Bruno Tobback is terug. Hij is geen voorzitter meer van de SP.A, maar in het Vlaams Parlement gaat hij voluit. Knack sprak drieënhalf uur met hem. Over de uitzichtloosheid van de regeringen-Michel en -Bourgeois, de intellectuele schraalheid van Bart De Wever en – heel even – over John Crombez. ‘U mag schrijven dat ik mezelf niet de goede persoon acht om commentaar te geven op de SP.A-voorzitter.’

Sommige gewoonten veranderen niet als je geen partijvoorzitter meer bent. Bruno Tobback spreekt nog altijd graag af in het vertrouwde decor van Café Sport aan het station van Leuven. Op het eerste gezicht heeft het gedwongen afscheid aan het SP.A-voorzitterschap Tobback jr. geen slecht gedaan. Hij ziet er fris uit, minder gespannen dan toen hij de Vlaamse socialisten leidde. Intussen trekt hij zijn streng in het Vlaams Parlement. Met meer dan twintig jaar parlementaire ervaring op de teller heeft hij contacten bij alle partijen.

Zo kan hij het goed vinden met Bart Somers (Open VLD), ook een voormalig partijvoorzitter. Samen hebben ze voor een paar Duvels een weddenschap lopen over de brexit. Bruno Tobback: ‘Ik heb gewed dat de Britten uiteindelijk toch in Europa zullen blijven, Somers denkt dat een meerderheid eruit wil. Het punt is: eigenlijk zou ik het liefst hebben dat de Britten vertrekken, maar ik vrees dat ze donderdag stemmen om erin te blijven. Europa gaat nooit meer vooruit met de Britten erbij, een machtig land waarvan de voornaamste bekommernis erin bestaat om het Europese project te blokkeren. Het enige wat ze willen dat Europa doet, is zorgen voor een open markt met vrij verkeer van mensen. Met de Britten erbij kun je op je buik schrijven dat de Europese Unie nog een project uittekent rond zijn democratische waarden en zijn sociale markteconomie. Met de Britten erbij, en de Hongaren en Polen in steun, wordt Europa helemaal een vliegwiel voor de Optima’s van dit continent.

Optima? Merkwaardig dat een Vlaamse socialist er zelf over begint.

BRUNO TOBBACK: Waarom zou dat vreemd zijn? Met de hand op het hart: ik weet geen bal af van Optima. Wellicht omdat men goed wist dat, indien men daarmee tot bij mij was gekomen, ik de vragen gesteld zou hebben die men van mij kan verwachten. En precies daarom vond men het wijselijk om mij die vragen niet te stellen.

Wie is ‘men’?

TOBBACK: Ik laat het over aan journalisten om dat uit te zoeken. Ik herhaal: al die shit van Optima heb ik nooit op mijn bord gekregen, en gelukkig maar. Ik haal mijn kennis ook maar uit de kranten. Ik lees dat Luc Van den Bossche destijds bij de Nationale Bank de arm zou hebben omgewrongen van Luc Coene en Norbert De Batselier om aan een banklicentie te komen, maar wéten doe ik het niet. Net zoals ik nadien heb gelezen dat Luc Van den Bossche over zichzelf zegt dat hij nooit in de fout is gegaan.

Vreest u niet dat dit dossier een nieuw Agusta kan worden voor de SP.A?

TOBBACK: Het zou kunnen dat Optima een nieuw Agusta wordt, maar daarom moeten wij er niet van weglopen. Ik weet dat er nooit iets van dat dossier mij kan komen of mij kan beschadigen, want er is nooit iets geweest. Politiek is mij veel waard, maar dat soort toestanden niet. Wat blijft er nog over van je zelfrespect als je tegen betaling je naam als politicus moet laten gebruiken om één en ander te ritselen. Die zaakjes van Optima zijn één en al vunzigheid. Daar hou je je dus het best ver weg van als politicus. Dat gezegd heb ik natuurlijk makkelijk praten: er is mij nooit een miljoen euro aangeboden, dus heb ik zo’n bedrag ook nooit hoeven te weigeren.

U hebt nooit een tochtje gemaakt op het jacht van Optima-topman Jeroen Piqueur?

TOBBACK: Nooit. Zo’n Abramovicjacht van veertig meter is sowieso mijn ding niet. Ik voel geen affiniteit met mensen die ‘XXL 001′ als nummerplaat willen, ik heb zelfs nooit een P-plaat op mijn auto laten zetten. Ik zie ook niet in wat de lol is om op zo’n boot gin-tonic te drinken met kwieten die niet eens je vrienden zijn maar in wie je toch je tijd investeert omdat je er misschien een miljoen mee kunt verdienen. Ik gruw van de uiterlijke bullshit die Jeroen Picqueur blijkbaar niet kan missen. Ik ga ook nooit naar society events zoals Waregem Koerse.

Hebt u het ‘Optima Open’-tennistoernooi in Knokke ooit bezocht?

TOBBACK: Nooit.

Intussen zit John Crombez erg verveeld met de foto’s van zijn bezoek aan Optima, en zijn uitspraak dat hij ‘zijn hand in het vuur steekt’ voor die bestuurders.

TOBBACK: U kunt begrijpen dat ik daar geen commentaar op geef. Ik heb Optima nooit bezocht.

Luc Van den Bossche liet eerder al blijken dat hij geniet van het grote geld. Dat bestendigt het beeld van de socialist als een rode zakkenvuller.

TOBBACK: Ik heb geen enkel contact meer met Luc Van den Bossche sinds hij de regering heeft verlaten. Er was ook nooit een initiatief van hem om elkaar te zien, en ook geen vraag van mij. Ik heb geen enkele affiniteit met zijn recente bezigheden. Ik heb ook nooit goed begrepen wat hem drijft. Toen hij de politiek verliet, waren er wel meer van zijn generatiegenoten die zich spiegelden aan The Bonfire of the Vanities en zich grote jongens waanden, met het recht op zakken geld als afscheidspremie.

Intussen is er een consensus dat de parlementaire pensioenen dringend naar beneden moeten.

TOBBACK: Is dat zo? Nu ja, ook links heeft soms de neiging om aan antipolitiek te doen, door zonder veel nadenken in te stemmen met redeneringen zoals ‘er zijn te veel parlementsleden’ of ‘de parlementairen verdienen te veel’. Als links meestapt in dergelijke populisme zaagt het de poten van de eigen stoel af.

Is het ook al ‘antipolitiek’ om een punt te maken van de hoge pensioenen van parlementsleden?

TOBBACK: Die discussie wil ik hier niet voeren. Je kunt ze toch nooit winnen.

Zeg niet dat een Tobback ervoor terugschrikt om te zeggen wat hij denkt.

TOBBACK: Het statuut van de parlementsleden is in zijn geheel achterhaald. De basis ervan dateert van 1830, om de onkosten te vergoeden die de notaris of de baron maakte als hij naar Brussel kwam voor de vergaderingen van Kamer of Senaat. Daarom hebben de huidige Belgische parlementsleden geen recht op een wettelijk pensioen. In de loop der jaren is dat opgelost door een hoop verzekeringen af te sluiten: een parlementair pensioenfonds, een hospitalisatiefonds, noem maar op. Alleen is de slinger vanaf de jaren negentig doorgeslagen, zeker toen politici zich eindeloos hoge opzegvergoedingen begonnen toe te kennen. Maar die aberraties zijn er stilaan uit. Vandaag moet je al 36 jaar in het parlement zitten voor je recht hebt op een volledig pensioen, en dat lukt alleen Herman De Croo (Open VLD). Voor mijn part mag je het hele systeem herzien, maar dan zullen er natuurlijk nog altijd overgangsregelingen bestaan.

Zelfs als het parlementair pensioen zou worden gehalveerd, is dat voor de roepers op Twitter nog altijd te veel.

TOBBACK: Dat soort verzuring is een symptoom van een samenleving die zich vastrijdt en die geen mogelijkheid meer ziet om vooruitgang voor iedereen te realiseren. De eenzijdige fixatie van de Europese Unie op onze begrotingsnormen is daar mee verantwoordelijk voor. Natuurlijk is het kortzichtig als EU-lidstaten hun lopende uitgaven financieren met geleend geld. Maar de huidige Europese regels maken het zelfs onmogelijk om te investeren in verkeersinfrastructuur of duurzame energie. Ondanks alle mantra’s over ondernemen zijn het vandaag niet de ondernemers maar de boekhouders die regeren. Dat creëert een status-quo waarin iedereen elkaar beloert en afgunst altijd wint van ambitie.

Dat zorgt ervoor dat niet-ambtenaren elke korting toejuichen op het ambtenarenpensioen. Dat iedereen vindt dat leerkrachten te veel vrije tijd hebben. Enzovoort.

TOBBACK: Dat klopt, maar het blijft mij verbazen. De publieke opinie stookt mensen tegen elkaar op omdat iedereen mee moet betalen voor de zonnepanelen van zijn buurman. Maar als diezelfde Belg elektriciteit koopt die op het net is gezet door een kerncentrale, betaalt hij toch ook mee aan de winst van Suez? Wie zijn huis met stookolie of gas verwarmt, betaalt ook mee aan de skipistes in het midden van de woestijn? De meeste Vlamingen vinden het geen probleem dat er fortuinen afgeleid worden naar Dubai. Ze protesteren pas als ze vrezen dat hun buurman misschien wat winst zou maken met zijn gesubsidieerde zonnepanelen.

Zonnepanelen zijn natuurlijk niet erg discreet. De voorbije jaren kon iedereen zien wie voldoende geld heeft om extra subsidies te kunnen opstrijken.

TOBBACK: Er was inderdaad een tijd dat de hoogte van de subsidies de voornaamste reden was om zonnepanelen aan te schaffen, en dat heeft te lang geduurd. Dat is pas gestopt toen Freya Van den Bossche (SP.A) die subsidies helemaal heeft afgeschaft. Zij heeft ze dus niet ingevoerd, zoals nogal wat mensen lijken te denken. Maar door de geweldige prijsdalingen die de goedkope Chinese zonnepanelen hebben meegebracht, is zonne-energie vandaag betaalbaar en rendabel. Als energieminister Bart Tommelein (Open VLD) manieren zoekt om op alle daken van sociale woningblokken en scholen dergelijke panelen te leggen, dan wil ik hem daar graag mee helpen. Ik ben wel benieuwd of hij zijn plan door de Vlaamse regering zal krijgen. Zonnepanelen en windenergie zijn vandaag spectaculair goedkoper en efficiënter dan nieuwe kerncentrales. En toch lees ik in Knack dat Bart De Wever eigenlijk pleit voor nog een nieuwe kerncentrale. Hij wil dus opnieuw investeren in een technologie die al veertig jaar stilstaat. Hoe kwaadwillig conservatief kan iemand eigenlijk zijn?

De Wever is niet onder de indruk van de linkse oppositie. Hij ziet enkel een ‘ongelooflijke intellectuele schraalheid’ van jullie kant.

TOBBACK: Er zijn twee soorten intellectueel falen. De eerste is ontkennen dat er een probleem bestaat. En de tweede is doen alsof je een probleem kunt doen verdwijnen door de tijd terug te draaien. En dat is wat De Wever doet. De samenleving is multicultureler dan ooit, en hij wil Vlaanderen blijven besturen alsof dit nog hetzelfde land is als in de jaren vijftig. Het katholieke onderwijs heeft veel beter begrepen voor welke uitdagingen we staan dan Bart De Wever. En vervolgens valt hij de katholieke scholen aan die zich eindelijk wat opener willen opstellen, die maatschappelijke ontwikkelingen onder ogen zien en die – laten we eerlijk zijn – met meer moslims in het land ook straks nog hun commerce draaiend willen houden. (grijnst) Ik meende dat Bart De Wever altijd voor het vrije ondernemerschap was. Ernstig: katholieken hebben in dit land het recht om katholiek te zijn, vrijzinnigen om vrijzinnig te zijn. Met welk recht ontzeggen we moslims dan om gewoon moslim te zijn?

Ik ben niet gedoopt en ik ben geen lid van de loge. Ik juich toe dat we in de loop der jaren een strijd hebben gevoerd om de inwoners van dit land de vrijheid te geven om al dan niet te geloven. Vandaag heeft geen enkele religie nog het recht om haar plannen op te leggen aan mensen die daar niet mee gediend zijn.

De Wever vreest dat een aantal moslims dat wel willen, en veel Vlamingen denken hetzelfde.

TOBBACK: Ook ik ben niet bereid om terug te geven aan de imam wat we de pastoor hebben afgepakt. Over my dead body – en in deze tijden hoop ik dat niet te letterlijk te hoeven nemen. Dat neemt niet weg dat ik de hoofddoek een nevendiscussie vindt. Als iemand vrijwillig een hoofddoek draagt, geeft ze aan dat ze een moslima is. En dan? Ik zou het een prachtig beeld vinden indien een mevrouw met een hoofddoek namens onze gemeenschap de trouwboek overhandigt aan twee homo’s. Dát is mijn beeld van integratie.

Weet u wat ik zo vicieus vind aan het discours van Bart De Wever? Dat hij zogezegd vergeten is dat een aantal zoeaven in zijn eigen Vlaams-nationalistische kringen tot voor een paar jaar nog stormliep tegen homo’s. Is Bart De Wever nooit naar de IJzerbedevaart geweest? Welk symbool prijkt er op die toren? Toch wel AVV-VVK, Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus, nietwaar? Wil de N-VA-voorzitter echt het onjuiste, onhistorische beeld blijven ophangen dat Vlaanderen altijd een pluralistische samenleving is geweest, waarin de katholieke, conservatieve bevolkingsgroep nooit de ambitie had om de eigen normen en waarden op te dringen aan de rest van het land?

Heeft De Wever toch niet gelijk als hij zegt dat er ter linkerzijde weinig enthousiasme is om de gevaarlijke kant van de islam te bekampen?

TOBBACK: Nu zou ik graag een uitleg beginnen over marxistische onder- en bovenbouw. Ja, links zou zich klaarder en duidelijker mogen uitspreken over een aantal morele en ethische thema’s. Links heeft enige schroom om zich uit te spreken over de gelijkheid van man en vrouw, omdat men nu eenmaal altijd en overal ‘de kleine man’ wil verdedigen. En vandaag is dat vaak de allochtoon. Daarom heeft links soms – onterecht – meer moeite dan rechts om duidelijke standpunten in te nemen over onze culturele verschillen.

Dat lijkt op een bekentenis.

TOBBACK: Ik vind die sympathie voor de underdog nochtans heel terecht. En intussen is het een goede zaak dat er nog linkse politici zijn die erop blijven hameren dat de toestand van migranten uit de derde generatie vaak nog altijd schandalig is. Het gaat om mensen die alle vakjes op het integratieformulier van Liesbeth Homans (N-VA) in goed geweten kunnen afvinken: ze zijn Nederlandstalig, ze hebben een diploma en een blanco strafregister, ze zijn proper op hun eigen en ze solliciteren vlijtig. Toch moeten ze telkens opnieuw vaststellen dat ze maar half zoveel kans maken op een job als hun witte buurman.

In de strijd tegen het moslimextremisme verwijt ik Jan Jambon (N-VA) dus niet dat hij investeert in extra veiligheid. Ik ben het daar voor de volle honderd procent mee eens. Maar ik vraag me wel af waarom Philippe Muyters (N-VA) als Vlaams minister van Werk zoveel minder enthousiast en vlijtig is om het probleem van de discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken. Ik weet niet of praktijktests het ultieme antwoord zijn om die achteruitstelling op te lossen, maar allochtonen hebben dan tenminste het gevoel dat de Vlaamse overheid ook dat probleem ernstig neemt.

Onlangs was ik op een lezing van de Britse socioloog Anthony Heath. Hij vindt het vreemd dat wij niet uitgelegd krijgen waarom zoveel hoger opgeleide allochtonen radicaliseren. Terwijl het ons eigenlijk moet verwonderen, zo zegt Heath, waarom ze niet nog veel bozer zijn. Want ook al hebben ze hard gestudeerd en behaalden ze de beste diploma’s, een te grote groep van de Belgen en de Britten vindt nog altijd dat die vreemdelingen eigenlijk maar tevreden moeten zijn met een groentewinkel in Molenbeek.

Links wil op z’n minst duidelijk maken dat de overheid daar iets aan wil doen, in plaats van voortdurend te roepen zoals de N-VA doet: ‘Het is je eigen schuld, sukkelaar.’

Vanuit de oppositie bent u natuurlijk verplicht om te zeggen dat de regering het niet goed doet.

TOBBACK: Deze Vlaamse regering is écht significant slechter dan de vorige. Peeters II functioneerde goed, tot het moment dat de N-VA in 2012 de grote winnaar was van de gemeenteraadsverkiezingen. Toen begon die partij haar politieke gewicht om te zetten in blokkeringen. Dat zagen we ook weer bij de onderwijshervorming. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat minister Hilde Crevits (CD&V) de contouren van de onderwijshervorming die we in de vorige Vlaamse regering hadden afgesproken nog altijd met hand en tand probeerde te verdedigen. Maar uiteindelijk komt er niets van in, en blijft alles bij het oude – zoals de N-VA overigens terecht onderstreept: het wordt zoals het was en zo zal het blijven ook. Crevits dacht dat ze zich eruit zou kunnen praten, maar blijkbaar gunt Bart De Wever haar zelfs dat niet.

Sindsdien is de grote kracht van verandering dat er niets verandert. De onderwijshervorming heeft het onderwijs niet beter gemaakt voor de leerlingen, geeft de leerkrachten niet meer jobzekerheid of motivatie, en lost het knelpunt van de technische beroepen niet op. Is dat de schuld van de minister van Onderwijs? Voor een deel, maar toch vooral van haar coalitiegenoten die beweren dat zij de toekomst voorbereiden.

De reden waarom deze regering bespaart en pensioenleeftijd verhoogt is dezelfde als die waarom de regering-Di Rupo dat deed. En Vincent Van Quickenborne (Open VLD) maakte als minister van Pensioenen ook al werk van de langere loopbaan, vandaar ook de vakbondsbetogingen in die tijd.

TOBBACK: In de regering-Di Rupo is nooit gesproken om de pensioenleeftijd op te trekken tot 67 jaar. Wij wilden geen hervorming waarbij de pensioenleeftijd zou worden opgetrokken zonder rekening te houden met hoeveel men al gewerkt heeft. Wij wilden het systeem zelf veranderen: meer integratie van de verschillende pensioenstelsels van zelfstandigen, werknemers en ambtenaren, en een pensioen gebaseerd op loopbaanjaren. De regering-Michel laat alles bij het oude en vraagt er meer inspanningen voor. Hogere inschrijvingsgelden voor de universiteit. Langer werken voor je pensioen. Meer betalen voor de trein en de bus, en intussen snoeien in het aanbod. Mensen zuchten dan en accepteren dat misschien, maar uiteindelijk krijgen ze geen beter perspectief.

U kunt er toch niet tegen zijn dat, bijvoorbeeld, bij de NMBS orde op zaken wordt gesteld?

TOBBACK: De malaise bij het spoor is mee veroorzaakt door het feit dat de NMBS ongelooflijk slecht behandeld is door haar enige aandeelhouder, de Belgische staat. Zijn wij socialisten daar mee verantwoordelijkheid voor? Jazeker. Zijn wij de enige schuldigen? Allerminst.

NMBS-directeur Marc Descheemaecker was geen socialist. Eerst was hij liberaal, nu een N-VA’er.

TOBBACK: U zegt het.Het blijft een raadsel hoe een man als Descheemaecker tien jaar lang de NMBS kan leiden voor een niet onaardige vergoeding, en wanneer hij dik tegen zijn goesting moet vertrekken een boek schrijft om te zeggen dat de NBMS op geen kloten trekt, dat het daar allemaal rot en smerig is. En niemand – níémand – die hem vroeg: ‘Pee, wat heb jij die tien jaar dan eigenlijk gedaan?’

Toevallig was ik aanwezig in de uitzending van Ter Zake waarin Descheemaecker zijn fameuze boekje mocht voorstellen. Vijf minuten lang legde hij uit dat heel dat bedrijf een gore put van verspilling en smeerlapperij was. Denkt u dat hij één keer de vraag kreeg: ‘En van dat bedrijf was u toch tien jaar lang de verantwoordelijke?’ En vandaag gebruikt de N-VA diezelfde Marc Descheemaecker op een manier die men jarenlang de PS verweet: men zet gedienstige lapzwansen op plaatsen waar ze misschien van pas kunnen komen, maar van wie men vooral niet mag verwachten dat er iets goed uit komt. Ze dienen alleen om de boel wat in het honderd te laten lopen.

Hoe gefrustreerd bent u in de oppositie?

TOBBACK: Wij SP.A’ers moeten ertegen kunnen dat onze briljante visies de volgende maanden en misschien wel de eerstkomende zes jaar hoogstens een klein beetje invloed zullen hebben op de organisatie van de Belgische en de Vlaamse samenleving. Want dat is natuurlijk de samenvatting van je bestaan in de oppositie: je mag alles zeggen wat je wilt, omdat je toch niets te zeggen hebt.

Kameraden zoals Patrick Janssens en Ingrid Lieten hadden blijkbaar geen zin om zich daarin uit te sloven. Zodra ze burgemeester en minister af waren, verlieten ze snel de politiek.

TOBBACK: U moet niet iedereen over dezelfde kam scheren. Ingrid Lieten was nog best gemotiveerd om in het Vlaams Parlement oppositie te voeren, alleen had ze het gevoel dat ze binnen de partij geen respons en feedback meer kreeg. Ze telde blijkbaar niet meer mee, en zag op den duur niet meer wat ze nog aan de partij kon bijdragen. Politiek is ook het managen van je eigen frustraties. Je moet opkunnen tegen je tegenvallers, en dat is niet iedereen gegeven.

Hoe doet John Crombez het eigenlijk als voorzitter?

TOBBACK: Geen commentaar.

We kunnen u toch niet interviewen zonder die vraag te stellen?

TOBBACK: U mag schrijven dat ik mezelf niet de goede persoon acht om commentaar te geven op de SP.A-voorzitter.

Omdat uw partijgenoten ervan uitgaan dat wat u zegt rancuneus zal klinken?

TOBBACK: Omdat mijn mening toch nooit begrepen zal worden als een eerlijke en objectieve beoordeling van John Crombez, of die nu positief of negatief is. En ik zou over hem goede en minder goede zaken kunnen zeggen, net zoals over mezelf en over andere voorzitters.

Het kan toch niet dat die harde interne strijd geen sporen heeft nagelaten?

TOBBACK: Ik kan nog altijd in de spiegel kijken. Ook in de modder van het slagveld moet je als politicus weten hoe je je gedraagt. Ik heb nooit iemand zijn kop afgekapt. Ik heb nooit vieze manoeuvres opgezet. Ik zal nooit een kwaad woord spreken over mensen. Journalisten weten ook dat ze mij niet moeten bellen voor off the record-geroddel. De voorbije weken werd mij telefonisch gevraagd of ik mijn medewerking zou willen verlenen aan ‘achtergrondstukken’ naar aanleiding van één jaar partijvoorzitterschap van John Crombez. Daar doe ik niet aan mee. Niet omdat ik nooit de drang zou voelen om mijn versie van de waarheid uit de doeken te doen – niets menselijks is mij vreemd – maar omdat je op zulke momenten beslist wat voor mens je bent.

De Wetstraat is geen milieu voor koorknapen.

TOBBACK: Politiek is bij momenten een vuil spel. Te beginnen in de eigen partij. Het is namelijk een zero-sum game: er zijn altijd evenveel kiezers te overtuigen en zetels te verdelen. De winst van de ene is altijd het verlies van de andere. Je zit dus ook altijd op de stoel van een ander. Gelukkig doe ik niet aan politiek om vrienden te maken. De SP.A is mijn werkomgeving. Mijn partij wordt bevolkt door mensen die ik graag zie, maar ook door mensen die ongeveer hetzelfde denken als ik maar met wie ik niet meteen op café zal gaan.

Louis Tobback wond er zich in De Morgen over op dat uw partij zo weinig vooruitgaat in de peilingen.

TOBBACK: Ik deel zijn mening, maar vraag mij niet om meer commentaar. Ik weet namelijk niet wat er in het hoofd van de partijvoorzitter speelt. Ik zit niet in het partijbureau. Vanuit mijn hoek in het Vlaams Parlement doe ik nederig mijn werk. En als men mij dat toestaat, laat ik tijdens de fractievergaderingen af en toe mijn licht schijnen over een aantal kwesties.

Hebt u uw demotie tot parlementslid al verteerd?

TOBBACK:(lacht) Ah ja, dat modewoord. Ik werd een hipster zonder het zelf te weten. Als partijvoorzitter moest ik de ene week de compromissen verdedigen die we hadden beklonken in de regering-Di Rupo, de andere week moest ik de verantwoordelijkheid nemen voor een Turks gemeenteraadslid dat de Turkse president Recep Tayyip Erdogan steunt of voor een burgemeester die op een onhandige manier omging met zigeuners. Een normaal mens houdt dat geen twintig jaar vol. Als parlementslid geniet ik een vrijheid die ik als minister en voorzitter niet had: ik kan me bezighouden met thema’s die ik echt interessant vind, zoals de klimaatdiscussie. De dag dat ik de ambitie niet meer heb om relevant te zijn, stop ik met politiek. Maar ik moet u teleurstellen: dat einde is nog niet in zicht. En intussen ben ik niet het soort politicus dat openstaande rekeningen heeft. Ik leef volgens het principe van Herman Van Rompuy: ‘Vergeef je vijanden. Maar vergeet nooit hun naam.’ (lacht)

DOOR PETER CASTEELS EN WALTER PAULI, FOTO’S JOHAN JACOBS

‘Bart De Wever pleit voor een nieuwe kerncentrale. Hoe kwaadwillig conservatief kun je zijn?’

‘Het zou kunnen dat Optima een nieuw Agusta wordt, maar daarom moeten wij er niet van weglopen.’

‘Deze Vlaamse regering is écht significant slechter dan de vorige.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content