsonderzoek van Yana Jaspers (VUB), waarover De Standaard maandag schrijft.

Jaspers voerde diepte-interviews uit met zeventien van de 210 minderjarigen die tussen 1999 en 2001 uit handen werden gegeven en dus door de ernst van de feiten als volwassenen werden berecht. Ze wilde een antwoord krijgen op de vraag wat de impact van de uithandengeving was.

Het plaatje is niet rooskleurig. Bijna alle jongeren liepen tussen de één en 33 nieuwe veroordelingen op, gemiddeld negen per persoon. In 2014 bleek de helft in de drie jaar daarvoor nog veroordeeld te zijn. In een op de vijf gevallen ging het om verkeersgerelateerde feiten, in een op de drie om diefstal. Vaak maakte geweld deel uit van de feiten. Door de uithandengeving kreeg 17 procent een effectieve gevangenisstraf. Maar in 2016 had bijna iedereen er een celstraf op zitten en zat een kwart van de jongeren die ooit uit handen waren gegeven, nog altijd in de gevangenis. Een derde was net vrijgelaten.

De jongeren van toen, die nu gemiddeld 33 jaar zijn, zaten drie tot zes keer in de gevangenis. Volgens Jaspers heeft uithandengeving dus niet het beoogde effect. ‘Het strafrechtelijke doel is om de jongeren voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen, maar in de gevangenis hebben ze net geen verantwoordelijkheid en nauwelijks beslissingsmacht. Ze hebben zo weinig kansen op autonomie en ontwikkeling dat ze er niet in slagen om zich te integreren in de samenleving als ze buiten komen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content