Van economie tot onderwijs en geluk: België scoort slecht in ‘lijst der lijsten’
België presteert ondermaats en er zit geen verbetering in. Dat blijkt uit de ‘lijst der lijsten’, een rangschikking die de Nederlandse econoom Mathijs Bouman jaarlijks opstelt van ‘de beste landen ter wereld’.
Lijstjes zijn altijd leuk om naar te kijken. De Nederlandse econoom Mathijs Bouman stelt elk jaar een lijst van ‘de beste landen ter wereld’ samen door vijf mondiale rankings op te tellen. Hij publiceerde onlangs opnieuw een top 15 in de Nederlandse zakenkrant Het Financieele Dagblad. Nederland staat dit jaar op plek 4 en Duitsland op 8, van België is er geen spoor. Op vraag van Knack berekende Bouman het resultaat van ons land en wat blijkt: België staat op plaats 19. 19. Correctie: lijstjes zijn meestal leuk om naar te kijken.
Twee van de vijf lijsten die Bouman bestudeert, wijden zich aan de concurrentiekracht van landen: de Global Competitiveness Report van het World Economic Forum (WEF) en de World Competitiveness Ranking van het Zwitserse International Institute for Management Development (IMD). Net zoals in 2021 bracht het WEF ook dit jaar geen nieuwe ranglijst uit, maar in 2020 stond België op de 22e plaats (en Nederland op de vierde plaats). We presteerden ronduit slecht op het vlak van de flexibiliteit van de arbeidsmarkt en de kwaliteit van onze wegen.
Het IMD bracht wel een nieuwe lijst uit, die niet alleen rekening houdt met harde cijfers over werkloosheid, bruto binnenlands product en overheidsuitgaven voor gezondheid en onderwijs, maar ook oog heeft voor ‘zachtere’ waarden zoals cohesie, globalisering en corruptie. In deze lijst staan we op plaats 21 (en Nederland op 6). We stegen dan wel een beetje – vorig jaar stonden we op plaats 24 – maar de efficiëntie van onze overheid, ons belastingsysteem en de staat van onze infrastructuur spelen erg in ons nadeel. Het zijn bekende klachten die jaar na jaar terugkeren.
Een derde lijst die Bouman meeneemt in zijn berekening is de Global Innovation Index van de Franse businessschool Insead. Daarin wordt zowel gekeken naar de input (zoals onderwijs, onderzoek en ontwikkeling) als naar de output (zoals patentaanvragen en kennisverspreiding). In die index zijn we terug te vinden op plaats 26 (en Nederland op plaats 5). Drie jaar geleden stond we nog op plaats 23, ook al niet om over naar huis te schrijven. We zakken vooral in de ranking omdat onze input achteruit gaat: in drie jaar tijd tuimelden we op dit onderdeel van de 21e naar de 26e plaats. Ondanks het feit dat we al jaren horen hoe belangrijk innovatie is en er meer geld en aandacht aan besteden, verliezen we toch terrein op andere landen, die natuurlijk ook beseffen hoe essentieel innovatie is.
Finnen zijn het gelukkigst
Bouman kijkt niet alleen naar de harde economische prestaties, hij betrekt ook de Human Development Index van de Verenigde Naties bij zijn ‘lijst der lijsten’. Die meet de kwaliteit van de ‘menselijke ontwikkeling’ en heeft oog voor de levensverwachting, levensstandaard, gezondheid en onderwijs. In die lijst strandt België op de 14e plaats (en Nederland op de tiende).
Natuurlijk zijn ook de resultaten in het World Happiness Report van de Verenigde Naties van belang ‘omdat het uiteindelijk om het geluk van de mens draait’, aldus Bouman. In alle deelnemende landen wordt via een steekproef aan mensen gevraagd om hun geluksgevoel een cijfer van 0 tot 10 te geven. Vervolgens neemt men het driejaarlijkse voortschrijdende gemiddelde en het land met het hoogste gemiddelde kent het hoogste geluk. België staat op plaats 19 met 6,8 (en Nederland op 5 met 7,4). Ter info: de Finnen blijken het gelukkigst (score: 7,8), Afghanen het ongelukkigst (score: 2,4).
Er valt veel aan te merken op zulke lijstjes en de manier waarop ze tot stand komen, maar als je in alle rangschikkingen jaar na jaar slechter scoort dan de omringende landen, dan moet je bepaalde conclusies trekken. Zo prijkt Zwitserland al enige jaren als primus op de lijst der lijsten, dit jaar met 13 strafpunten. Dan volgen Denemarken, Zweden en Nederland. Onze noorderbuur prijkt in geen enkele ranglijst in de top 3, maar hoort wel altijd bij de top 10 en dankzij die sterke prestaties scoort het land zo hoog.
Maar er is ook slecht nieuws: Nederland was twee jaar geleden nog het op een na best presterende land en gleed ondertussen af naar plaats vier. ‘Daar moeten we ons zorgen om maken’, zegt Bouman. ‘Nederland behoort niet meer tot de absolute top. Hebben we nog wel genoeg aandacht voor de structurele succesfactoren, zoals investeringen, vestigingsklimaat, innovatie, onderwijs en goed bestuur?’
België hinkt achterop
En België dan? Terwijl Nederland in elke ranglijst tot de top 10 behoort, haalt België geen enkele top 10. We verzamelen 101 strafpunten en stranden net als vorig jaar op een beschamende 19e plaats. We gaan daarbij nipt Frankrijk vooraf, dat 103 strafpunten heeft. België wordt in de ‘lijst der lijsten’ duidelijk geklopt door lidstaten van de Europese Unie (EU) Denemarken, Zweden, Nederland, Finland (plaats 5), Duitsland (8) Luxemburg (13), Ierland (15) en Oostenrijk (16). We hinken ook achterop in vergelijking met niet-EU-landen als Noorwegen, IJsland en het Verenigd Koninkrijk. We hebben de slechtste punten van alle noordwestelijke lidstaten van de EU. Dat landen als Spanje, Italië, Griekenland zelfs de top 25 niet halen, mag geen troost zijn.
Als Nederlandse economen als Bouman zich al zorgen maken over de Nederlandse prestaties omdat het land volgens Bouman ‘niet meegaat met zijn tijd en niet elk jaar verbetert’, dan kan het verdict voor België alleen maar harder zijn: we presteren al jaren ondermaats en ook in vergelijking met andere landen is er geen sprake van vooruitgang. De vraag die Bouman voor Nederland stelt, moet voor België dan ook véél luider klinken: hebben we nog wel genoeg aandacht voor de structurele succesfactoren, zoals investeringen, vestigingsklimaat, innovatie, onderwijs en goed bestuur?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier