Armoede daalt in Brussel en Wallonië, maar níét in Vlaanderen

© Belga
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Het armoederisico in België is gedaald en staat nu op het laagste niveau sinds het begin van de metingen in 2004. Dat is groot en heugelijk nieuws.

Vandaag leeft 12,3 procent van de Belgische bevolking in een gezin waar het besteedbaar inkomen te laag is om menswaardig te kunnen leven. In 2019 was dat nog 14,8 procent. In 2004 was het 14,3 procent. Dat blijkt uit de officiële cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau.

Achter dat Belgische cijfer schuilen grote regionale verschillen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedraagt het armoederisico 27,7 procent. In het Vlaamse Gewest ligt het armoederisico het laagst. De Vlaamse provincies verschillen niet heel sterk van elkaar, het armoederisico ligt er rond de 7,5 procent, met uitzondering van Antwerpen waar het 10,4 procent is. Het armoederisico in het Waals Gewest is hoger dan dat van België. In Henegouwen en Luik bedraagt het armoederisico meer dan 16 procent, in Namen meer dan 15 procent en in Waals-Brabant 9,5 procent.

De armoede in ons land daalt al jaren.

Op Belgisch niveau is er dus sprake van een daling van het armoederisico. Die daling zien we in Brussel en Wallonië, maar níét in Vlaanderen waar het armoedecijfer stabiel blijft op 7,8 procent. Wim Van Lancker, professor sociaal werk en sociaal beleid aan de KU Leuven: ‘We zien het effect van beleidsmaatregelen, met name de opeenvolgende verhogingen van een aantal uitkeringen. Die daling situeert zich dus bij de niet-werkenden. Het armoederisico van mensen die niet werken blijft zeer hoog, maar is wel fors gedaald. Bij werklozen bijvoorbeeld is het armoederisico gedaald van 48 procent in 2019 naar 41,5 procent vandaag. Dat blijft ontzettend hoog maar suggereert wel een effect van de verbetering van de sociale minima.’

Ongelijkheid

De nieuwe armoedecijfers zijn gebaseerd op de inkomens van 2022. Dat was het eerste jaar waarin zo goed als alle coronasteunmaatregelen wegvielen. In tegenstelling tot wat velen tijdens corona vreesden, daalden de armoedecijfers ook tijdens de pandemie. Dat had ongelijkheidsexpert Ive Marx (UAntwerpen) eerder al voorspeld. Onze overheden zijn tijdens corona iedereen gul financieel te hulp gesneld, onder andere met de tijdelijke werkloosheid. Dat zorgde toen voor een daling van de armoede in ons land. Met de cijfers die vandaag bekend werden, blijkt dat die daling zich na het wegvallen van de coronasteun doorzet.

De armoede in ons land daalt dus al jaren. Dat geldt ook voor de ongelijkheid, zoals hier een maand geleden al werd geschreven. Toen bleek uit cijfers van de Nationale Bank dat de zowel de inkomensongelijkheid als de vermogensongelijkheid in ons land al sinds 2011 afneemt, en ook de jongste jaren nog vermindert.

Uit de ongelijkheidscijfers die begin dit jaar bekend werden bleek ook dat de ongelijkheid in vele andere Europese landen groter is dan in België. Uit de armoedecijfers die nu werden gepubliceerd blijkt dat het armoedeprobleem een pak groter is in veel andere Europese landen dan bij ons. Niet dat we hier geen armoedeprobleem zouden hebben. Mensen met een migratieachtergrond, laaggeschoolden en alleenstaande moeders lopen bij ons een veel grotere kans op armoede dan elders in Europa. Daar kan en moet zeker nog iets gebeuren.

Maar in tegenstelling tot wat nog vaak wordt beweerd, neemt de armoede in België dus af. Het zou het hoofdpunt moeten zijn in de journaals vanavond en voorpaginanieuws van alle kranten morgen. Benieuwd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content