Advocaat Fernand Keuleneer betreurt de ‘verrechtelijking van de politiek’
‘Het politieke debat wordt verplaatst van de politieke naar de juridische instellingen,’ waarschuwt Keuleneer in christelijk opinieweekblad Tertio.
Advocaat Fernand Keuleneer neemt in zijn vrije momenten graag deel aan het publieke debat. In het christelijke weekblad Tertio laat Keuleneer woensdag zijn licht schijnen over de groeiende impact die de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft op de maatschappij.
‘Als jurist onderzoek ik welke invloed die rechten op het systeem gehad hebben en hoe die invloed de subsystemen van de maatschappij hebben beïnvloed. (…) Op het niveau dat ik net schets zeg ik klaar en duidelijk, zij het misschien met lichte overdrijving: ik ben tegen de mensenrechten,’ klinkt het. ‘Ben ik daarom tegen de inhoud van die verklaring? Nee. Vind ik dat een goed politiek programma? Ja, in het algemeen wel. Maar van meet af aan was er verwarring over die tekst: is het nu een filosofisch statement, een politiek programma of een juridisch document? Voor een goed begrip: ik ben niet tegen de inhoud van de tekst. Wel tegen de tekst als juridisch document.’
Vooral in de politiek winnen mensenrechten en grondrechten terrein, zegt Keuleneer. ‘Er ontstaan steeds meer grondrechten en ze worden steeds vager. Het politieke debat wordt zo verplaatst van de politieke naar de juridische instellingen. En de uitspraken van die rechtscolleges leveren politiek, voorgesteld als arresten, die dikwijls beter geschreven zijn dan de partijprogramma’s. Zo krijg je een verrechtelijking van de politiek en een politisering van het recht. Het staat iedereen vrij dat toe te juichen, maar niemand heeft daarvoor gestemd.’
‘De terechte kritiek luidt dan ook dat internationaal recht het instrument van de machthebbers is. Maar omdat het niet meer gaat over internationaal recht maar veeleer over globaal recht – waarbij staten veelal nog slechts op te ruimen hinderpalen zijn – verliest het aan legitimiteit in grote delen van de wereld.’
Intussen wordt een reeks persoonlijke en maatschappelijke aangelegenheden door onwrikbare rechten tot grondwettelijke kwesties verheven, beargumenteert Keuleneer. Zo lijdt ook het debat rond de hoofddoek volgens hem aan ‘vergrondrechtelijking’. ‘Als een school beslist dat er geen hoofddoek gedragen wordt, wordt dat plots een mensenrechtelijk probleem en dus opgetild naar het hoogste niveau van het juridische systeem.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier