Aan het Antwerpse Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (KMSKA) staat vrijdag een herdenking gepland voor de zeven dodelijke Congolese slachtoffers van een ‘mensenzoo’ die tijdens de wereldtentoonstelling van 1894 georganiseerd werd. Actievoerders eisen een gedenkteken.
Samenvatting
– punt 1
– punt 2
Actievoerders zullen vrijdag bloemen neerleggen aan het KMSKA, op de plek waar zich in 1894 de ‘mensenzoo’ bevond die aan zeven Congolezen het leven kostte. De 63e verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid, op 30 juni, leek voor de initiatiefnemers het geschikte moment om het thema opnieuw leven in te blazen.
Eind vorig jaar publiceerden dekolonisatie-experten Judith Elseviers en Nadia Nsayi, in samenwerking met Hand in Hand tegen racisme vzw, nog een open brief waarin ze het stadsbestuur om een gedenkteken vroegen. Volgens Elseviers en Nsayi was er bij de heropening van het museum in 2022 te weinig aandacht gegaan naar dat stukje lugubere Antwerpse geschiedenis. Meer dan duizend mensen ondertekenden de open brief.
Mensenzoos
Voor de wereldtentoonstelling van 1894 werd een Congolees namaakdorp opgetrokken op de Antwerpse Leopold De Waelplaats. Dat is de plek waar vandaag het KMSKA staat. Die ‘mensenzoo’ was geen uniek fenomeen op Belgische wereldtentoonstellingen. Ook op de eerdere wereldtentoonstelling in Antwerpen (1885) en de wereldtentoonstellingen in Brussel (1897), Luik (1905) en Gent (1913) werden mensen uit gekoloniseerde gebieden aan het westerse publiek ‘tentoongesteld’. De laatste mensenzoo op Belgische bodem werd georganiseerd in Brussel in het kader van de wereldtentoonstelling van 1958. De Congolezen die daar ondergebracht werden, gaven er zelf de brui aan na de vele vernederingen door het publiek. Twee jaar later riep Congo de onafhankelijkheid van het land uit.
In de mensenzoo op de Leopold De Waelplaats verbleven 144 Congolezen: 80 mannen die geselecteerd waren uit het koloniale leger en daarnaast ook families uit verschillende Congolese regio’s. 7 onder hen overleefden hun verblijf in België niet.
Geen reactie
‘Tot nu toe kwam er van de stad Antwerpen heel weinig reactie op onze open brief van vorig jaar’, zegt Elseviers nu. ‘In het Vlaams Parlement zijn er wel vragen over gesteld aan minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA). Maar Vlaanderen schuift de hete aardappel opnieuw door naar Antwerpen. Dat is gek, want Jan Jambon behoort tot dezelfde politieke partij als de Antwerpse burgemeester Bart De Wever. Je zou verwachten dat zij wel tot een consensus kunnen komen.’
Zelf zegt Elseviers, die het herdenkingsmoment van vrijdag mee organiseert, niet te weten waarom het gedenkteken er niet is. ‘Vorige maand is er aan het districtshuis van Borgerhout een gedenkteken geplaatst voor de slachtoffers van het kolonialisme in Congo. Ook dat is goedgekeurd door de stad Antwerpen. We begrijpen dus niet waarom een gedenkteken aan het Koninklijk Museum moeilijk ligt.’
Intergenerationeel trauma
Voor de activisten is het essentieel dat het gedenkteken er komt op de site van het Koninklijk Museum. ‘In de stad zijn er herdenkingsmonumenten voor andere mensen die in gruwelijke context om het leven zijn gekomen’, zegt Elseviers. ‘Waarom kan dat dan niet voor de Congolese slachtoffers? De stad pleit bovendien openlijk voor inclusie. Hier wonen ook verschillende gemeenschappen bij wie de koloniale geschiedenis littekens heeft geslagen’, zegt Elseviers. ‘Jongeren met Congolese roots of uit andere gebieden die gekoloniseerd zijn geweest, dragen die intergenerationele littekens. Zij hebben er baat bij dat dat leed erkend wordt. Maar ook voor Belgische inwoners is een gedenkteken iets positiefs. Ook zij dragen die ballast van het verleden op hun schouders. Met onze actie proberen we op een vredevolle manier druk te zetten.’
Knack kreeg voorlopig geen reactie van de stad Antwerpen.