‘Als het zo gemakkelijk is om geld bij te drukken, waarom geven we dan niet iedereen een basisinkomen?’
Zoals het nu wordt ingezet, maakt geld zelden gelukkig. Onderzoeker Stef Kuypers van de vzw Happonomy sleutelt aan een geldsysteem dat minder armoede veroorzaakt en meer welzijn creëert.
Er wordt veel gepraat over geld in onze wereld, ook door wetenschappers. De recente shift in het betaalverkeer van cash naar digitale transacties voedt het debat over de wenselijkheid van een ‘cashloze maatschappij’. Als een van de grote voordelen wordt de inperking van de slagkracht van criminele organisaties genoemd, hoewel critici aanvoeren dat die ook in een digitale betaalwereld hun weg wel zullen vinden. Het voornaamste nadeel zou de onvermijdelijke invoering zijn van een derde instantie naast koper en verkoper: de facilitator van het digitale betaalverkeer. Dat impliceert privacy-issues.
Een ander debat gaat over de aard van het geldsysteem. Geld doet rare dingen met mensen. Er zijn experimenten beschreven die illustreren dat geld het gedrag van mensen snel en sterk kan beïnvloeden. Als iemand net cash uit een geldautomaat heeft gehaald, zal hij of zij minder geneigd zijn een toevallige passant die zijn of haar portemonnee laat vallen daarop te wijzen – andere passanten doen dat doorgaans wel. Zelfs kleuters gedragen zich al anders als ze spelletjes met echt geld moeten spelen in plaats van met gekleurde schijven.
Onderzoeker Stef Kuypers, die werkt aan een doctoraat aan de VUB, specialiseert zich in het bedenken van een nieuw geldsysteem. Hij vond een gelijkgezinde in gastdocent Eddy Van Hemelrijck van de Karel de Grote Hogeschool, die na een lange loopbaan bij grote bedrijven nadenkt over hoe het anders zou kunnen. Beiden werken in het kader van de vzw Happonomy, die een economisch model promoot dat mensen gelukkiger moet maken.
Veel mensen zijn vandaag voor hun overleving afhankelijk van een loon dat ze krijgen voor werk dat ze niet graag doen.
‘Geld is niet meer dan iets dat mensen bedacht hebben om handel te vergemakkelijken zonder dat er per se onderling vertrouwen moet zijn’, vertelt Kuypers. ‘Het heeft in feite geen echte waarde. Maar door de manier waarop het onze economie aanstuurt, zijn veel mensen en bedrijven er te afhankelijk van geworden. Als het misloopt, kunnen ze struikelen en vallen. Er is overtuigend aangetoond dat het concept van een schuldeconomie bij lage economische groei gemakkelijk uitmondt in onbetaalbaarheid door de rentelast. In de huidige context van wereldwijd sputterende economieën is dat geen goed nieuws.’
Eerlijke ongelijkheid
Het bestaande monetaire systeem leidt tot drie problemen die we beter vermijden: onzekerheid, oneerlijke ongelijkheid en gebrekkige duurzaamheid. Een ideaal geldsysteem moet ‘eerlijke ongelijkheid’ promoten, inflatie en financiële crashes vermijden en een op duurzaamheid gestoelde economie met bijvoorbeeld minder vervuiling stimuleren.
‘Tijdens de coronacrisis zagen we dat overheden ineens miljarden euro’s ter beschikking hadden om in de economie te pompen en te vermijden dat bedrijven over de kop gingen’, stelt Kuypers. ‘Maar waarom kan de geldkraan niet even vlot opengedraaid worden om de strijd tegen bijvoorbeeld de klimaatopwarming of sociale ongelijkheid te voeren? Er zijn hier twee maten en twee gewichten in het spel.’
Kuypers bedacht een spel dat illustreert hoe verschillende geldsystemen een uiteenlopende dynamiek kunnen hebben. Hij speelde het al met gerenommeerde economen, inbegrepen federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) en een aantal kabinetsleden, wat interessante inzichten opleverde.
De essentie van het spel is dat spelers punten moeten verzamelen voor hun pensioen, maar in twee verschillende settings: een met schuld en een zonder schuld. De schuld krijg je bij aanvang op willekeurige basis mee (je moet ze blind als een kaartje uit een envelop halen). Het is de bedoeling dat je zo schuldenvrij mogelijk eindigt en toch een mooi pensioen hebt gespaard. In het andere – doorgaans het eerste – luik van het spel speel je zonder schuld en hoef je dus niets af te betalen. Je kunt in beide gevallen een deel van je inkomen schenken aan goede doelen.
De gevolgen van het schuldconcept waren snel merkbaar: spelers werden onzekerder, gingen sterker onderhandelen in de onderlinge transacties en doneerden veel minder voor de goede doelen. Mensen kregen in spelvorm te kampen met ‘financiële stress’. Een aantal deelnemers eindigde met een schuldenlast en zonder noemenswaardig pensioen – ze stonden model voor de mensen die vermalen worden in onze economische mallemolen. Het schuldsysteem creëerde grote ongelijkheid: sommige spelers hadden een luxueus pensioen, andere zouden in de echte wereld op straat beland zijn. In de duurzame versie zonder schuld voelde iedereen zich op het einde nog comfortabel.
Geld is niet neutraal
‘De klassieke economie beweert dat geld neutraal is, maar dat klopt natuurlijk niet’, zegt Kuypers. ‘Geld bepaalt veel in de maatschappij, zeker in functie van hoe het in omloop wordt gebracht. Helaas hebben veel economen te weinig aandacht voor de geldsystemen. Ze blijven voor hun analysen steken in wat gangbaar is. Bovendien gaan ze er te gemakkelijk van uit dat mensen rationeel handelen en aan de hand van de informatie waarover ze beschikken de best mogelijke beslissingen nemen. Dat is uiteraard niet het geval.’
De groeiende economische ongelijkheid is een heet hangijzer. ‘In het huidige systeem zie je dat steeds meer geld bij steeds minder mensen terechtkomt’, legt Kuypers uit. ‘In samenlevingen die mensen wijsmaken dat ze zo hard mogelijk moeten werken, is er veel meer ongelijkheid dan elders. Arme mensen hebben minder opties dan rijke om risico’s te nemen, want ze kunnen het zich niet veroorloven. In Angelsaksische landen worden zelfs studenten al in een keurslijf van schulden gewrongen. Het kan decennialang op hen blijven wegen en hun leven bepalen.’
In het systeem van Happonomy speelt geld een andere rol. ‘Vandaag is ongeveer 95 procent van het geld in omloop gecreëerd door commerciële banken in de vorm van leningen’, stelt Kuypers. ‘De op de leningen betaalde rente is hun winst. Banken creëren aan de lopende band nieuw geld. Er is berekend dat de Europese Centrale Bank tussen maart 2015 en december 2018 elke minuut ongeveer 1,3 miljoen euro aan extra geld bijdrukte, waarvan vooral de financiële wereld zelf profiteerde. Ons uitgangspunt is: als het zo gemakkelijk is om geld te maken, waarom doen we het dan niet om iedereen een basisinkomen te geven?’
Het hoge woord is eruit: basisinkomen! Het betekent dat iedereen, ongeacht wat hij of zij doet, elke maand een vast bedrag op de rekening krijgt. Er is geen belasting op inkomen, wel op het oppotten van geld – het moet blijven rollen! Om te vermijden dat mensen het uit circulatie halen, wordt er een mechanisme toegevoegd waarbij geld vernietigd wordt als het zich opstapelt. Kuypers vergelijkt het met een emmer die vol water loopt, maar in zijn wand kleine gaatjes heeft waaruit water kan weglopen. Tegen de bovenrand aan zitten grote gaten, zodat de emmer zelf nooit kan overlopen.
Het schuldsysteem creëert grote ongelijkheid tussen mensen.
Een huis kopen
Er zal nog plaats zijn voor banken in dat systeem, bijvoorbeeld in het kader van grote aankopen zoals een huis. ‘Voor een verkoper is het in ons systeem niet meer interessant om ineens een grote som geld op zijn rekening te krijgen’, legt Kuypers uit, ‘want het zal wegvloeien door het “overflow”-mechanisme. Hij zal er de voorkeur aan geven om het geld in schijven te ontvangen. Banken kunnen daarbij een rol spelen als mediator. Er moet wel nog meer onderzoek gebeuren om te bevestigen dat dit proces haalbaar is.’
‘Er is veel te winnen door onze samenleving uit haar huidige financiële keurslijf te halen’, meent Kuypers. ‘Veel mensen zijn vandaag voor hun overleving afhankelijk van een loon dat ze krijgen voor werk dat ze niet graag doen. Veel mensen leveren, als vrijwilliger of in het huishouden, belangrijke inspanningen zonder dat ze ervoor vergoed worden. Regeringen pompen veel geld in het bestrijden van inflatie en het niet laten verwateren van de koopkracht. In ons model met een basisinkomen gebeurt dat allemaal eerlijker en vanzelfsprekender.’
Over de kwestie dat de weinige realistische experimenten met een basisinkomen die al zijn uitgevoerd, meestal snel werden stopgezet wegens tegenvallende resultaten, is Kuypers kort: ‘Er werd doorgaans gefocust op een compleet verkeerd meetresultaat. In Finland werd een experiment stopgezet, omdat het er niet toe leidde dat meer mensen sneller aan het werk gingen. Maar de cruciale vraag is: wat gebeurde er met de levenskwaliteit van de mensen? Die ging er beduidend op vooruit, maar dat gegeven bereikte nooit het grote publiek. Het is nochtans de essentie.’
Voor meer informatie zie www.happonomy.org.