Acteur Karel Vingerhoets: ‘Het mooiste aan de twijfel is dat hij weer verdwijnt’
Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.
‘Twijfel is een beetje zoals een natte dweil’, zegt Karel Vingerhoets. ‘Hij is noodzakelijk als je je huis proper wilt houden, maar je bent toch altijd blij als de vloer weer droog is. Als de mist optrekt en je de dingen opnieuw klaar ziet. Het mooiste aan de twijfel is dat hij weer verdwijnt. In juni is het vijftig jaar geleden dat ik ben afgestudeerd als acteur aan Studio Herman Teirlinck.
‘Natuurlijk zijn er in al die jaren momenten geweest dat ik twijfelde over mijn bestaan als acteur. Zoals die keer dat ik met Wannes Van de Velde en zijn poesjenellentheater rondtrok. De minister had ons subsidies toegekend, maar na acht maanden waren die er nog niet. Uiteindelijk las ik in de krant dat ze er nooit zouden komen. “Ik hoef niet betaald te worden”, zei Wannes. Maar dan nog had ik een schuld van 300.000 frank. We hebben dan een grote benefiet georganiseerd met Jan Decleir, Jan Leyers, Hugo Matthysen en vele anderen. De volgende ochtend zat Chareltje op de dorpel van het bankfiliaal, met een kistje waarin 300.000 frank zat.
‘Later is me dat nog twee keer overkomen. Acht jaar hebben mijn vriendin Nele en ik Theater Vooruit in Boechout geleid. Elk jaar kwamen er 10.000 mensen naar onze voorstellingen, maar we werden negatief beoordeeld. Terwijl de commissie niet eens komen kijken is. Later wilde ik in de Zirkstraat in Antwerpen een theater openen in De Gulden Handt, in de geest van Wannes, op de plek waar hij zelf was opgegroeid. Dat is helaas niet gelukt. Misschien was ik te onervaren in de ondernemerswereld. Het bracht me van de kaart: drie jaar heb ik niet opgetreden, alleen maar geschilderd.’
Toch hebt u de twijfel overwonnen.
Karel Vingerhoets: ‘Kan kunst de wereld redden?’ vragen ze altijd. Maar het antwoord is simpel: ‘De wereld moet alles doen om kunst te redden. Zeker in deze troebele tijden: straks zullen we de schilderijen in Kiev moeten redden. Daarom kunnen ze mij niet raken, want ik heb een missie. Ik ben amper zeventig en nog lang niet uitverteld. Ik wil weer op tournee. Twijfel is oké. Maar het is gewoon ongelofelijk plezant als je kunt zeggen: Ik heb genoeg getwijfeld, nu ga ik voor de leeuwen staan. Daar is de lente, daar is de zon.
Tot het weer winter wordt en de twijfel opnieuw begint?
Vingerhoets: Zo is het. Speciaal voor uw rubriek heb ik er een gedicht over geschreven:
Een mens houdt van De Twijfel zoals een mens van een huisdier houdt
dat springt ’s morgens brutaal op uw bed
dat schiet onverwacht tussen uw benen door
dat zit onbereikbaar hoog op een kast
dat bedrijft de liefde waar gij bij staat, voor wie haar nodig heeft
De Twijfel is overal!
Spreek haar tegen en zij verdwijnt
Geef haar gelijk en zij sterft: De Twijfel is overal!
Aan de speeltafel van de taal snuift de dichter het geluk van de bladspiegel