Cassatie vernietigt arrest: nieuw proces over export van isopropanol naar Syrië
In juni 2020 veroordeelde het Antwerpse hof van beroep drie Vlaamse bedrijven en hun twee zaakvoerders omdat ze chemische producten naar Syrië hadden uitgevoerd zonder exportvergunning. Maar het Hof van Cassatie heeft die veroordeling verbroken, vernam Knack. Het proces moet overgedaan worden voor het Antwerpse hof van beroep.
In 2018 onthulde Knack dat de Belgische douane drie bedrijven vervolgde omdat ze chemische producten naar Syrië hadden uitgevoerd zonder exportvergunning. Het ging om A.A.E. Chemie Trading uit Kalmthout, een groothandel in chemische producten voor industrieel gebruik; Anex Customs uit Hoevenen, een zakenkantoor dat administratieve diensten leverde tot het in 2017 failliet ging; en Danmar Logistics, een logistiek bedrijf uit Stabroek. Ook twee zaakvoerders werden vervolgd.
Volgens de douane hadden de drie bedrijven de vereiste vergunningen niet voorgelegd bij de uitvoer van grote hoeveelheden chemische stoffen naar Syrië en Libanon. Tussen mei 2014 en december 2016 exporteerden ze 168 ton isopropanol, 219 ton aceton, 77 ton methanol en 21 ton dichloormethaan naar de twee landen.
Volgens een Europese verordening uit 2012 is voor de export van die chemische stoffen naar Syrië een vergunning vereist. EU-lidstaten mogen zo’n vergunning niet afleveren als zij ‘redelijke gronden hebben om aan te nemen’ dat de geëxporteerde goederen ‘zouden kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie’ of voor de ‘vervaardiging van producten’ die daarvoor kunnen dienen. Lees: dat de chemicaliën gebruikt kunnen worden bij de aanmaak van chemische wapens.
In deze case is weliswaar níét vastgesteld of de betreffende producten voor onrechtmatige doeleinden werden gebruik.
Kernvraag: was de export strafbaar in België?
In 2019 veroordeelde de correctionele rechtbank van Antwerpen de bedrijven (A.A.E. Chemie was intussen ontbonden) en zaakvoerders tot hoge geldboetes. De zaakvoerders kregen ook celstraffen van respectievelijk vier maanden met uitstel en twaalf maanden effectief. In juni 2020 veroordeelde ook het Antwerpse hof van beroep de bedrijven en zaakvoerders. Eén zaakvoerder kreeg een lichtere celstraf, de andere een zwaardere.
Maar op 10 november 2020 heeft het Hof van Cassatie het arrest van het Antwerpse hof van beroep verbroken, vernam Knack. Cassatie haalt de argumentatie van het hof van beroep onderuit. Dat had geoordeeld dat de uitvoer van de chemicaliën in kwestie in België strafbaar was op grond van de Wet Uitvoer. Ten onrechte, aldus Cassatie.
Voor inbreuken op de Europese verordening uit 2012, die voor de export van bepaalde chemische stoffen naar Syrië een vergunning oplegde, moeten EU-lidstaten immers zelf nog sancties vastleggen. Op 2 april 2012 was in het Belgisch Staatsblad weliswaar een bericht verschenen over ‘beperkende maatregelen tegen Syrië’, maar dat bericht heeft volgens het Hof van Cassatie ‘enkel een informatieve waarde’. Het is géén ‘uitvoeringsbesluit waarvan de overtreding strafbaar is gesteld (…).’
Het Hof van Cassatie vernietigde daarom het arrest van het Antwerpse hof van beroep en verwees de zaak terug naar het hof van beroep in Antwerpen. Een woordvoerder laat weten dat er nog geen nieuwe zittingsdatum is vastgesteld.
‘De douane heeft kennis genomen van het tussengekomen arrest van het Hof van Cassatie’, reageert Francis Adyns, woordvoerder van de FOD Financiën. ‘De draagwijdte van het arrest is beperkt tot uitvoeren naar Syrië van bepaalde chemische producten. Het Hof vindt dat deze producten niet gevat zijn door de uitvoeringsbepalingen van de wet van 11 september 1962. In het licht van het arrest zullen wij samen met de bevoegde FOD deze lacune in de nationale wetgeving verder onderzoeken en remediëren. De zaak werd terug verwezen naar het hof van beroep te Antwerpen. De administratie evalueert haar argumentatie voor onderbouwing van de vordering na cassatie.’
(Update 15 januari: bijkomende reactie douane toegevoegd.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier