‘Alle kerncentrales openhouden is niet realistisch’
In zijn startnota over energie bepleit formateur Bart De Wever (N-VA) de bouw van nieuwe kerncentrales én de levensduurverlenging van de nog bestaande centrales. Expert Pieter Vingerhoets (EnergyVille) is niet per definitie tegen. ‘Maar kernenergie is geen goedkope energie.’
De startnota over energie van formateur Bart De Wever (N-VA) leest, weinig verrassend, als de aankondiging van een ‘nucleaire renaissance’. Zo bevat de nota, die de krant De Morgen kon inkijken, een pleidooi om ‘alle drempels’ die zo’n renaissance in de weg staan zo snel mogelijk te schrappen.
Pieter Vingerhoets, expert Energie en Klimaatstrategie bij EnergyVille, schreef onlangs een genuanceerd essay over de toekomst van kernenergie (opgenomen in Heeft kernenergie toekomst, een uitgave van uitgeverij Houtekiet).
‘Ik ben niet pro of contra kernenergie’, vertelt hij in een videogesprek aan Knack. ‘Kernenergie kan een nuttige aanvulling zijn in het energiesysteem. Dé vraag is voor mij: moet ons land de niet geringe investeringsrisico’s die bij kernenergie horen, wegnemen met overheidsgeld? Dat is geen technische, maar een maatschappelijke vraag. Op basis van wat we over die startnota weten, geeft de N-VA op die vraag een duidelijk antwoord.’
‘Als je vandaag beslist om een nieuwe kerncentrale te bouwen, is die, in het allerbeste geval, in 2040 operationeel.’
De formateur wil de kerncentrales langer openhouden. Niet alleen de jongste twee, Doel 4 en Tihange 3, maar ook ‘alle overige’ reactoren. Is dat realistisch?
Pieter Vingerhoets: Voor een aantal reactoren niet, nee. Dan denk ik in de eerste plaats aan Doel 1 en 2, de oudste reactoren in ons land. Die hebben vijftig jaar lang hun job gedaan, en zijn nog moeilijk in lijn te brengen met de Europese veiligheidsnormen. Er zit ook geen enkele operator op die verlenging te wachten. Doel 4 en Tihange 3, dat is een ander verhaal. De vorige regering heeft vorig jaar beslist om die nog tien jaar open te houden, en je zou, zoals de N-VA voorstelt, inderdaad kunnen onderzoeken of het mogelijk is om daar nog eens tien jaar bij te doen. Daarnaast zijn er ook nog Doel 3 en Tihange 2, die gesloten zijn vanwege waterstofinsluitsels in de reactorvaten. Om te weten of je die kunt verlengen, moet je bijkomend onderzoek doen – maar dat is niet gebeurd. Ze zijn afgekoppeld en het personeel is weg. Als je die weer wilt activeren, kan dat hoogstens over zeven jaar, tegen financiële voorwaarden die sowieso minder gunstig zullen zijn dan die voor Doel 4 en Tihange 3. En we weten dat die voorwaarden al niet de beste zijn. Om de operator te overtuigen moest de overheid al voor de helft mee instappen.
Kernenergie: is er nog een rol weggelegd voor kerncentrales?
U schrijft in uw essay dat u zich niet persoonlijk over de wenselijkheid van verlengingen wilt uitspreken. ‘Nucleaire veiligheid is een van de redenen waarom ik dat niet doe.’
Vingerhoets: Geen enkele verzekeringsmaatschappij zal volledig de kosten dekken die horen bij een nucleair incident dat bijvoorbeeld de haven van Antwerpen zou stilleggen. Een belangrijk deel van die kosten zou dus voor de maatschappij zijn. Dat is niet noodzakelijk een argument tegen kernenergie, want de kans op een dergelijk incident is heel klein. Mijn punt is dat het een maatschappelijke keuze is. Uiteindelijk beslissen kiezers daarover. Mijn mening is niet relevanter dan die van anderen. Hetzelfde geldt voor de financiële risico’s. Als we sommige reactoren langer open willen houden – en daar zijn valabele argumenten voor te bedenken – zal dat tegen nog minder gunstige voorwaarden zijn dan bij Doel 4 en Tihange 3.
Dat geldt ook voor nieuwe centrales. Het zal de overheid vele miljarden kosten om het financiële risico van de investering weg te nemen. Ze zal enkele decennialang een gegarandeerde afnameprijs moeten bepalen. Want geen enkele investeerder zegt: ik zal in iets investeren waarvan ik over vijftig jaar misschien mijn investering terug heb.
‘Als je naar het geheel van de investering kijkt, is kernenergie zeker niet goedkoop.’
De formateur spreekt zich in de nota inderdaad uit voor de bouw van nieuwe reactoren en Small Modular Reactors (SMR’s), technologie die ‘op korte termijn’ inzetbaar zou zijn.
Vingerhoets: Dat is een wat vreemde definitie van ‘korte termijn’. Als je vandaag beslist om een nieuwe kerncentrale te bouwen, zal die, in het allerbeste geval, in 2040 operationeel zijn. Voor de SMR’s zal dat wellicht nog later zijn, en moet je eerder kijken naar 2045. In België is het Studiecentrum voor kernenergie (Sck) hiermee bezig, maar ze zijn nog erg ver van een werkende SMR. Ze hebben ook lang niet genoeg funding om er een te ontwikkelen.
Voorstanders van kernenergie argumenteren vaak dat het goedkope energie is.
Vingerhoets: Dat klopt niet. Veel mensen hebben daar in ons land een verkeerd beeld van. Ik denk dat het komt omdat onze kerncentrales al twintig jaar zijn afgeschreven. Vandaag is de energie die ze leveren inderdaad spotgoedkoop. Maar als je naar het geheel van de investering kijkt is dat zeker niet juist.
Beleeft kernenergie een renaissance? ‘Verdubbeling van nucleair vermogen in Europa is haalbaar tegen 2050’