‘Bescherm het station van Kortrijk. Het is uniek’
Onlangs besliste minister van Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) om het bedreigde station van Kortrijk niet te beschermen. Nochtans adviseerde het Agentschap Onroerend Erfgoed hem om dat net wél te doen. Dat blijkt uit hun advies, dat Knack kon inkijken.
De NMBS en de stad Kortrijk hebben al lang plannen om hun station af te breken. Het is niet meer van deze tijd, roepen ze al jaren. Er komt nu schot in de zaak: een paar weken geleden presenteerden Vincent Van Quickenborne (Open VLD), de NMBS en heel wat lokale gezagsdragers een maquette van het nieuwe station. Al is dat vooral een ondergrondse gang. Kostprijs: 90 miljoen euro.
Niet iedereen is even gelukkig met de plannen. Het oude station van Kortrijk belandde zelfs op de lijst van de ‘zeven meest bedreigde erfgoedsites in Europa’ van Europa Nostra, een koepel van honderden erfgoedorganisaties. En de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie diende, gesteund door heel wat erfgoedverenigingen, een aanvraag tot bescherming in.
Niet dat dit indruk maakte op de Vlaamse Regering. Tegen de VRT zei minister van Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) dat hij het station zeker niet zal beschermen. Omdat de plannen ‘voor het nieuwe station al vergevorderd zijn’. Maar ook omdat ‘we onze eigen criteria aftoetsen’.
Merkwaardig, want het Agentschap Onroerend Erfgoed adviseerde de minister juist om het station wél te beschermen. In het advies, dat Knack kon inkijken, staat: ‘Het station van Kortrijk is architecturaal zeer kwalitatief uitgewerkt. Bovendien is het een voor Vlaanderen uniek voorbeeld van een naoorlogs stationsgebouw in modern classicisme. (…) Ook de bouwfysische toestand is goed. (…) Het werd niet, zoals de meeste naoorlogse stations, gebouwd door werknemers van de NMBS, maar wel door Pierre Pauwels, toch wel een invloedrijk figuur in de architectuur van Vlaanderen in het midden van de twintigste eeuw.’
Het Agentschap Onroerend Erfgoed merkt ook op dat er ‘geen enkel van de 66 stationsgebouwen die in Vlaanderen werd opgetrokken tussen 1945 en 1990 beschermd is. Ook van de Wederopbouw werd in Kortrijk niets beschermd’.
‘Het station van Kortrijk is een van de meest waardevolle naoorlogse stationsgebouwen’, staat in het advies. Maar minister van Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) wil het niet beschermen.
Hun advies aan de minister is duidelijk: bescherm het station, met uitzondering van de voetgangerstunnels en de omliggende stationswijk. ‘Het station van Kortrijk is een van de meest waardevolle naoorlogse stationsgebouwen. Een bescherming zou een aantoonbaar en gewichtig hiaat in het beschermde bestand invullen.’
Het protest tegen de sloop neemt intussen toe. Deze week stelde de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie een manifest op voor het behoud van het station. ‘Wat de Belgische spoorwegen sedert 1835 realiseerden, levert een unieke staalkaart van de ontwikkeling van burgerlijke bouwkunde en architectuur’, zeggen ze. En dat daar te veel van gesloopt wordt in naam van de toegankelijkheid. Terwijl stations ook toegankelijk gemaakt kunnen worden zonder het station af te breken. Het manifest dringt aan op herbestemming van het station, ook ecologisch de meest duurzame keuze.
Vijfenvijftig prominenten ondertekenden intussen het manifest. Daar zitten veel bekende namen bij uit de erfgoed-, cultuur- en architectuurwereld, maar ook stedenbouwkundigen en historici zoals de Gentse professor Jan Dumolyn. Andere opvallende ondertekenaars zijn Peter Vermeulen, de man achter het Antwerpse Ringland, en oud-voorzitter van het Vlaams Parlement Jan Peumans (N-VA).
Lees hier het manifest van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier