Afscheid van hotelier Arie van der Valk: een rijke duitenkliever die vrouwen inspecteerde op goeie loopbenen
In Voorschoten, een slaapstadje tussen Den Haag en Leiden, overleed de 94-jarige Arie van der Valk. Samen met zijn broer Gerrit beheerde hij het gelijknamige concern met meer dan 100 hotels in Europa, op de Antillen en in de VS.
Zijn vader, Martinus, komt uit een nest van 24 kinderen en erft de ouderlijke boerderij annex café in Voorschoten. Hij wil een zaak voor elk van zijn 12 koters en koopt daarom uitgeleefde horecatenten op. In de jaren vijftig zet hij zijn zonen Gerrit en Arie aan het hoofd van zijn bedrijf. Gerrit als ondernemer en Arie, de enige die ook na zijn 18 nog studeert, als boekhouder. Later zegt Gerrit: ‘Als je hersens hebt, hoef je niet naar school.’
Warme secretaresse
In Amerika pikt Gerrit het motelconcept op. Dat willen de broers ook in Nederland: ‘goedkoop slapen, direct langs de snelweg’. En meteen met een groot restaurant eraan ‘met lekker eten net als thuis, zonder liflafjes, daar houden wij niet van’ (Gerrit). ‘Het liefst met buffet. Ze eten je dan arm maar drinken je rijk’ (Arie). Vreetschuren, noemt de concurrentie dat.
Hun logo, een kleurige toekan, halen ze in een overgenomen vogelpark. Gerrit jaagt op betaalbare locaties en bouwt. Arie organiseert centrale diensten en toeleveringsbedrijven: eigen boerderijen, eigen bakkerijen, een zilverwerk- en meubelfabriek, een reisbureau, later zelfs boten in Chili voor de aanvoer van vis en schaaldieren.
Aan het hoofd van elk hotel staat onveranderlijk een familielid, later een van de kinderen – tien bij Arie. Zij wonen verplicht met hun hele huishouden in de zaak. Eén keer per jaar komen ze op cijferaudiëntie bij ome Arie. Wie van die keiharde werkers het meeste winst op tafel legt, is de held. Arie, als cfo vaak een tsjoektsjoek, let op de kleintjes. Bijgerechten in zijn restaurants komen steevast in aparte kommetjes. Als niemand ervan eet, gaat het verhaal, kun je ze nog eens verkopen.
Van der Valk wordt een gigant. Volks, met bazen die klaverjassen en kamers waar iedereen komt. ‘De vertegenwoordiger die zijn relaties warm houdt zowel als de directeur die zijn secretaresse warm houdt’, schrijft de krant NRC. De broers blijven discreet op de achtergrond, maar halen toch twee keer alle voorpagina’s.
In 1982 willen drie Italiaanse bankrovers Gerrit ontvoeren, maar nemen bij diens afwezigheid genoegen met zijn vrouw. Zij houden Toos drie weken vast in Brussel, en laten haar pas vrij als Van der Valk omgerekend 6 miljoen euro ophoest. Gerrit koopt daarop een huis en een pas in Zwitserland en verkast deeltijds. Maar de affaire maakt ook de belastingen wakker.
Fokken
De fiscus pakt beide broers op in 1994 op verdenking van fraude en massaal zwartwerk. Bij een huiszoeking bij hoofdverdachte Arie slingert 2 miljoen euro cash rond. In sommige hotels hield hij tot een kwart van de omzet uit de boeken. Hun administratie rammelt. ‘Zonde van daar je tijd en geld in te steken’, meent Gerrit. En Arie weet van niks. ‘Jaarrekeningen lees ik nooit, heb ik van mijn vader geleerd.’
De rechtbank vergelijkt Van der Valk met een sekte. Die treft een schikking en betaalt omgerekend 96 miljoen euro. De broers hakken hun multinational dan in negen holdings. Wanneer de spanningen later tussen de bijna 800 clanleden oplopen (‘We fokken als de konijnen’, lacht Gerrits nazaat Vincent) komen die elkaar weleens bij de rechter tegen. Arie krijgt de tak Voorschoten met ook hun grootste herberg, hotel Akersloot: ruim 200 kamers en 11 congreszalen, 600 medewerkers en 7000 couverts met de kerstdagen.
Arie, een familieman met zijn zaak als hobby, brengt zijn oude dag niet achter sanseveria’s door. Hij blijft in zijn etablissementen rommelen. De rijke duitenkliever – privé geschat op een half miljard euro – let dan wel niet meer op aantrouwende vrouwen. Die placht hij steevast te inspecteren op ‘goeie loopbenen en stevige werkhanden.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier