(Belga) Philippe Gilbert toonde zich na afloop van de verkenning van het WK-parcours in z’n nopjes. “Een lastig parcours, technisch ook en als het weer slecht wordt, dan krijgen we een zeer bijzonder en zwaar WK.”
Gilbert sprak gisteravond vaak in de conditionele wijs. “Dit is zo’n omloop waar je alert moet koersen, vooraan, want het kan overal gebeuren. Ik zie niet één helling op dat lokale rondje waar het je verschil kan maken, aanvallen kan overal. Een ding is zeker, je mag niet achterop hinken door achteraan te fietsen. Als er iets gebeurt, ben je gezien. En ja, als het weer slecht wordt, ik zeg als, dan krijg je een bijzonder lastig WK. Niemand staat graag zeven uur in de regen, als je moet fietsen, is dat nog minder plezant, zeker bij 10 graden (al zou het iets warmer worden, 14 à 15 graden). Als de voorspellingen uitkomen, als het weer echt zo slecht wordt, dan weet je dat het een uitputtingsslag wordt. Dan gaan er jongens plots op het eind zichzelf ook tegenkomen, hun licht zal uitgaan. Niet iedereen reageert even goed op zo’n weer.” De Waalse Monegask heeft dan weer geluk. “Ik kan daar wel goed mee om, ik ben resistent tegen de koude en regen, al betekent dat niet ik graag fiets in zo’n omstandigheden, maar ik kan het wel. Ik hoef daar geen schrik voor te hebben. Alleen als het droog blijft, dan wordt het een snelle en gemakkelijke koers.” België heeft een sterk blok, met Van Avermaet en Gilbert als dé uitgesproken kopmannen. Moeten de Belgen de koers in handen nemen? “Wij zijn niet de enige favorieten”, vindt Gilbert. “Kijk naar Italië met Trentin, Nederland met Van der Poel, Spanje met Valverde en Frankrijk met Alaphilippe. Die landen zijn zeker even sterk, dus waarom zouden wij alleen de koers in handen moeten nemen. Het belangrijkste is dat we nooit in een verloren positie rijden met de Belgen. We zijn allemaal slim en prof genoeg om dat voor elkaar te brengen. Moeten we koersen zoals Deceuninck-Quick.Step? Tja, dat wordt hier gezegd, daar kan ik me zeker in vinden (lacht).” Gilbert is 37 intussen en heeft al een wereldtitel op zak. Uiteraard is hij hongerig naar een tweede regenboogtrui, maar het geeft ook ergens rust. “Als ik voorop kom met twee jongens die die trui nog niet in de kast hebben hangen of nog geen grote koers wonnen, kan ik het slim spelen, een beetje de kat uit de boom kijken, wat meer druk zetten op hen. Die jongens zullen harder willen winnen en dan maak je fouten, hopelijk toch. Weet je, op een WK kan je 1001 scenario’s schrijven, uiteindelijk moet je gewoon maken dat je onderweg goed praat met elkaar en moet je de juiste beslissingen nemen.” (Belga)
