‘Pinksteren is zonder twijfel het minst bekende of begrepen van de drie grote christelijke feesten. En tegelijk is dat misschien de reden waarom de westerse kerk zulke bloedarmoede kent’, schrijft godsdienstleraar en auteur Ignace Demaerel. ‘Want de boodschap van Pinksteren bevat een geheim dat álle verschil kan uitmaken.’
Een aanloopje ter illustratie: een tijd geleden was mijn smartphone besmet met een virus, nee, geen corona, maar een ander soort ‘bug’. Ik had al een viertal pogingen gedaan om dat beestje eruit te halen, zonder succes. De enige oplossing was: een totale reset, terug naar fabrieksinstellingen. Ik vertelde dit tegen een vriend die op dat moment door een moeilijke periode in zijn leven ging. Hij was even stil, en zei toen: ‘Ach, als een mens ook eens een totale reset zou kunnen doen in zijn leven!’ Hij zette mij aan het denken. Inderdaad, soms lopen we vast in het leven, in onszelf, gefrustreerd dat we altijd maar aanbotsen tegen onze beperkingen en onvermogens. We spreken in deze corona-tijden vaak over kwetsbare gezinnen of kinderen, maar we zijn allemaal kwetsbaar, méér dan we willen toegeven voor ons trotse ego. Vandaar soms die diepe verzuchting: ‘Als ik eens helemaal opnieuw zou mogen beginnen met een schone lei!’
Boodschap van Pinksteren komt tegemoet aan het verlangen om opnieuw te kunnen beginnen.
Wel, daar komt Pinksteren dus om de hoek kijken. De link is namelijk dat verhaal waar Jezus met de oude schriftgeleerde Nikodemus in gesprek is, een wijze, gerespecteerde leraar in Israël. En toch zegt Jezus iets heel choquerends tegen hem: ‘Als u niet opnieuw geboren wordt, kan u het koninkrijk van God niet binnengaan, zelfs niet eens zien’ (Joh. 3:3-5). Heel vrij vertaald: ‘Ondanks al uw geleerdheid en vroomheid bent u stekeblind en mist u de essentie van wat God bedoeld heeft.’ Dat moet aangekomen zijn. Wat wou Jezus dan duidelijk maken dat hij dit zo scherp stelde? Het ‘heil’ of de verlossing ligt niet in: een beetje harder bidden, wat meer offers brengen, een graadje heiliger leven… Deze zijn náást de kwestie. In de verlichtingstijd wou men religie reduceren tot moraliteit: alsof het enkel ging om ‘een moreel goed mens te zijn’. Jezus slaat dit concept aan diggelen. Het gaat er zelfs niet om een ‘religieus mens’ te zijn die vele vrome ritueeltjes volbrengt. Als het niet dieper gaat, slaat men de bal compleet mis. Een mens heeft – ja, u raadt het al – volgens Jezus een totale reset nodig: een nieuwe geboorte. De buitenkant oppoetsen is verloren moeite: een tot op de draad versleten auto opnieuw spuiten en opblinken maakt hem geen betere auto. Hij heeft éérst een nieuwe motor nodig.
Opnieuw geboren worden: wat een vreemde uitdrukking. Ook de oude Nikodemus vroeg al of hij opnieuw de schoot van zijn moeder in moest kruipen. Toch is het een zeer ingeburgerd woord in onze cultuur: ‘renaissance’ betekent namelijk niets anders. In de 14de-15de eeuw zag men een wedergeboorte van de cultuur, door een herontdekking van de antieke Romeinse beschaving en een heropleving van de kunsten. Maar zou Jezus daarop gedoeld hebben? Natuurlijk niet: deze ging enkel (!) over een culturele, esthetische beweging. Niet dat kunst onbelangrijk is, maar dit raakt niet aan het diepste wezen van de mens: mooie versieringen maken je nog niet tot een mooi mens. Jezus legde het aan Nikodemus verder uit: ‘Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest’ (3: 6). Dit nieuwe leven wat we allemaal zo wanhopig nodig hebben, komt van Boven, van God, niet uit deze aarde.
De natuur reikt ons een veel krachtiger beeld aan: de metamorfose van een rups tot een vlinder. Een rups besteedt zijn hele leven op slechts enkele blaadjes van een plant en doet niet veel anders dan (vr)eten: hij leeft in een zéér beperkt wereldje. Wanneer hij zich echter in een cocon wikkelt en daarin helemaal sterft, gaat hij doorheen een proces van een totale wedergeboorte. Het is onbekend en onbegrijpelijk wat zich daarbinnen afspeelt, maar het nieuwe wezen dat tevoorschijn komt, lijkt totaal niet op het oude: er zijn andere ledematen, andere organen en andere kleuren. En vooral: de vlinder heeft de mogelijkheid om de wijde hemel in te vliegen en zijn wereldje duizenden malen te vergroten. Dit is ronduit spectaculair, wonderlijk, wetenschappelijk en evolutionistisch onverklaarbaar. Maar had Jezus nu zulk soort wedergeboorte voor ogen? Inderdaad, niets minder dan dat.
Paulus sluit hierbij aan en zegt dat gelovigen ‘een nieuwe schepping’ zijn: ‘het oude is voorbijgegaan, het nieuwe is gekomen’ (2 Kor. 5:17). De oude mens sterft af, de nieuwe wordt geboren, en hij neemt geen virussen, onhebbelijkheden of oude rommel mee uit zijn vorige leven.
Anders gezegd: er is hoop voor de meest hopeloze situaties: niemand is onbereikbaar voor God, niemand onherstelbaar beschadigd. Is dat niet op bepaalde momenten de diepste verzuchting van een moe getergd mensenhart? Het is extreem goed nieuws voor iedereen die op de bodem van de put zit. Maar ook voor iedereen die níet op de bodem zit: om daar niet te geraken. Helemaal opnieuw kunnen beginnen: wat een droom.
Een totale reset: terug naar ‘zoals ik eigenlijk bedoeld was’, zonder alle bugs en malware. Ik besef het: voor velen klinkt dit als een sprookje, als ’te mooi om waar te zijn’. Maar Jezus staat niet bekend als een praatjesverkoper: hij hoefde geen geld te verdienen met valse beloftes. Eigenlijk zegt hij: ‘Alle pogingen die mensen doen om zichzelf en de wereld te verbeteren, lopen ten diepste op de klippen: ze blijven aan de buitenkant morrelen, zonder aan de reset-knop te raken.’
Niet dat Jezus een pessimist was, of een sombere kijk had op de zondige menselijke conditie. Hij zou bij wijze van spreken zeggen: ‘Wees realist. Kijk gewoon om je heen, of kijk naar jezelf. Wees eerlijk, en noem een kat een kat. Dit moet ten gronde aangepakt worden.’ Een huis dat té verwaarloosd is, moet je niet oplappen of bepleisteren, maar afbreken en een nieuw bouwen. Dat weet elke architect en elk mens met gezond verstand. Jezus (en eigenlijk alle profeten vóór hem) benoemen in feite het totale failliet van de mens: géén populaire boodschap, vandaag nog minder dan ooit. Maar als we ze negeren, blijft de verrotting doorgaan.
Het probleem is radicaal, en daarom moet de remedie nog radicaler zijn. Halve oplossingen volstaan niet: niet een beetje meer onderwijs en voorlichting, morele opvoeding of duidelijker regels, een beetje meer burgerzin of solidariteit. De mens heeft ‘een nieuw hart en een nieuwe geest’ nodig: een geestelijke harttransplantatie dus, én een totale bloedtransfusie. Zelfs de vroomsten onder ons.
Maar je kan niet opnieuw geboren worden als je niet eerst sterft. De boodschap dat je totaal kan herbeginnen, is uiterst hoopgevend. Maar de boodschap dat je eerst moet sterven, is bijna ondraaglijk: ze klinkt als een doodvonnis, als een foltering. De christelijke boodschap is inderdaad niet gesuikerd als een sprookje. Paulus getuigt dat hij ‘dagelijks sterft’ (1 Kor 15:31), ‘als een slachtschaap’ (Rom. 8:36); maar ook dat hij dagelijks de opstandingskracht van Christus ervaart. De uitdrukking ‘I am born again‘ wordt door sommige christenen en kerken nogal vlotjes en goedkoop in de mond genomen, maar ze veronderstelt het pijnlijke ‘mee gekruisigd worden’.
Met Pinksteren vieren christenen dus de uitstorting van de Heilige Geest: Hij is degene die ons van binnen uit vernieuwt. Een nieuwe motor én nieuwe brandstof. Een nieuw hart én nieuw bloed. Een nieuwe liefde in versteende harten, een nieuw vuur voor uitgebluste mensen. Hét geheim voor een wedergeboorte van kerk, mens en wereld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier