Vrije Tribune
‘Bedreigen sociale media de democratie?’
‘We hebben als land nood aan een strategie tegen nieuwe vormen van manipulatie’, schrijven een aantal Kamerleden van de vriendschapsgroep tussen het Belgisch parlement de Baltische Staten naar aanleiding van Russische pogingen om verkiezingen elders in de wereld te beïnvloeden.
Zijn sociale media eerder een vloek dan een zegen? De privacy-issues rond Facebook leiden tot heel wat imagoschade voor socialemediabedrijven. Toch zullen ze volgens ons niet onmiddellijk verdwijnen. Naast het voyeuristische element is het netwerk tussen mensen dat erdoor gecreëerd wordt, inmiddels te stevig. We mogen wel eisen dat de socialemediabedrijven onze privacy serieus nemen en werken aan de gaten in het systeem. Doen ze dat niet, dan dreigt wel een fiasco. Er is evenwel meer dan enkel het privacyprobleem. Ervaringen uit andere landen leren ons dat sociale media kunnen misbruikt worden in verkiezingscampagnes, waardoor het moeilijker wordt die verkiezingen ordentelijk te organiseren.
Bedreigen sociale media de democratie?
In verschillende democratische landen zien we dat tijdens de meest recente stembusslagen er duidelijke aanwijzingen zijn van buitenlandse beïnvloeding. Dit veroorzaakte de meeste ophef in de Verenigde Staten maar ook in Nederland, Frankrijk en Duitsland was er vermoedelijk inmenging. Hierbij wordt gedacht aan Russische pogingen tot destabilisatie via sociale media, maar we zagen ook dat de Turkse regering in Nederland en Duitsland haar invloed onder inwoners van Turkse origine liet gelden.
Ook België kent een grote Turkse minderheid met sterke verbondenheid met Turkije. Zo was de buitenlandse deelname aan het Turkse referendum en steun voor Erdogan het grootst in België. Met Diyanet beschikt Erdogan bovendien over een sterk verlengstuk van zijn overheid in ons land, zo waarschuwde ook al de Staatsveiligheid.
Vorige week overlegden de auteurs van dit stuk in Riga (Letland) met NATO Strategic Communications Centre of Excellence (STRATCOM). Deze organisatie werd in januari 2014 opgericht door 7 NAVO-lidstaten (Estland, Duitsland, Italië, Letland, Litouwen, Polen en het VK) en onderzoekt georganiseerde buitenlandse campagnes op sociale media maar ook de verspreiding van gewelddadig extremisme en radicalisering. Het was hallucinant te horen dat maar liefst 70% van de Twitter accounts die in het Russisch berichtten over NAVO-activiteiten in het Balticum of Polen geproduceerd worden door (Russische) robots en niet door mensen. Voor Engelstalige content is dat 28%. Die Russische bots zijn verantwoordelijk voor maar liefst 84% van dergelijke Twitterberichten.
De Baltische staten Estland, Letland en Litouwen zijn jonge democratieën die nog steeds worstelen met gevolgen van hun bezetting door de Sovjet-Unie. Zo zorgt de aanwezigheid van aanzienlijke minderheden van Russischtaligen op hun grondgebied (een gevolg van georganiseerde Russificatie door de Sovjets) voor spanningen en de vrees voor een Russische inval leeft er zeer sterk. De Russische inval in Oost-Oekraïne en de annexatie van de Krim ’ter bescherming van de etnische Russen’ bevestigde deze vrees alleen maar.
Veiligheid en defensie staan er dan ook steeds hoog op de agenda. Er leeft een grote dankbaarheid over de inzet van onze F16’s die als eerste deelnamen aan de Air Patrol acties aan de Russische grens. Zij realiseren zich ook maar al te goed dat zonder onze inspanningen en die van andere NAVO geallieerden hun veiligheid tegenover de Russische buur geenszins gegarandeerd is. Wie investeren in defensie dan ook als verloren geld beschouwt, kunnen wij zeker eens een trip naar de Baltische Staten aanbevelen. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid.
Rusland valt evenwel niet enkel militair te vrezen. NATO Stratcom bracht in beeld wat de Russische strategie is op geopolitiek vlak. Militair tussenkomen, kost heel wat geld en inspanningen. Het eindresultaat is ook niet altijd positief, zeker als men de harten van de lokale bevolking niet kan veroveren en de bevolking zich verzet tegen een invasie. Denk maar aan de mislukte Sovjetinvasie in Afghanistan.
In aanloop naar de verkiezingen in ons land zullen we vanuit verschillende hoeken campagnes op sociale media zien opduiken. Hier is ook niets mis mee, zolang dit maar met de nodige transparantie gebeurt.
Rusland is dan ook actief op zoek gegaan naar andere instrumenten die de vijand kunnen destabiliseren. Denk bijvoorbeeld aan cyber-oorlogsvoering zoals het hacken van energienetwerken, het sturen van soldaten zonder badges ter ondersteuning van lokale rebellen, het ondersteunen van lokale extremistische partijen, maar dus ook het inzetten van sociale media via gebruik van fake accounts en ‘bots’. Deze laatste werken sterk beinvloedend op de publieke opinie en kunnen die (minstens tijdelijk) misleiden. In verkiezingstijden kan de schade niet te overzien zijn.
In aanloop naar de verkiezingen in ons land zullen we vanuit verschillende hoeken campagnes op sociale media zien opduiken. Hier is ook niets mis mee, zolang dit maar met de nodige transparantie gebeurt. Wanneer we echter zien dat buitenlandse mogendheden of groeperingen gecoördineerde acties op touw zetten om onze verkiezingen te beïnvloeden, moeten we hier streng tegen optreden. In een ideale wereld zouden georganiseerde destabilisatiepogingen simpelweg internationaal verboden zijn, alhoewel dat gemakkelijker gezegd dan gedaan is. In iedere geval hebben we als land nood aan een strategie tegen deze vormen van manipulatie.
Een eerste stap zou zijn om de transparantie op sociale media verhogen. Robottrolling door buitenlandse mogendheden moet snel gedecteerd kunnen worden en de publieke opinie moet hierover ingelicht kunnen worden. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt in de eerste plaats bij de sociale mediaplatformen zelf, maar dat zal in samenspraak met de nationale overheden moeten gebeuren. We zouden op internationaal vlak (bvb. op EU-niveau) moeten overleggen met deze giganten om tot bindende afspraken hierrond te komen. Het inzetten van robots op grote schalen vernietigt immers op termijn ook de geloofwaardigheid van de sociale mediaplatformen zelf.
Ook de nationale overheden moeten een actieve rol spelen in detectie van manipulatiepogingen vanuit het buitenland. Onze eigen diensten moeten de middelen hebben om dieperliggende netwerken en moeilijk opspoorbare connecties met buitenlandse actoren uit te spitten en bloot te leggen. Ook hiervoor bundelen we best internationaal onze krachten. Zowel de EU (met de ‘EU East Stratcom’) als de NAVO (met STRATCOM) beschikken hier over embryonale initiatieven die verder ondersteund en uitgebouwd moeten worden. Slechts via performante survey organisaties is het mogelijk de bevolking nadien transparant te informeren over welke informatie als valabel kan worden beschouwd en welke niet.
Tot slot moeten we onze bevolking ook weerbaarder maken voor malafide campagnes. Niet alles op het internet is waar en sommige ‘media’ verspreiden bewust foutieve informatie. Burgers moeten waakzaam en kritisch zijn. Daar ligt een essentiële rol voor ons onderwijs weggelegd.
Op 1 april is de hele bevolking was voor één dag eens sceptisch voor alle berichten die op sociale media en nieuwswebsites verschenen. Eigenlijk zouden we die houding het hele jaar door moeten aanmoedigen.
Egbert Lachaert (Open VLD)
Peter Dedecker (N-VA)
Kristien Van Vaerenbergh (N-VA)
Jean-Jacques Flahaux (MR)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier