Walter Pauli
‘Als er een hitparade van apenlanden zou bestaan, zou België stijgen met stip’
‘Moet het politieke bestel echt op de schop? Of zijn het onze politici die niet beter kunnen?’, vraagt Knack-redacteur Walter Pauli zich af.
Vorige week heette The Economist de nieuwe Britse premier op een aparte manier welkom. Op de cover ( ‘The Brexit rollercoaster’) prijkte een tekening met een dolenthousiaste Boris Johnson boven op een achtbaan. Als een opgewonden kind staat hij klaar om zichzelf en zijn regering in de diepte te storten en zo zijn land, zijn volk en bovenal het pond sterling mee te sleuren in een van die dollemansritten die tegenwoordig kenmerkend zijn voor de Britse politiek. The Economist schreef daarbij woordelijk: ‘To stop no-deal, Tory MPs must be ready to bring down Boris Johnson’. Het meest gezaghebbende tijdschrift van Groot-Brittannië oefent nu dus al druk uit op de partijgenoten van de nieuwe premier – de derde in drie jaar – om hem zo snel mogelijk te laten vallen. En dan te bedenken dat die hele brexitsaga het gevolg is van electorale plannetjes die in 2016 bekokstoofd werden in Downing Street 10. Helaas zijn ze anders uitgedraaid dan de toenmalige bewoner, David Cameron, en zijn spindoctors voor ogen hadden.
Als er een hitparade van apenlanden zou bestaan, zou België stijgen met stip.
In de VS keurde het Huis van Afgevaardigden ondertussen een resolutie goed die president Donald Trumps ‘racistische opmerkingen’ sterk afkeurt. Nooit eerder had het parlement een president weggezet als ‘racistisch’. Eigenlijk gaat het om een open oorlog tussen president Trump en een deel van de Amerikaanse civil society, waarbij de pers en de rechterlijke macht voortdurend aangespoord worden om voluit mee te bakkeleien.
In Spanje is de situatie van premier Pedro Sanchez al evenmin benijdenswaardig. Sanchez zoekt al sinds 1 juni 2018 naar een werkbare meerderheid – los van de legitimiteitsproblemen waarvoor de Catalaanse crisis zijn kabinet stelt. Hij schreef al extra verkiezingen uit die door zijn eigen partij PSOE gewonnen werden, maar ook dat hielp niet. Vorige week nog verloor Sanchez twee vertrouwensstemmingen in het parlement. Mogelijk komen er dit jaar nog nieuwe verkiezingen.
Als er een hitparade van apenlanden zou bestaan, zou België niet alleen in de kopgroep zitten maar ook stijgen met stip. Vorig weekend – twee máánden na de verkiezingen van 26 mei – hebben de belangrijkste politici van de grootste partijen van het land, de N-VA en de PS, voor het eerst samen vergaderd. Dat kon niet zonder een theatersetting met nog vijf andere partijen erbij. Iedereen wist dat die vijf eigenlijk niet nodig waren, maar zonder hen zou zelfs die ene vergadering er nooit zijn gekomen. Een paar dagen eerder had de PS nog een ‘geheime vergadering’ met de N-VA afgeblazen uit louter partijpolitieke overwegingen.
Nog voor een regering is gevormd, zijn de partijen al beducht voor de gevolgen van de formatiegesprekken bij de volgende verkiezingen.
Het is een opvallende evolutie. Twintig jaar geleden lekten geheime gesprekken pas jaren later uit, doorgaans in boeken van Hugo De Ridder. Die onthulde bijvoorbeeld in 1991 dat in 1982 in het Ardeense dorpje Poupehan geheim overleg was gepleegd over de devaluatie van de Belgische frank – negen jaar later dus. Sindsdien ging het almaar sneller, en de voorbije jaren specialiseerden politieke redacties zich al in reconstructies van lopende onderhandelingen. Tot vorige week dus geheime ontmoetingen uitlekten nog vóór ze hadden plaatsgevonden. Kan de mallemolen nog sneller draaien?
De voorbije verkiezingen werden uitgelegd als een opgestoken middelvinger van de kiezer, dus van onze civil society, naar de politiek: ‘los het op’. Maar net als in het buitenland doen onze politici precies het tegenovergestelde en houden ze nog hardnekkiger vast aan de bekende schema’s en redeneringen, met op zijn best een nieuw trucje: ineens worden ook het Vlaams Belang en de PVDA betrokken in het klassieke Wetstraatspel. Net als in het buitenland blokkeren onze instellingen, regeringen en parlementen elkaar. En net als in het buitenland heeft dat te maken met een steeds complexer samenspel van (sociale) media, kiezers en politiek. De parlementaire democratie is stilaan bevangen door een permanente verkiezingskoorts. Dan beginnen politici te ijlen, stellen voorzitters als Elio Di Rupo, Bart De Wever of Gwendolyn Rutten zich om beurten op als regelrechte dramaqueens en wanen woordvoerders en partijknechten zich grote strategen. Nog voor een regering is gevormd, zijn de partijen al beducht voor de gevolgen van de formatiegesprekken bij de volgende verkiezingen.
Moet het politieke bestel echt op de schop? Of zijn het onze politici die niet beter kunnen?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier