Armoede uitgelegd aan mensen met geld: ‘Alleen Groen schenkt armoedebeleid aandacht’

© Getty
Brecht Castel
Brecht Castel Journalist en factchecker

In het nieuwe boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld wordt het armoedebeleid gefileerd door politicoloog en ervaringsdeskundige Tim ’S Jongers. Een verkeerd idee van wat armoede is, ligt aan de basis van ongepast beleid. Knack legde het boek voor aan armoede-experts.

‘Mensen in armoede moeten wat harder werken en de tering naar de nering zetten.’ Die gedachtegang beheerst nog steeds het armoededebat. Waarom die stelling onzin is, legt politicoloog Tim ’S Jongers scherp uit in zijn nieuwe boek. De auteur groeide zelf op in armoede en kent de hardnekkigheid van het probleem. Wat harder werken of slim budgetteren lukt (!) niet onder de chronische stress die armoede is.

Voorzitter van het Kinderarmoedefonds en auteur van Het DNA van kinderarmoede Noël Slangen en coördinator van het Netwerk tegen Armoede Heidi Degerickx lazen het boek op vraag van Knack.

Slangen: ‘Ongelooflijk goed onderbouwd met duidelijke voorbeelden weerlegt het boek misverstanden die bestaan over armoede.’ Degerickx: ‘Het is een zeer toegankelijk boek dat focust op wat het beleid kan doen en niet – zoals te vaak stigmatiserend gebeurt – op wat mensen in armoede moeten doen.’

‘Wij zijn uitzonderingen’: Soe Nsuki, Harry Van Barneveld en Noël Slangen over kinderarmoede

Ook Slangen groeide op in armoede, maar stuit als ervaringsdeskundige toch vaak op onbegrip: ‘Dat hersenen blokkeren bij chronische stress door geldgebrek kunnen velen niet vatten. Als ik dat vergelijk met een bedrijf op de rand van het faillissement of iemand met een burn-out door controleverlies, dan snappen sommige middenklassers het wél.’

Politici herontdekken het thema armoede als de middenklasse dreigt getroffen te worden, denk aan de corona- en energiecrisis.

Heidi Degerickx, coördinator van het Netwerk tegen Armoede

Koopkracht

De koopkracht, en de financiële gemoedsrust die daarmee gepaard kan gaan, zakte de voorbije legislatuur voor mensen in armoede. Uit een studie van de UGent blijkt dat de 20 procent laagste inkomens tijdens Vivaldi 2,7 procent inleverden (terwijl de koopkracht van de hoogste inkomens steeg met 4,5%). Btw-verlaging op energie en energiesteun voor iedereen waren onnodige cadeaus voor de hoge inkomens en wakkerden de inflatie aan, volgens de Gentse economen.

De volgende regeerperiode belooft niet meteen beterschap voor mensen in armoede. Het Planbureau rekende de partijprogramma’s door en zag alleen bij Groen een substantiële stijging van de laagste inkomens. Groen wil alle uitkeringen en lonen optrekken tot de armoedegrens, wat zou betekenen dat de 10 procent Belgen met het laagste inkomen maandelijks 777 euro meer zou verdienen.

Degerickx van Netwerk tegen Armoede is blij dat koopkracht tenminste een thema is in de kiescampagne: ‘Politici herontdekken het thema armoede als de middenklasse dreigt getroffen te worden, denk aan de corona- en energiecrisis. De focus ligt vaak op mensen net boven de armoedegrens. Wij proberen dat als hefboom te gebruiken voor structurele preventieve maatregelen. Denk aan kinderopvang ook voor mensen die niet voltijds kunnen werken.’

Slangen is kritischer: ‘Armoede komt haast in geen enkel partijprogramma voor. Uit de doorrekening van de kiesprogramma’s blijkt dat de armste 20 procent bij verschillende partijen heel sterk zal moeten inleveren. Eigenlijk is er maar één partij die armoede echt op de agenda zet: Groen. Al zetten zij dus nagenoeg volledig in op de verhoging van de uitkeringen. Als enige remedie geloof ik daar niet in. Re-integratie en huisvesting zijn minstens zo belangrijk. De PVDA heeft geen specifiek armoedebeleid: zij beloven zowat alles aan iedereen.’

Diepte van armoede

Dat politici geen aandacht hebben voor armoede wijt ’S Jongers aan een gebrek aan begrip en kennis over de problematiek. Vaak gaat het over de oppervlakte van armoede en niet over de diepte ervan. Een voorbeeld: ‘Omdat tijdens mijn jeugdjaren mondzorg niet bovenaan het lijstje van prioriteiten stond, heb ik jarenlang mijn glimlach verborgen. Ik schaamde me voor mijn gebit.’ De oppervlakte is het gebrek aan geld om de nodige medische hulp te krijgen. Terwijl de diepte van armoede de impact is op de mens achter de statistieken: uitsluiting, isolement en lage eigenwaarde.

‘Laat me met rust’, horen sociaal werkers vaak volgens Degerickx van Netwerk tegen Armoede. ‘Dat is echter een overlevingsstrategie van mensen die zich isoleren van de samenleving. Zij kunnen moeilijk opboksen tegen vooroordelen, schuld en schaamte.’

Armoede is dus nooit alleen een gebrek aan geld, financieel kapitaal. Gebrek aan geld zorgt namelijk ook voor een tekort aan ‘cultureel kapitaal’: de vaardigheden ontwikkelen om een diploma te halen. Hoe rijker je ouders zijn, hoe groter de kans dat je zelf een universitaire studie zal doen. En ook sociaal kapitaal, een ondersteunend netwerk van vrienden, ontbreekt vaak. Die drie kapitalen benoemde de Franse socioloog Pierre Bourdieu al in 1979.

’S Jongers voegt er nog een vierde cruciaal kapitaal aan toe om de clusterfuck armoede te begrijpen, instantiekapitaal: weten hoe de overheid werkt, waar je precies moet zijn en hoe je het beste met instanties kunt communiceren.

Slangen beaamt het belang daarvan: ‘Mensen die zorg nodig hebben, moeten het moeilijkste traject afleggen om hun rechten uit te oefenen. Zo moet iedereen die op een wachtlijst staat voor een sociale woning zich nu opnieuw digitaal inschrijven met een identiteitsbewijs. (cynisch) Dat is natuurlijk ook een manier om de wachtlijsten te verkleinen. De overheid gebruikt zo een gebrek aan instantiekapitaal om de drempel nóg te verhogen.’

Er komt een tsunami van hulpverleners af op mensen in armoede, allemaal om één deelaspect te bekijken. Ze hebben één aanspreekpunt nodig.

Noël Slangen, voorzitter van het Kinderarmoedefonds

‘Vlaamse politici focussen sterk op het misbruik van sociale rechten. Denk aan iemand met een sociale woning, die ook nog een woning of grond in het buitenland zou bezitten. Dat is echter een marginaal gegeven. Terwijl twee derde van de sociale voordelen waar arme Vlamingen recht op hebben, niet worden opgenomen. Slechts één op drie slaagt er dus in om de tegemoetkomingen te krijgen waar ze recht op hebben.’

(Te) veel armoedes

De meeste burgers vinden het juiste online overheidsloket om pakweg subsidies voor zonnepanelen te bekomen. Voor mensen in armoede, met weinig instantiekapitaal, is dat veel minder evident. ’S Jongers doet in zijn boek dan ook een radicaal voorstel om voor een vijfde van de bevolking, de meest kwetsbaren, de overheid anders te organiseren. Zeer laagdrempelig, één loket en gericht op het voorkomen van erger.

Slangen is dat idee genegen. ‘Voor het merendeel van de mensen werkt een digitale overheid, voor hen hoef je dat niet te veranderen. Verander het alleen voor degenen die het nodig hebben. Nu komt er een tsunami van hulpverleners af op mensen in armoede, allemaal van een andere dienst om één aspectje van hun problematiek te bekijken. Gezinnen in armoede hebben één vertrouwenspersoon nodig, één aanspreekpunt. Dat zou veel oplossen.’

’S Jongers munt hiervoor de term armoede-taylorisme: ‘Iedereen is de laatste decennia met een bepaald soort armoede bezig, bijna niemand met dé armoede. Zo is er kinderarmoede, beweegarmoede, voedselarmoede, digitale armoede, openbaar vervoer-armoede, fietsarmoede, mobiliteitsarmoede, bereikbaarheidsarmoede, energiearmoede, hygiënearmoede, zorgarmoede, menstruatiearmoede en noem maar op. Elk overheidsafdelinkje haar eigen verantwoordelijkheidje.’ Zo moet het dus niet, aldus ’S Jongers.

Armoede uitgelegd aan mensen met geld is vanaf 21 mei te koop en kan nu al gereserveerd worden.

© De Correspondent

Partner Content