Buitenlandse pers over de aanslag in Brussel: vooral Belgische politiewerking in vraag gesteld

Een forensisch team van de politie in de Van Ooststraat in Schaarbeek, waar de dader van de aanslag in Brussel werd doodgeschoten. 17 oktober 2023. © Belga Image
Valérie Deridder

Hoe kijken buitenlandse media naar de aanslag die op 16 oktober plaatsvond in Brussel? Voor de meeste buitenlandse media blijkt het slechts een voetnoot, behalve voor de Zweedse publieke omroep en voor het Franse Le Figaro.  

Nederland

In de Nederlandse krant ‘Algemeen Dagblad‘ maakt journalist Hans Nijenhuis op 18 oktober een kanttekening bij de bestuurlijke ingewikkeldheid van België.

‘Het is wel bekend dat de decentrale overheidsmacht in België het effectief opereren soms in de weg zit. Brussel is een stad, maar bestuurlijk is het een gewest met negentien gemeenten. Dat gewest heeft een eigen regering, met een minister-president, maar daarnaast hebben behalve het land ook Vlaanderen, Wallonië, de Franstalige gemeenschap, de Nederlandstalige gemeenschap en de Duitstalige gemeenschap een eigen regering en die hebben ook allemaal iets te zeggen. Toen de overheid afgelopen zomer wilde optreden tegen de tientallen daklozen, waaronder uitgeprocedeerde asielzoekers, in het grootste Brusselse treinstation, constateerde de federale minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden, dat ze met wel heel veel partijen om de tafel moest.’

In Het Parool en NRC Handelsblad domineert vooral het conflict in Gaza, wat het buitenlandnieuws betreft.

Luxemburg

In de papieren krant van 18 oktober van Luxembürger Wort vinden we op pagina tien een kort artikel over de aanslag, waarin er vooral verwezen wordt naar de aanslagen van 2016. De online editie van de krant Tageblatt publiceerde een artikel over de aanslag, waarin gefocust wordt op uitgewezen asielzoekers en bekende gevaarlijke personen.

‘Dat het terrorisme uitgerekend in Brussel toeslaat, zorgt voor onbegrip en woede bij veel inwoners van de stad. In 2016 was de terreur al geïmporteerd uit een ander land – toen Frankrijk. Dit keer is het debat gericht op Tunesië en de vraag waarom de autoriteiten niet harder optreden tegen afgewezen asielzoekers en bekende gevaarlijke personen. De aanslag heeft ook in het buitenland veel sympathie losgeweekt. In het Europees Parlement in Straatsburg hielden Europarlementariërs een minuut stilte.’

Frankrijk

Le Monde brengt een kort artikel in de papieren krant van vandaag, waarin een kanttekening wordt gemaakt bij de opvolging van terreurverdachten in België.

‘Het koninkrijk, dat in 2016 twee dodelijke aanslagen te verduren kreeg, heeft naar verluidt een aantal terreurverdachten in zijn bestand waarvan de bewaking moeilijk te garanderen is. Abdesalem Lassoued stond echter niet op de OCAD-lijst.’

Le Figaro is veel meer uitgesproken en bracht gisteren een opiniestuk van de Belgische senator Alain Destexhe getiteld: ‘België is een laboratorium voor het islamisme geworden’. Op die kop wordt verder ingegaan in de broodtekst.

‘In de jaren 2000 bleek Brussel een draaischijf voor de voorbereiding van terroristische aanslagen, van de aanslag op commandant Massoud in Afghanistan in 2001 tot die van 2015 en 2016. Meer nog dan in Frankrijk leefden en leven politici, media en verenigingen grotendeels in ontkenning over de gevolgen van deze geleidelijke islamisering, waarbij ze de zeldzame klokkenluiders naar “extreemrechts” en naar de mediavergetelheid verwijzen. De Belgische jihadisten van de Islamitische Staat werden zelfs voorgesteld als slachtoffers van de maatschappij!’

In een ander artikel dat gisteren werd gepubliceerd, spreekt Le Figaro van een omerta in Schaarbeek, en wordt er gefocust op de weigering van de buren om over de hele zaak te praten.

‘Ik wil niet met je praten. Ik zeg niets!’ Dinsdag sloten de bewoners van het gebouw aan de Huart Hamoirlaan 94 in Schaarbeek zich op in hun flats. Via de intercom werd er koeltjes geweigerd of helemaal niet gereageerd, terwijl journalisten voor het gebouw samentroepten.

Verenigd Koninkrijk

In de Britse krant The Telegraph is het zoeken naar een korte vermelding van de aanslag. Op de website van The Guardian verscheen gisteren een iets uitgebreider artikel, waarin de focus vooral ligt op het feit dat de dader al eerder in Zweden was geweest. Het artikel weidt vervolgens uit naar het ‘opnieuw oplaaiende EU-migratiedebat’.

‘Dinsdag bleek dat Lassoued in 2011 naar het Italiaanse eiland Lampedusa was gereisd en vervolgens naar Zweden was verhuisd. Daar werd hij, na een gevangenisstraf, uitgezet, aldus het Zweedse migratieagentschap. Daarna zou hij zijn teruggekeerd naar Italië, waar hij in 2016 door de politie in Bologna werd geïdentificeerd als een ‘geradicaliseerd subject’ die ook in de gaten werd gehouden door inlichtingendiensten. De man verhuisde vervolgens naar België.

De achtergrond van de schutter zal het debat over migratie naar de EU waarschijnlijk opnieuw doen oplaaien. De Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken riep Brussel op om vaart te zetten achter de uitvoering van de controversiële overeenkomst met Tunesië om de mensensmokkel over de Middellandse Zee terug te dringen.’

Zweden

In Zweden speelt de aanslag in Brussel dan weer wel een grotere rol in de publieke omroep, aangezien de slachtoffers van de aanslag Zweeds waren. Op de website van de Zweedse publieke omroep SVT wordt antwoord geboden op vragen zoals ‘Moet je stoppen met Zweeds te praten in het buitenland?’, ‘Is er een verband met de koranverbrandingen?’ ‘Mag ik nog de Zweedse kleuren dragen?’.

(Lees verder onder de preview)

Een artikel van 17 oktober laat terrorismeonderzoeker Magnus Ranstorp aan het woord, die zegt dat Zweden zich in de toekomst beter minder profileren in het buitenland.

‘Ik denk dat je je gezond verstand moet gebruiken en wat waakzamer moet zijn over je omgeving, en misschien niet de trui van het nationale team moet aantrekken en rond moet rennen in gebieden waar dat niet op prijs wordt gesteld’, zegt hij.

Ook het ministerie van Buitenlandse Zaken is volgens de Zweedse publieke omroep die mening aangedaan. ‘Over het algemeen wil het ministerie van Buitenlandse Zaken dat mensen zich wat minder profileren en niet uitbazuinen dat ze Zweeds zijn.’

Verenigde Staten

Op de website van de New York Times is de aanslag slechts een voetnoot. Op een artikel van 17 oktober wordt er wel gekopt dat ‘de verdachte al jarenlang bekend was bij de politie’. Ook de Washington Post vermeldt dat nadrukkelijk in zijn artikel, dat focust op de gelijkenissen tussen de steekpartij in Arras en de aanslag in Brussel. De passage kadert in een breder artikel over de renaissance van Europees jihadisme.

‘Hoewel Belgische ambtenaren zeiden dat de schutter van de aanslag van maandag een strafblad had en bekend was bij de lokale autoriteiten, zei federaal procureur Frédéric Van Leeuw: ‘We hadden geen aanwijzingen dat de persoon in de gaten moest worden gehouden.’

De verdachte in Frankrijk was ook bekend bij de veiligheidsautoriteiten – Franse ambtenaren van de inlichtingendienst luisterden zijn gesprekken af en hadden een dag eerder contact met hem gehad, maar zeiden dat ze geen bewijs hadden om hem voor de steekpartij vast te houden.

Voor Frankrijk en België zijn de aanslagen een herinnering aan een golf van terroristisch geweld in 2015 en 2016. In juli werden zes mannen veroordeeld voor hun rol in een aanslag in 2016 in Brussel waarbij 32 doden en honderden gewonden vielen. Een jaar daarvoor pleegde een team gewapende mannen dat trouw beweerde te zijn aan Islamitische Staat aanslagen in Parijs waarbij meer dan 100 mensen omkwamen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content