ABVV over alleenstaande ouders: ‘De overheid maakt het hun nog moeilijker dan ze het al hebben’
Of ze nu een huis willen kopen, een job zoeken, hun zieke kind moeten opvangen of belastingen betalen: eenoudergezinnen worden keer op keer benadeeld. Daarom wil de socialistische vakbond ABVV dat elke nieuwe wet voortaan aan een eenoudertoets wordt onderworpen.
Meer dan 14 procent van de Vlaamse gezinnen is een eenoudergezin. Dat wil zeggen dat 180.000 kinderen bij hun alleenstaande moeder (80 procent) of vader (20 procent) gedomicilieerd zijn. Meestal omdat hun ouders gescheiden zijn, soms ook omdat een van hen overleden is of ze een bewust alleenstaande moeder hebben. Er bestaat geen twijfel over: de komende jaren zullen er nog meer eenoudergezinnen bij komen. En toch loopt het beleid achter. Volgens het Vlaamse ABVV worden alleenstaande ouders zelfs systematisch benadeeld. In een nieuwe studie somt de socialistische vakbond 32 problemen op waarmee ze te maken krijgen. ‘Tijdens besprekingen tussen de sociale partners bleek de laatste jaren keer op keer dat eenoudergezinnen vaak extra worden geraakt door manco’s in het sociale beleid’, zegt algemeen secretaris Caroline Copers. ‘Allemaal hebben we wel een alleenstaande ouder in onze familie of vriendenkring. Maar we staan er amper bij stil hoeveel drempels zij moeten overwinnen, op alle mogelijke domeinen.’
Alleenstaande ouders verdienen 30% minder dan tweeverdieners,18,6% leeft in energiearmoede, 44% stelt noodzakelijke medische zorgen uit en 44% heeft depressieve neigingen.
Gemiddeld moeten eenoudergezinnen het doen met een inkomen dat 30 procent lager ligt dan bij tweeverdieners. Heel wat alleenstaande ouders hebben wel recht op alimentatie van hun ex-partner, maar die wordt niet altijd correct betaald. Het gevolg is dat 20 procent van de eenoudergezinnen de armoedegrens niet haalt en 40 procent moeilijk rondkomt. Het is veelzeggend dat 30 procent van hen medische zorgen uitstelt.
Opvallend is dat maar 66,5 procent van de alleenstaande moeders werkt. Vooral laagopgeleide vrouwen met heel jonge kinderen zitten vaak thuis. Dat komt onder meer doordat ze geen geschikte en betaalbare plek in de kinderopvang vinden. 40 procent van de eenoudergezinnen brengt de kinderen naar de crèche, tegenover 60 procent van de koppels.
Alleenstaande ouders die wel werken, hebben veel vaker een voltijdse baan dan tweeverdieners. Meestal omdat ze het zich niet kunnen veroorloven om deeltijds te werken. Ook tijdskrediet en ouderschapsverlof kunnen ze moeilijk opnemen, omdat er geen tweede inkomen is om ondertussen op terug te vallen. Bovendien hebben ze minder mogelijkheden om onvoorziene problemen op te vangen. Koppels hebben samen recht op 20 dagen familiaal verlof per jaar, eenoudergezinnen hebben recht op de helft. Daardoor zitten veel alleenstaande ouders in de rats als een van hun kinderen ziek wordt, gedragsproblemen heeft, of om een andere reden extra aandacht nodig heeft.
Nu bestaan er natuurlijk wel speciale tegemoetkomingen voor eenoudergezinnen, zoals de verhoogde schooltoelage, een verhoging van de belastingvrije som voor kinderen ten laste, een eenoudertoeslag boven op het gewone kindergeld en een hogere premie bij ouderschapsverlof. Ook op lokaal niveau worden her en der al initiatieven genomen. Zo krijgen alleenstaanden in Mechelen elk jaar een aankoopbon van 25 euro en krijgen ze in Puurs een korting op de gemeentebelastingen. Maar een echt groot verschil maakt dat niet.
Te weinig vakantie
Op heel wat andere vlakken worden eenoudergezinnen wel degelijk benadeeld. De woonbonus, bijvoorbeeld, levert hun maar de helft op van het belastingvoordeel dat koppels kunnen opstrijken. Voor eenoudergezinnen is de aankoop van een huis sowieso niet vanzelfsprekend: 56 procent van de alleenstaande ouders heeft een eigen huis, tegenover 83 procent van de koppels. Ook op de huurmarkt hebben ze het vaak niet gemakkelijk. Om te beginnen worden ze er soms gediscrimineerd, want nogal wat verhuurders hebben weinig vertrouwen in een alleenstaande huurder met kinderen. De huurprijs neemt in verhouding ook een grotere hap uit hun budget. Liefst 40 procent van de eenoudergezinnen woont in een huis van slechte kwaliteit.
De laatste jaren bleek keer op keer dat eenoudergezinnen vaak extra worden geraakt door manco’s in het sociale beleid.
Algemeen secretaris Caroline Copers
Een andere zware kostenpost is de energiefactuur. De almaar stijgende energiekosten vallen de meeste gezinnen zwaar, maar bij eenoudergezinnen wegen ze nog meer door. Bijna 19 procent van hen leeft in energiearmoede, tegenover een kleine 5 procent van de koppels.
Alleenstaande ouders hebben het in veel gevallen niet alleen moeilijk om rond te komen, ze worstelen ook met de organisatorische kant van de zaak. Ze hebben de helft van de vakantiedagen waar koppels over beschikken om de schoolvakanties van hun kinderen te overbruggen. Huishoudhulp via dienstencheques kunnen velen zich niet veroorloven. Geen toeval wellicht dat 44 procent van de alleenstaande ouders depressieve neigingen heeft – bij koppels is dat 25 procent.
Ook kinderen uit eenoudergezinnen hebben vaker psychische problemen dan leeftijdgenoten die opgroeien in een gezin met twee ouders. Op school scoren ze gemiddeld 8 procent lager dan andere leerlingen. Later verdienen ze gemiddeld 30 procent minder, en ze zijn vaker single.
Eenoudertoets
Het ABVV pleit ervoor om de bestaande wetgeving zo veel mogelijk in het voordeel van eenoudergezinnen aan te passen. ‘Het arbeidsmarktbeleid is bijvoorbeeld heel belangrijk’, zegt Caroline Copers. ‘Zo is kinderlast vandaag geen gegronde reden om niet te gaan solliciteren, terwijl dat voor heel wat alleenstaande ouders een grote hinderpaal is. Er moet ook rekening mee worden gehouden dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt voor hen een nog grotere uitdaging vormt.’
Om nieuwe wetten en regels tegen het licht te houden, wil het ABVV een eenoudertoets invoeren – naar analogie van de bestaande armoedetoets. ‘Voor een nieuwe wet of maatregel wordt ingevoerd, zou men moeten nagaan of eenoudergezinnen daardoor worden geholpen of net meer in de problemen komen. Nu nemen ministers, meestal onbewust, nog te vaak beslissingen die hen benadelen.’ Zo zijn werkzoekenden bijvoorbeeld verplicht om een job te aanvaarden binnen een straal van 60 kilometer van hun woonplaats. Voor veel alleenstaande ouders die zelf voor de opvang van hun kinderen moeten instaan, is dat niet haalbaar. ‘En toch wordt er voor hen geen uitzondering gemaakt’, aldus Copers. ‘Ik hoop dat de volgende regeringen, de Vlaamse en de federale, meer rekening met die mensen zullen houden. En dat ze geen beleid uittekenen dat het voor eenoudergezinnen nog moeilijker maakt dan ze het al hebben.’
LISE AERTS (28)
Moeder van Mitte (4) en crisispleegmoeder
‘Van thuis had ik wat spaargeld meegekregen, we hadden al wat voor onze dochter gespaard, en toen onze relatie twee jaar geleden op de klippen liep, kon ik in ons huurhuis blijven wonen. Daardoor had ik een voorsprong toen ik aan mijn leven als alleenstaande moeder begon.
‘Natuurlijk was het zwaar om de hele huur plots zelf te moeten betalen, maar ik hoefde tenminste niet te verhuizen. Als alleenstaande moeder is het niet gemakkelijk om een betaalbare woning te vinden, want de meeste mensen verhuren liever aan gezinnen die twee loonfiches kunnen voorleggen. Wonen is voor mij hoe dan ook de grootste uitgave. Niet alleen de huur maar ook de energiefactuur. De verwarming staat hier nooit hoger dan 19 graden. Desnoods doen we een extra trui aan.
‘Wel vind ik het jammer dat ik het me maar moeilijk kan veroorloven om op reis of uit eten te gaan. Met de UiTPAS van de stad kunnen we nu wel voor 3,5 euro per persoon in het sociaal restaurant gaan eten. Dat is een van onze kleine gelukjes. Eén keer in de twee weken trakteer ik ons daar ook op een dessert.
‘Ook op praktisch vlak mag ik me gelukkig prijzen. Mittes papa doet nog veel voor haar, ik kan op mijn ouders terugvallen, ik heb een groot netwerk en flexibele werkuren. Toch is het soms moeilijk om alles georganiseerd te krijgen. Zeker omdat ik ook geregeld pleegkindjes in huis heb. Wordt een van hen ziek, dan kan ik niet altijd opvang regelen. Het voorbije jaar had ik daardoor niet genoeg aan de tien dagen familiaal verlof waarop ik recht heb. In de crèche waar ik als verantwoordelijke werk, moeten we geregeld ouders bellen omdat hun kind ziek is. Het gebeurt weleens dat een alleenstaande moeder dan zegt dat ze het niet kan komen ophalen. Dat is natuurlijk niet oké, maar ik kan het wel begrijpen. Als zo’n vrouw haar werk verliest, is ze nog verder van huis.
‘Over het algemeen ben ik gelukkig. Alleen wordt dat geluk een beetje begrensd. Ik kan de risico’s niet nemen die koppels zich kunnen veroorloven. Ik kan bijvoorbeeld geen maand vrijaf nemen om te reizen of om me te bezinnen. Ik moet er staan. Elke dag weer.’
ANKE GEVAERT (45)
Moeder van Jules (13) en Jeanne (8)
‘Mensen zeggen soms dat het mijn eigen schuld is: ik had er maar niet voor moeten kiezen om in mijn eentje kinderen te krijgen. Maar ik klaag niet. Net doordat we van bij het begin een eenoudergezin zijn, hebben we niets hoeven op te geven.
‘Breed hebben we het niet. Ik leef op dit moment van een ziekte-uitkering. Door ernstige rugproblemen heb ik jaren geleden, nog voor de kinderen er waren, mijn werk als verpleegkundige moeten opgeven. Terwijl ik me aan het omscholen was om te kunnen lesgeven, had ik een fietsongeval. Sindsdien heb ik amper nog kunnen werken. Ik ben nu wel op zoek naar een baan, maar gemakkelijk is dat niet.
‘Doordat ik een laag inkomen heb, kan ik wel een beroep doen op allerlei tegemoetkomingen. We krijgen verhoogde studietoelagen, dankzij een initiatief van de stad hoef ik niet te betalen voor Jeannes dansles en Jules’ baseball, en voor de kampen van de CM krijg ik ook een speciaal tarief. Die voordelen krijg ik omdat ik een laag inkomen heb, niet omdat ik een alleenstaande ouder ben. Ik heb gescheiden vriendinnen die net te veel verdienen om recht te hebben op zulke voordelen. Zij hebben het vaak heel moeilijk om rond te komen.
‘Het is ook niet gemakkelijk met één inkomen – of dat nu een uitkering of een loon is. Vooral nutsvoorzieningen nemen een grote hap uit mijn budget. Elektriciteit, verwarming en wifi kosten mij evenveel als een gezin met twee ouders, maar ik moet die rekeningen natuurlijk wel alleen betalen. Hetzelfde met de uitgaven voor de kinderen. Mijn zoon heeft ontwikkelingsstoornissen, waardoor ik al veel geld heb moeten uitgeven aan therapie en opvoedingsondersteuning. En nu heeft hij ook nog eens een beugel nodig. Zulke grote kosten schiet mijn moeder vaak voor, maar ik moet haar natuurlijk wel terugbetalen.
‘Niet dat we iets tekortkomen. We hebben eten en een dak boven ons hoofd en het is hier lekker warm. Veel meer hebben we niet nodig. Op reis gaan doe ik niet graag, en gelukkig hecht ik ook geen belang aan dure kleren of schoenen. Anders had ik echt een probleem.’
INKE HUTSE (39)
Moeder van Nand (8)
‘Al acht jaar ben ik alleen met mijn zoon, Nand. Hij woont afwisselend een week bij zijn vader en een week bij mij. Zijn vader en ik hebben een goede verstandhouding en we delen de kosten voor Nand ook. Dan nog is het niet altijd gemakkelijk.
‘Toch heb ik, na lang aarzelen, een huis gekocht. Dat zie ik als een investering in Nands toekomst. Ooit zal hij zorg moeten dragen voor twee bejaarde ouders die niet voor elkaar zorgen. Als er dan geen huis is dat kan worden verkocht als ik naar een rusthuis moet, zal hij voor die kosten moeten opdraaien. Naast de afbetaling zijn de rekeningen voor gas, elektriciteit en water mijn grootste kostenpost. Als ik een partner had die de helft van de afbetaling en de energiefactuur voor zijn rekening zou nemen, zou ik elke maand gemakkelijk 500 euro op mijn spaarrekening kunnen zetten. Maar daar mag je niet te veel bij stilstaan.
‘Ook op praktisch vlak staan alleenstaande ouders vaak voor andere problemen dan koppels. Je kunt bijvoorbeeld niet zomaar elke job aanvaarden. Vorige jaar nog kreeg ik een fantastische kans, maar het ging om werk waarvoor ik elke dag lang onderweg zou zijn. Wie zou er dan mijn zoon voor 18 uur op school ophalen? Dat aanbod heb ik dus moeten afslaan.
‘Ik werk nu als freelancejournaliste, en daarnaast ben ik op zoek naar een halftijdse vaste job. Dat ligt niet voor de hand. Als ik niet in de buurt van mijn woonplaats of op een plek met een vlotte treinverbinding kan werken, lukt het me gewoon niet om alles georganiseerd te krijgen. Verhuizen is geen optie, want ik moet in de buurt van Nands vader blijven wonen. Daardoor duurt de zoektocht naar werk nogal lang en zit de VDAB me achter de veren. Geen wonder dat sommige alleenstaande ouders kiezen voor werk dat weinig centen of voldoening oplevert maar wel dicht bij huis is.
‘Ik voel me geen slachtoffer. Mijn leven is behoorlijk goed georganiseerd, en dat is helemaal mijn eigen verdienste. Toch zou de overheid wat meer inspanningen mogen leveren voor alleenstaande ouders. Als je zegt dat je gezinnen belangrijk vindt, moet je voor álle gezinnen zorgen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier