Vrije Tribune
‘Beste minister Crevits, leerlingen straffen is makkelijker dan ze te motiveren’
‘Wie repressief optreedt tregen spijbelen, loopt het risico dat de problemen escaleren’, schrijven Maarten Vansteenkiste en Marijke Luykx in een reactie op de plannen van de Vlaamse regering om de schooluitval tegen te gaan.
Eén op vier leerlingen in de Vlaamse steden verlaat het secundair onderwijs zonder diploma. Dat is zeer veel. Deze zomer ontwierp de Vlaamse regering dan ook een plan tegen schooluitval. Dit plan wordt momenteel in uitvoeringsbesluiten gegoten. Het bevat echter vooral een repressief luik en zet te weinig in op motivering. Maarten Vansteenkiste, professor motivatiepsychologie, en Marijke Luykx, voorzitter Netwerk Leerrecht Limburg, reageren.
Het actieplan ‘Samen tegen schooluitval’ van de Vlaamse regering focust vooral op spijbelen. Spijbelaars en hun ouders worden stevig aangepakt. De ervaring leert echter dat een repressief spijbelbeleid grote beperkingen heeft. In het beste geval gaan leerlingen even in het gareel lopen. In het slechtste geval is het olie op het vuur en escaleren de problemen. Eerder dan een stok achter de deur, vragen scholen en centra voor leerlingenbegeleiding meer handvaten om leerlingen duurzaam te motiveren.
Straffen versus motiveren
Limburg is één van de regio’s met de hoogste schooluitval. Sinds 2011 loopt er een project om leerlingen meer te motiveren: ‘Netwerk Leerrecht Limburg’. Het project bestaat uit twee luiken: Ten eerste, scholen en centra voor leerlingenbegeleiding helpen om werk te maken van een motiverende aanpak. Ten tweede, leerlingen die toch uitvallen tijdelijk opvangen, in samenwerking met welzijnspartners, en buiten de school via een aantal programma’s terug te motiveren.
‘Beste minister Crevits, leerlingen straffen is makkelijker dan ze te motiveren’
In het plan van de Vlaamse regering wordt het Netwerk Leerrecht Limburg erkend en aangesproken als een belangrijke speler. Maar de focus ligt uitsluitend op het tweede luik. Hier is inderdaad nog veel werk te verzetten. Maar enkel dit werk verder uitbouwen, is dweilen met de kraan open. Er dient vroeger in de ketting ingegrepen te worden.
Leerkrachten en begeleidend personeel worden immers geconfronteerd met een complexe mini-samenleving in hun klassendiverse culturele achtergronden, ontwikkelingssnelheden en interessevelden. Het is niet evident om deze allen in rekening te brengen en jongeren dagelijks te enthousiasmeren. Zij moeten dan ook ondersteund worden om een motiverend afsprakenbeleid, huistaakbeleid en evaluatiebeleid uit te bouwen. Leerlingen moeten daarbij een stem krijgen. Slechts dan zullen maatregelen tegen spijbelen echt werken. Het is cruciaal dat scholen preventief worden versterkt en ondersteund en niet enkel als de problemen zich al voordoen.
De groei van elke jonge mens
De motiverende aanpak in het project leerrecht in Limburg is gebaseerd op de zelf-determinatie-theorie. Deze theorie heeft zijn nut en bruikbaarheid al meermaals bewezen. De theorie vertrekt van drie psychische basisbehoeften: autonomie, relationele verbondenheid en competentie. Dit zijn cruciale voedingsstoffen voor de groei van elke jonge mens.
Autonomie verwijst naar vrijheid en keuze hebben. Jezelf mogen zijn. Ruimte krijgen om je gevoelens te uiten: enthousiasme en fierheid, maar ook onzekerheid en irritatie. Competentie verwijst naar het zich bekwaam voelen. Het gevoel een opdracht succesvol te kunnen uitvoeren, over vaardigheden te beschikken die een meerwaarde zijn voor de groep. Verbondenheid verwijst naar het ervaren van een warme band met klasgenoten, school en leerkracht.
Net zoals een plant water en zonnelicht nodig heeft om te kunnen groeien en bloeien, zo heeft elke jonge mens nood aan autonomie, relationele verbondenheid en een gevoel van competitie om zich te kunnen ontplooien. Zonder autonomie, relationele verbondenheid en gevoel van competentie, worden kinderen passief en onverschillig of agressief en opstandig. Als deze behoeftes voldaan zijn, dan zijn ze geboeid, hebben ze energie te koop en stellen ze zich constructief op. Ook de motivatie van leerkrachtenteams en directies is afhankelijk van hun behoeftebevrediging. Een onderwijsbeleid dat inzet op het versterken van autonomie, relationele verbondenheid en competentie zal duurzame resultaten boeken.
Oersaaie leerstof
Uit recent onderzoek bij leerlingen uit het tweede middelbaar blijkt dat meer dan 60% de leerstof saai tot oersaai vindt. Een signaal om aan de alarmbel te trekken. Dat gebeurde in Limburg, met als gevolg de oprichting van het project Leerrecht.
Elf secundaire scholen en hun CLB-medewerkers hebben de laatste twee schooljaren initiatieven uitgewerkt om de motivatie van leerlingen en leerkrachten op te krikken.
Scholen herschreven hun schoolvisie vanuit de drie basisbehoeften en concretiseren deze visie in het evaluatiebeleid, de studiebegeleiding en de leerlingenbegeleiding. Het is veel breder dan enkel losse acties. Het is een proces in dialoog met het schoolteam en de leerlingen. Inspraak en vorming zijn een essentieel onderdeel.
Een aantal scholen evolueerden in hun evaluatiebeleid en leerlingenbegeleiding van verplichte inhaallessen bij zwakke leerresultaten naar ‘hulp bieden op verzoek’. Met behulp van een ‘reflectiefiche’ gaat de begeleider in dialoog met de leerling over mogelijke initiatieven om de achterstand bij te werken. De leerling krijgt de ruimte om zijn situatie en zijn mening te zeggen, om te reflecteren over zijn studieverloop en om zelf te kiezen voor de ondersteuning die de school organiseert.
Afspraken in plaats van regeltjes
In een leertraject hebben bepaalde scholen ook hun sanctioneringsbeleid herwerkt. De lange lijst van regeltjes in het schoolreglement, eenzijdig opgelegd door de school, zijn nu vervangen door afsprakennota’s, die gedragen worden door het schoolteam, de leerlingen en hun ouders. De afspraken vertrekken van de positieve visie dat iedere leerling wil leren en dat hun motivatie -‘goesting’ – de drijvende kracht is voor hun inzet. Ook de leerlingen werken mee aan het formuleren van de regels, zodat zij deze als zinvol ervaren. Het is een groeiproces in de scholen naar zinvolle, duidelijke regels met consequente opvolging en voldoende dialoog.
De betrokken scholen zijn vragende partij om dit beleid verder uit te werken. Waar men er echt op inzet, zijn de resultaten ook verbluffend. Wij verzoeken de minister van Onderwijs dan ook dergelijk beleid meer aandacht te geven.
Laat ons niet enkel probleemsituaties proberen recht te trekken, maar investeren in een schoolbeleid waar én leerkrachten én leerlingen ten volle achter staan, zodat ze met goesting komen werken of school lopen.
(Maarten Vansteenkiste is Professor motivatiepsychologie aan de UGent
Marijke Luykx is voorzitter Netwerk Leerrecht Limburg)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier