Brexit duwt Vlaamse vissers verder in zee: ‘Dit hakt er stevig in’
Enkele Vlaamse vissers zijn door de brexit nog steeds niet welkom in de Britse wateren. En dat baart zorgen.
‘We hebben het faillissement recht in de ogen gekeken.’ Voor Stephanie Debels (36) en haar man Joffrey Hollebeke zijn het loodzware jaren. Toen hun Z.582 Asannat in 2017 kapseisde en twee bemanningsleden om het leven kwamen, dacht het koppel uit Oostende even aan ophouden. Maar vol goede moed kochten de twee, samen met hun partner Willy Versluys, een veiliger en duurzamer tweedehandsschip uit Ierland – de Hombre – dat vervolgens naar Belgische normen moest worden omgebouwd. Na anderhalf jaar konden de twee met het schip opnieuw aan de slag. Tot de coronapandemie ook het visserij- en redersleven op zijn kop zette. De visprijzen gingen onderuit en de stilligpremies van de Vlaamse regering volstonden niet om het hoofd boven water te houden. ‘Goedbedoeld, maar ontoereikend’, vertelt Debels.
Vanaf de jaarwisseling kwam daar met de brexit voor sommige vissers nóg een klap bovenop. Hoewel de uitstap van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie formeel al in februari 2019 plaatsvond, volgde er een transitieperiode van elf maanden. Met andere woorden: de werkelijke brexit die de zeelieden aan den lijve ondervonden, greep pas plaats op 1 januari 2021 – enkele dagen nadat de onderhandelaars uit Londen en Brussel een weinig ambitieus Handels- en Samenwerkingsakkoord hadden gesloten. Bijna was er van een overeenkomst zelfs geen sprake. Het economisch weinig belangrijke maar erg symbolische visserijdossier zette de gemoederen aan beide kanten van het Kanaal aanzienlijk op scherp. Pas in laatste instantie toonden beide kampen zich tot een compromis bereid.
We hebben eigen middelen moeten aanspreken om een faillissement af te wenden. Dan weet je wel hoe laat het is.
Stephanie Debels, reder
Een compromis waarbij niemand werkelijk tevreden kon zijn. Voor de bühne wilde de regering van premier Boris Johnson Europese vissers nooit meer in Britse wateren terugzien, de Europese lidstaten wilden geen duimbreed van hun vorige toegang afgeven. De overeenkomst zag er als volgt uit: over een periode van 5,5 jaar neemt de waarde die Europese vissers binnen de Britse tweehonderdmijlszone mogen vangen met 25 procent af. Nadien zullen Londen en Brussel jaarlijks onderhandelen over de toegang en de hoeveelheid die Europese vissers er mogen vangen. Wie toegang wil tot de kust rondom het Verenigd Koninkrijk, moet kunnen bewijzen dat ze in het verleden ook in Britse wateren dicht bij de kust hebben gevist – ook wel ‘historische toegang’ genoemd. Dat geldt zowel voor de twaalfmijlszone als de tweehonderdmijlszone. Dat tweede vormt geen probleem, dat eerste wel.
Steun
Voor Debels en Hollebeke – tevens kapitein op de Hombre – een heikele kwestie. Tot voor kort voeren de twee vaak vlakbij de kust van het Bristolkanaal nabij Swansea en Cardiff. Maar sinds 1 januari heeft de Hombre geen licentie meer om er in de twaalfmijlszone te varen. Omdat het vorige schip een onfortuinlijk zeemansgraf kreeg en de vervanger wegens verbouwingswerken anderhalf jaar op kade heeft gelegen, is het niet evident om die historische toegang aan te tonen. Via de rederscentrale, de Vlaamse overheid en tot slot de Europese Commissie proberen ze daar veranderingen in te krijgen. Voorlopig zonder succes. Eind oktober hebben Debels en Hollebeke nog vernomen dat hun dossier muurvast zit. Veel hoop op beterschap is er voorlopig niet.
Debels moet dus op zoek naar alternatieven. Maar die zijn allesbehalve evident. Met een lengte van 20 meter behoort de Hombre tot het kleine vlootsegment, waarmee het bij stormweer gevaarlijk varen is buiten de twaalfmijlszone. Hoewel ze zich doorgaans op langoustines richten, biedt het Bristolkanaal interessante opportuniteiten zoals tong en rog. ‘Onze tongkorren liggen momenteel stof te vergaren in het pakhuis’, klinkt het. Intussen hebben de twee zich met de Hombre noodgedwongen verplaatst naar de westkust van Denemarken. Maar dat is vanuit Nederland – waar het schip aan land gaat – zeker 18 uur varen. ‘Afstanden die er met de huidige brandstofprijzen stevig inhakken’, vertelt Debels.
Dat alles voelen ze na elf maanden in de portefeuille. De vangst uit het Bristolkanaal is voor Debels en Hollebeke goed voor een aanzienlijk deel van hun jaaromzet. ‘We hebben eigen middelen moeten aanspreken om een faillissement af te wenden. Dan weet je wel hoe laat het is’, vertelt Debels. Op compensatie van de overheid kan het koppel voorlopig niet rekenen. Nochtans werd er op initiatief van onder meer België vijf miljard euro uitgetrokken voor lidstaten en sectoren die het meest getroffen worden door de brexit. Uit die zogenaamde Brexit Adjustment Reserve ontvangt ons land in totaal 386 miljoen euro in lopende prijzen. De Europese regulering is evenwel pas sinds oktober van dit jaar van kracht. Daardoor is het geld – dit jaar 1,6 miljard euro – nog niet beginnen rollen. Getroffen reders hebben tot op heden nog geen cent gezien. ‘Ik hoop uit de grond van mijn hart dat het niet te laat komt’, zegt Debels.
Crevits
In tegenstelling tot Debels hebben zeventien Belgische vissers tot op heden wél een licentie gekregen om in de twaalfmijlszone rondom het Verenigd Koninkrijk te varen. Debels is evenwel een van de vijf die momenteel verstoken blijft van die gegeerde toegang. Voor drie aanvragen zijn er reeds in het voorjaar gedetailleerde motiveringen ingediend, voor de twee overige wordt momenteel gewacht op het antwoord op de drie lopende. Binnenkort zal er ook nog een zesde licentieaanvraag worden overgemaakt van een ander gezonken schip dat in 2018 voor de Britse kust is gezonken.
Het probleem is dat het Verenigd Koninkrijk steeds nieuwe en meer gedetailleerde gegevens en voorwaarden eist in de betrokken dossiers.
Hilde Crevits (CD&V), Vlaams minister voor Visserij
Maar zulke aanvragen lopen allesbehalve van een leien dakje. ‘Het probleem is dat er nieuwe moeilijkheden optreden omdat het Verenigd Koninkrijk steeds nieuwe en meer gedetailleerde gegevens en voorwaarden eist in de betrokken dossiers’, aldus Vlaams minister voor Visserij Hilde Crevits (CD&V). ‘We onderhouden intens contact met de Europese Commissie en hebben afgelopen maand nog uitgebreid overleg gehad. Intussen focussen we op het herstellen van de logistieke keten voor de visserijsector, het opnieuw mogelijk maken van aanlandingen in Britse havens en promotie-activiteiten.’
De visserijkwestie zorgt voor spanningen op het Europese toneel. Op de laatste bijeenkomst van Europese visserijministers hebben elf Europese lidstaten, waaronder België, een gemeenschappelijke verklaring ondertekend uit onvrede met de Britse manier van werken. Aanleiding is een conflict tussen Parijs en Londen over de toegang van een driehonderdtal Franse vissers rond het eiland Jersey. In Frankrijk staan er verkiezingen voor de deur, het Verenigd Koninkrijk respecteert de gemaakte afspraken van het brexitakkoord niet. Gesprekken hebben de gemoederen kunnen bedaren, maar geen oplossing opgeleverd.
Deze week heeft eerste minister Alexander De Croo (Open VLD) via telefoon een bilateraal onderhoud met zijn Britse ambtgenoot Boris Johnson. Afgelopen maandag had de premier ook al overleg met de Franse regeringsleider Jean Castex over de kwestie. Voor Debels blijft het bang afwachten. Het liefst van al wil ze gewoon zonder zorgen opnieuw aan de slag. ‘Ik hoop dat de politiek eindelijk over de grenzen leert samenwerken. Daar kan iedereen alleen maar beter van worden’, besluit ze.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier