Beleid in handen van de wetenschap: ‘Er zijn goeie redenen om kritische vragen te stellen’

MAGGIE DE BLOCK Extreme maatregelen kwamen er 'op advies van onze wetenschappers'. © ID

Een regering die, in naam van de wetenschap, bijzonder drastische maatregelen neemt. Wat klimaatwetenschappers nooit is gelukt, kregen de virologen in een oogwenk voor elkaar. Maar hoe gevaarlijk is de tendens om het beleid in handen te leggen van de wetenschap?

De kwestie werd al vroeg in de coronacrisis aangekaart door de Duitse auteur Sascha Lobo. In een essay voor Der Spiegel uitte hij zijn bezorgdheid over het gemak waarmee ‘zelfs mensen die zich liberaal noemen’ bereid zijn om drastische beperkingen van onze grondrechten te accepteren. Lobo ontkende niet dat sommige maatregelen te rechtvaardigen zijn. ‘Maar het baart me zorgen dat zelfs mensen die jarenlang voor de grondrechten hebben gevochten het zo kritiekloos eens zijn met extreme maatregelen.’

Kritiekloze acceptatie, ook door mensen die zichzelf liberaal noemen: het is niet anders in België. ‘Wij namen die strenge maatregelen op advies van onze wetenschappers’, zo verantwoordde minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) de semilockdown in ons land. Kritische tegengeluiden kwamen er nauwelijks. Een zeldzame kanttekening werd weggezet als ‘onverantwoord’.

Het moment waarop de schade voor ons algemeen welzijn groter wordt dan de schade die het virus zelf aanricht, is niet veraf.

Gezondheidseconoom Lieven Annemans

Professor Bert De Munck, wetenschapshistoricus aan de Universiteit Antwerpen, kan ervan meespreken. In een opiniebijdrage voor De Standaard had hij zich afgevraagd waarom we zo makkelijk meestappen in een zuiver medische logica. Het stuk leverde hem een ferme reprimande op van collega’s Patrick Loobuyck en Ive Marx. De Munck zou met zijn stuk tornen aan het nu zo noodzakelijke vertrouwen in de democratie en de wetenschap.

‘De felle reacties hebben me niet verbaasd’, reageert De Munck. ‘Ze illustreren net hoe moeilijk het is om het wetenschappelijk debat open te houden. Er zijn nochtans goeie redenen om net nu kritische vragen te stellen.’

China achterna

Voor een goed begrip: De Munck is niet tegen de semilockdown: ‘Het lijkt me, gezien de kennis die we over dit virus hebben, de juiste voorzorgsmaatregel. Maar ik vond het ook belangrijk om erop te wijzen dat dit past in een geschiedenis waarin medische expertise ons doen en laten steeds meer is gaan bepalen. En het lijkt me ook niet slecht om nu al na te denken over de gevolgen op langere termijn.’

Hoe ver kunnen we gaan in die tendens om het beleid in handen te leggen van de medische wetenschap? ‘Ik merk dat veel mensen er voetstoots van uitgaan dat wij China niet achterna zullen gaan’, zegt De Munck. ‘Ik ben daar niet zeker van. Mijn punt is niet dat medische experts of politici wel eens slechte bedoelingen zouden kunnen hebben, integendeel. Een historische blik wijst eerder op een dynamiek waarin zorgen en angsten van dominante bevolkingsgroepen worden versterkt door wetenschappelijke ontwikkelingen, die vervolgens leiden tot disciplinering en stigmatisering. Ik ben daarom oprecht bang dat deze crisis ook onbedoeld een impact zal hebben op de wereld van morgen. Vandaag vinden we het volstrekt onverantwoord als iemand met een nare hoest de trein opstapt. Zullen we volgend jaar wél op de trein mogen hoesten?’

Een strakke hantering van de ‘virologische logica’ brengt volgens De Munck nog andere dilemma’s met zich mee. ‘Ik hoor vandaag oudere mensen, de grootste risicogroep, zeggen dat het sociale isolement een prijs is die ze niet willen betalen. De mogelijkheid op een vroegere dood weegt voor hen niet noodzakelijk op tegen de zekere verschrikking van het sociaal isolement.’

Wat rationeel is volgens de wetenschap, zo stelt De Munck, is daarom nog niet rationeel vanuit sociaal perspectief. Het is een punt dat ook gemaakt wordt door Sascha Lobo.

‘Wat wij als ratio beschouwen, hangt vaker dan we willen toegeven af van de positie van de spreker.’ Lobo stelt dat achter onze verontwaardiging over mensen die de regels niet nauwgezet respecteren (‘blijf verdomme in uw kot’) niet alleen ratio, maar ook angst of moreel superioriteitsgevoel schuilgaan. Een wandeling in het park kan, vanuit de mentale gezondheid bekeken, misschien net iets noodzakelijker zijn voor ‘een winkelverkoopster die acht uur lang onderbetaald aan de kassa zit en bitse klanten op haar moet laten hoesten’ dan voor tweeverdieners in een herenhuis.

Kritiek op de huidige aanpak is, zoals De Munck mocht ondervinden, een heikele zaak. Dat lijkt op het eerste gezicht niet vreemd. Wie maalt er om onze individuele vrijheid en/of economie, terwijl we – tous ensemble – duizenden mensenlevens aan het redden zijn? De vraag rijst dan waarom die levens minder zwaar wegen in discussies over, bijvoorbeeld, verkeersveiligheid. ‘Vandaag zien we dat we de economie met een vingerknip kunnen stilleggen’, zegt De Munck. ‘Je kunt je dan afvragen waarom het zo moeilijk is om veel minder drastische maatregelen te nemen voor de verkeersveiligheid. Dezelfde vraag kun je stellen over luchtvervuiling, die alleen al in België elk jaar 8000 mensenlevens zou eisen.’

Vandaag vinden we het volstrekt onverantwoord als iemand met een nare hoest de trein opstapt. Zullen we volgend jaar wél op de trein mogen hoesten?

Ergernis

Wat De Munck aan kritiek mocht incasseren is klein bier naast wat de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben over zich heen kreeg. Van Agamben verscheen eind februari een opiniestuk in de krant Il Manifesto. Net voor de grote uitbraak van het virus poneerde Agamben dat de Italiaanse regering de crisis aanwendde om grondrechten uit te hollen. Waarna de ene na de andere sterfilosoof in de pen kroop om Agamben de mantel uit te vegen.

De kwestie inspireerde Jonathan Lambaerts, docent filosofie aan de Thomas More hogeschool, tot een opinie voor Knack.be. ‘Ik schreef mijn stuk vanuit ergernis’, vertelt Lambaerts. ‘Agamben werd bekritiseerd omdat hij het bestaan van het coronavirus zou ontkennen. Maar dat deed hij niet. Hij is niet gek. Zijn punt is dat de overheid, in naam van de volksgezondheid, onze bewegingsvrijheid en ons existentiële welbevinden aan de kant schuift. Agambem waarschuwt dat het argument volksgezondheid door politici kan worden misbruikt om de rechtsstaat uit te hollen. Als ik zie hoe sterk sommige Belgische politici geneigd zijn om onze privacy te offeren, kan ik die waarschuwing alleen maar onderschrijven.’

Zowel Lambaerts als De Munck stelt vast dat de klimaatwetenschap nooit geslaagd is in wat de virologie zo snel voor elkaar kreeg. Volgens Lambaerts komt dat door de abstractie van het klimaatprobleem. ‘De bedreiging van het coronavirus lijkt veel concreter. Het kan je bij wijze van spreken op de hoek van de straat beet hebben. Mensen begrijpen onmiddellijk het grote gevaar, en zijn veel makkelijker bereid tot grote opofferingen. Al vraag ik me wel af hoelang dit zal duren. Ik vermoed dat het argument volksgezondheid straks weer snel zal moeten wijken voor het economische argument.’

Dat brengt ons bij professor Lieven Annemans, gezondheidseconoom. In een column voor De Tijd ging hij in dialoog met een ‘non-believer’, die zich afvraagt of het wel verantwoord is om onze economie plat te leggen voor een virus dat wellicht slechts enkele duizenden dodelijke slachtoffers zal maken. Annemans stelt dat opofferingen om coronadoden te vermijden niet langer verantwoord zijn als ze onze samenleving doen kraken, met een nog veel hogere tol aan mensenlevens tot gevolg. ‘Voor de goede orde,’ verduidelijkt Annemans, ‘ik vond het een goeie zaak dat we naar de virologen hebben geluisterd. We hebben daardoor duizenden levens gered. Maar we zijn nu drie weken ver, en de piek van het aantal ziekenhuisopnames is ongeveer bereikt. Het moment nadert waarop de overheid niet alleen naar de virologen, maar ook naar psychologen, sociologen, armoede-experts en welvaartseconomen moet luisteren. Ze zullen kosten-batenanalyses moeten maken, en keuzes die nog moeilijker zijn.’

Annemans verwacht dat de eerste versoepelingen niet lang op zich zullen laten wachten. ‘Het moment waarop de schade voor ons algemeen welzijn groter wordt dan de schade die het virus zelf aanricht, is niet veraf.’

Partner Content