Meer openheid voor moslims in katholieke scholen? De Belgische bisschoppen vinden het prima. Dat zegt aartsbisschop Jozef De Kesel, die zich voor het eerst hierover uitspreekt. ‘Lieven Boeve heeft niet gezegd dat er in de katholieke scholen kleine moskeeën moeten komen.’

Het aartsbisschoppelijke paleis in Mechelen staat in de steigers. De renovatie van het achttiende-eeuwse classicistische gebouw komt niets te vroeg. De afbladderende verf en de piepende deuren staan symbool voor de toestand van de katholieke kerk in België. Met slechts vier of vijf procent van de bevolking die zich nog praktiserend katholiek noemt, is de hele kerk misschien wel toe aan een opknapbeurt.

Door de werken moest de opvolger van monseigneur André-Joseph Léonard verhuizen naar een andere vleugel van het paleis. Aartsbisschop Jozef De Kesel (69) lacht wanneer ik opmerk dat zijn voorlopige kantoor niet echt gezellig is en het meubilair wel in een kringloopwinkel bijeengescharreld lijkt. ‘Dat vind ik niet zo belangrijk. Erger is dat deze plek niet warm te krijgen is, en dat het hier ’s avonds altijd zo donker en somber blijft, ondanks de gruwelijk lelijke verlichting.’

De Kesel was vijf jaar bisschop van West-Vlaanderen. In Brugge belandde hij in het oog van een mediastorm nadat hij een pedofiele priester had benoemd. ‘Dat had ik beter niet gedaan’, zegt hij daarover. Hij is minder volks dan zijn voorganger André-Joseph Léonard, die inmiddels vertrokken is naar de Provence, waar hij de rest van zijn leven zal slijten als hulpkapelaan in het bedevaartsoord van Notre-Dame du Laus. Daarom zal De Kesel ook niet snel opduiken als grapjurk in De slimste mens ter wereld – iets wat Léonard wél deed – maar hij is wel progressiever en sluit dichter aan bij de pontificale lijn die paus Franciscus uitzet in het Vaticaan.

Is uw leven sterk veranderd sinds 12 december 2015, toen u aartsbisschop werd?

JOZEF DE KESEL: Niet zo erg, al zorgt de grotere verantwoordelijkheid af en toe wel voor stress. Zeker sinds ik ondervond dat alles wat ik zeg onder een vergrootglas wordt gehouden. In Brugge stond ik dichter bij de dagelijkse werking van de kerk. Dat mis ik.

U bent ook de ‘baas’ van Lieven Boeve, de topman van het katholiek onderwijs. Wat vindt u van zijn voorstellen voor de dialoogscholen?

DE KESEL: Lieven Boeve is al lang bezig met de voorbereiding van dat project. Vorig jaar hebben we met alle bisschoppen daarover uitgebreid met hem gedebatteerd, en we steunen zijn voorstellen volledig. Het katholieke onderwijs gaat uit van zijn eigen identiteit. Dat impliceert automatisch dat het openstaat en respect heeft voor anderen.

U hebt dus geen bezwaar tegen pakweg stille gebedsruimtes voor islamitische leerlingen in de scholen of islamlessen buiten de schooluren?

DE KESEL: Sommigen focussen te veel op uiterlijkheden. De scholen kunnen daarover zelf beslissen. Een landelijke school met nauwelijks allochtone leerlingen zal dat anders doen dan een gekleurde school in Antwerpen of Brussel.

De woordvoerder van de Antwerpse bisschop Johan Bonny reageerde nochtans eerder negatief.

DE KESEL: Niet op het project zelf. De hevige emoties die dit voorstel losmaakt, bewijzen hoe gevoelig het thema is, en dat we nog niet volledig klaar zijn voor de aanwezigheid van de islam en van moslims in ons land. Het échte debat gaat over identiteit en openheid. Dat zijn geen tegenstellingen, integendeel. Het is net omdát er verschillen zijn, dat men in dialoog kan treden.

Paus Franciscus zei onlangs dat hoofddoeken voor hem geen probleem zijn. Tenminste: als christenen ook een kruis mogen dragen, indien zij dat willen.

DE KESEL: Daar ben ik het totáál mee eens. Tegen het dragen van een boerka maak ik wel bezwaren, omdat je een mens altijd leert kennen via zijn gelaat en ogen. Je kunt je ook afvragen of een hoofddoek een culturele of een religieuze aangelegenheid is.

Marokkaanse meisjes die op school een hoofddoek dragen zijn voor u geen probleem?

DE KESEL: De scholen zijn daar vrij in. En mij stoort het niet. Net zo min als ik me stoor aan een Jood met een keppeltje op zijn hoofd. Waarom zou mij dat storen? Eigenlijk begint de eerbied voor de ander pas als je ook aanvaardt dat je van die ander verschilt. Maar omdat dit maatschappelijk allemaal zo delicaat ligt, is het beter om heldere afspraken te maken over het dragen van religieuze symbolen in publieke ruimtes.

Lieven Boeve zei in een interview dat het hem niet kan schelen hoeveel katholieken er in zijn scholen zitten. Ben u het daarmee eens?

DE KESEL: Ik was drie jaar geleden in Marokko, een moslimland. De aartsbisschop daar is ook voorzitter van de inrichtende macht van tien katholieke scholen. De leerlingen zijn bijna allemaal moslims en verkiezen die scholen omdat ze een hoog niveau halen. Met die scholen draagt de kerk bij aan de opbouw van dat land.

Een school moet toch meer zijn dan een kwaliteitslabel?

DE KESEL: Dat is ook zo. Hier staat het katholiek onderwijs ook voor kwaliteit, waardoor ook niet-gelovige ouders hun kinderen naar het vrij onderwijs sturen. De directies moeten er wel over waken dat hun school gedragen wordt door christenen.

Wat betekent voor u het katholieke project in het onderwijs?

DE KESEL: De katholieke kerk is via onder meer de scholen sterk verankerd in onze samenleving. Dat bewijst dat christen-zijn niet beperkt blijft tot het privéleven. Daarom ben ik het ook niet eens met de pure verlichtingsideologie, die stelt dat religie enkel bestaansrecht heeft in de privésfeer van de burger. Dat is hetzelfde als zeggen dat religie irrelevant is. Het christendom moet cultureel en maatschappelijk relevant blijven.

Heel wat moslimouders geven aan dat ze geen vragende partij zijn voor gebedsruimtes of hoofddoeken in de klas.

DE KESEL: Lieven Boeve heeft met die voorbeelden enkel willen zeggen dat scholen met veel moslims dat kunnen overwegen. Hij heeft niet gezegd dat daar overal kleine moskeeën moeten komen. Ik denk dat moslims een katholieke school verkiezen vanwege de onderwijskwaliteit, maar zeker ook omdat het een gelovige omgeving is. U mag niet vergeten dat wij iets heel belangrijks delen met de moslims, namelijk het geloof in God.

Critici van de dialoogscholen zeggen: wie lid wil worden van de club van katholieken, moet zich aan de clubregels houden.

DE KESEL: De kerk zegt dat je gedoopt moet zijn om erbij te horen. Maar eenmaal gedoopt, bestaan er vele manieren om erbij te horen. Je kunt als gelovige een overtuiging hebben, maar je moet altijd gastvrij blijven voor anderen. Daarom denk ik niet dat wij katholieke scholen moeten voorbehouden voor overtuigde katholieken.

Wat vindt u van het idee van een ontzuilde eenheidsschool?

DE KESEL: Ik ben daartegen. Je kunt proberen om jongeren volledig vrij te laten en hen zo weinig mogelijk te beïnvloeden. Je biedt hen dan aan wat er op ‘de markt’ te krijgen is, en dan moeten ze maar kiezen. Dat is niet de beste manier want zo zullen ze later niet bekwaam zijn om te kiezen. Pas als je hen in contact brengt met mensen die zelf een overtuiging hebben, kunnen ze een keuze maken.

Wat ziet u als de belangrijkste uitdagingen voor u en de Kerk?

DE KESEL: De allergrootste uitdaging voor onze kerk is om haar juiste plaats te vinden in deze seculiere samenleving. Dat lijkt paradoxaal, maar dat is niet zo. De westerse samenleving was nooit eerder zo seculier, maar religie was ook nooit zo sterk aanwezig als nu. Mede dankzij de islam, want die heeft godsdienst weer helemaal op de kaart gezet. Ik zei daarstraks al dat de seculiere cultuur de godsdienst weliswaar niet ontkent, maar ze privatiseert. De seculiere maatschappij is gebaseerd op de individuele vrijheid van de burger. Die zegt: als u godsdienstig wilt zijn, dan is dat uw volste recht, zolang u de andere niet stoort.

Ik maak me soms zorgen om de toekomst van onze grote christelijke instellingen. Ik denk dan aan onder meer het onderwijs en de ziekenzorg. Misschien wordt het aantal instellingen in de toekomst kleiner, maar ik hoop dat het netwerk sterk genoeg blijft.

In dat netwerk kunnen christelijke ziekenhuizen bijvoorbeeld het recht behouden om euthanasie of abortus te weigeren?

DE KESEL: Ja. De wet zegt dat euthanasie geen recht is, maar de toepassing van de wet moet transparant zijn. Mensen mogen weten welk ziekenhuis geen euthanasie uitvoert en welk ziekenhuis wel. Zo kan de burger in volle vrijheid kiezen.

Waar zal de Belgische katholieke kerk over twintig jaar staan?

DE KESEL: Sommigen verwijten mij dat ik van de katholieke kerk een minderheidskerk wil maken. Dat is niet zo. We zijn sociologisch niet in de minderheid. Het christendom heeft daarvoor te diepe wortels in de westerse beschaving. Het zal wel een kleinere kerk zijn, maar – en dat is veel belangrijker – het zal een meer belijdende kerk zijn, een zelfzekere kerk. Nu schamen vele mensen zich voor hun geloof. Als je iemand vraagt of hij een christen is, antwoordt hij aarzelend: ‘Ja, maar…’ Men belijdt zijn godsdienst met een zekere reserve. In de toekomst zal men meer zelfverzekerd christen zijn, maar zonder arrogant te worden.

Hoe hoopt u jongeren warm te maken voor de kerk?

DE KESEL: Met Lichtmis ging ik voor in de Brusselse Sainte-Croix-parochie. Daar waren tot mijn eigen verbazing meer dan driehonderd jongeren aanwezig. Ik zal niet zeggen dat we alle jongeren zullen aanspreken, maar velen van hen zijn zoekend.

Weet de kerk wel hoe ze die jonge mensen moet bereiken? De flamboyante Antwerpse priester Rudi Mannaerts werd onlangs bekroond als ‘marketeer van een moeilijk product’ omdat hij wifi in zijn kerk installeerde en de eucharistie viert op het ritme van housemuziek. Andere priesters hebben dan weer genoeg van het ‘kermisgedoe’ bij communiefeesten.

DE KESEL: De kerk moet open zijn en mag niemand buitenjagen. Maar wie binnenkomt, moet ook ontvangen worden zoals de kerk dat wil. Als iemand bij u thuis op bezoek komt, gaat u toch ook uw huis niet helemaal herinrichten naar zijn wens?

In een interview met Le Soir zei u: ‘We hebben een sterk christendom nodig, want anders neemt de islam onze plaats in.’

DE KESEL: ‘Want anders’ heb ik niet gezegd. Ik had het over een vitale kerk die niet gemarginaliseerd mag worden. De mens is een religieus wezen. Religie zal altijd een maatschappelijk fenomeen blijven. En als men het christendom marginaliseert, zal de islam maatschappelijk heel sterk aanwezig blijven. Daar is niets aan te doen. Je kunt wel hopen dat de islam zal seculariseren, maar dat zou een werk van lange adem worden. Het is belangrijk om de rechten van de eigen kerk te verdedigen. Een pluriforme, een ‘plurireligieuze’ samenleving komt iedereen ten goede.

Verklaart dat wat Rik Torfs ‘de grote angst voor de islam’ noemt?

DE KESEL: Ik voel die angst en begrijp ze voor een deel, maar angst is een slechte raadgever. De toekomst is mét de islam. Identiteit is héél belangrijk. Elke mens heeft zijn eigenheid, en moet respect hebben voor de eigenheid van anderen.

Doen wij dat wel? Velen hebben het gevoel dat het racisme en de onverdraagzaamheid nooit groter waren dan nu.

DE KESEL: Sommigen prediken de idealen van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid. Ik vraag me ook wel eens af waar die broederlijkheid is gebleven.

Vlaams minister voor Gelijke Kansen Liesbeth Homans (N-VA) zegt dat racisme vaak wordt gebruikt als excuus om persoonlijke mislukkingen goed te praten.

DE KESEL: Dat gaat te ver. Er zijn misschien individuele gevallen waarin dat geldt, maar racisme en onverdraagzaamheid zijn reële fenomenen en reële gevaren. Het is een belangrijke taak van de kerk om dat racisme te bestrijden.

Op zondag 17 april waren er twee manifestaties in Brussel: een pro-life-betoging en een herdenkingsmars naar aanleiding van de aanslagen op 22 maart. U koos voor die tweede. Waarom?

DE KESEL: Je moet kiezen in het leven. (lacht) De initiatiefnemers van de Mars voor het Leven hadden mij gevraagd om deel te nemen. Ik sta achter hun doelstellingen, maar ik kon niet wegblijven op die herdenking Het was belangrijk dat alle leiders van de erkende godsdiensten daar een gezamenlijk signaal uitzonden.

U kent Brussel goed. U was er acht jaar hulpbisschop en u voelde zich daar heel gelukkig.

DE KESEL: Ik ben nergens écht ongelukkig geweest, maar ik was graag in Brussel. Zoals veel Vlamingen kende ik Brussel niet goed, ik was er zelfs een beetje bang voor. Maar ik voelde me er snel thuis. Ik heb er een echte multiculturele samenleving ontdekt en een kerk die extravert, internationaal en heel open is. Het is een kerk op mensenmaat: direct en joviaal.

Onlangs herhaalde u dat u het voorstel steunt om gehuwde mannen tot priesters te wijden. En wat met de vrouwen?

DE KESEL: Het dossier van de wijding van de gehuwde man is theologisch en historisch iets anders dan dat van de wijding van de vrouw. Maar het is niet omdat de vrouw niet tot priester kan worden gewijd, dat ze geen grotere verantwoordelijkheid moet krijgen in de kerk.

Aan welke functies denkt u dan?

DE KESEL: De werkgroep Vrouwen in de Kerk pleit voor vrouwelijke diakens. Ook de paus vindt dat dat moet worden onderzocht.

En uzelf?

DE KESEL: Ik vind dat ook. Straks moet ik naar Watermaal-Bosvoorde voor een bijeenkomst van de verantwoordelijken van de pastorale eenheden. Twee van de acht zijn vrouwen. Dat stemt me tevreden.

Zijn vrouwelijke priesters echt onmogelijk? De anglicaanse kerk heeft al een vrouwelijke bisschop.

DE KESEL: Dat klopt, maar die bisschop zorgt ook voor grote verdeeldheid en onrust bij de gelovigen. Zeker bij de Afrikaans-anglicaanse kerken. Het ligt niet alleen theologisch heel moeilijk, maar ook cultureel.

U vindt ook dat de kerk meer moet openstaan voor homoseksuelen.

DE KESEL: Het gaat om respect voor elke mens, wie hij ook is en wat zijn geaardheid ook is, want niemand kiest daarvoor. Je bent het. Dat respect zit diep in het evangelie.

Wat vond u van de resultaten van de gezinssynode?

DE KESEL: (met een stralende glimlach) Ik was verrast en blij. Ik bewonder paus Franciscus, maar dacht dat het moeilijk zou worden om tot resultaten te komen, zeker omdat de verwachtingen zo hooggespannen waren. En ook omdat wij in het Westen erg gefocust waren op enkele concrete items zoals de plaats van hertrouwde mensen in onze kerk. De paus vroeg grote openheid voor de synode, wat niet voor iedereen evident was. Ook in het eindresultaat behoudt hij die openheid. Hij beseft goed dat je niet alle problemen oplost met grote algemene principes. Hij gelooft meer in concrete oplossingen voor concrete situaties – het toelaten van de communie voor hertrouwde gelovigen bijvoorbeeld.

Is die openheid zijn grootste verdienste?

DE KESEL: Dat denk ik wel. Hij is ook sterk bezig met sociale problemen, met name met de armoede in de wereld. Armoede is voor hem de bron van vele problemen, ook in de asielcrisis.

Hij heeft het vaak over het gevaar van de globalisering van de onverschilligheid.

DE KESEL: Een cultuur die niet geraakt wordt door de problemen van een asielzoeker, die onverschillig blijft, daar moet je tegen vechten. Paus Franciscus doet dat en durft daarover straffe uitspraken te doen. Men aanvaardt dat van hem omdat zijn boodschap klopt.

Hebt u hem al ontmoet?

DE KESEL: Neen. Dat gebeurt eind juni in Rome. De aartsbisschoppen krijgen er een liturgisch teken, het pallium, van de paus.

Zult u hem uitnodigen om naar België te komen?

DE KESEL: Daar kan ik nog niets over zeggen. Maar hij zou toch eens naar ons land mogen komen, niet? (lacht)

Als bisschop in Brugge werd u geconfronteerd met het seksuele misbruik door priesters. Sommige advocaten van slachtoffers verwijten de kerk dat ze een juridische uitputtingsslag voert.

DE KESEL: We treuzelen niet. Enkele maanden geleden gaven we een stand van zaken. Slachtoffers hadden twee mogelijkheden om hun beklag te doen: bij de bisdommen of bij het Centrum voor Arbitrage. Die procedures zijn nog niet volledig afgehandeld, er lopen nog enkele dossiers. Ik was ervan overtuigd dat de kerk schuld moest bekennen en de slachtoffers moest compenseren. De parlementaire commissie bood ons de mogelijkheid om ook verjaarde feiten te behandelen, wat juridisch niet eenvoudig is. En er moest een financiële tegemoetkoming tegenover staan. Ook daar heeft het parlement ons bij geholpen. De schadevergoedingen kunnen oplopen tot 25.000 euro voor de ergste misbruiken.

Is die financiële compensatie belangrijk voor de slachtoffers?

DE KESEL: Ja, en ik begrijp dat, ook al is het voor een stuk symbolisch, maar je geeft als instelling zo wel het signaal dat je de situatie ernstig neemt. Er waren ook slachtoffers die het geld weigerden en vroegen om het aan een goed doel te schenken.

U ontmoette verschillende slachtoffers. Hoe hebt u dat ervaren?

DE KESEL: Dat was heel confronterend. Want eerlijk: ik wist daar niet veel van. We zijn de slachtoffers tegemoetgekomen, maar daarmee is de pijn niet weg. Jonge mensen die zwaar misbruikt zijn, dragen dat leed hun hele leven mee.

Kunt u garanderen dat het niet meer gebeurt?

DE KESEL: Neen, natuurlijk niet. Het schandaal heeft de mistoestanden publiek gemaakt. Dat is in de jaren zestig en later niet gebeurd. Toen kenden de meesten het woord pedofilie zelfs niet eens. Jongeren zijn nu mondiger en seksualiteit is bespreekbaar. Zo zal het veel moeilijker zijn om seksueel misbruik, waar ook, verborgen te houden.

Kerkjurist Kurt Martens zegt dat u nalatig was in de aanpak van seksueel misbruik en dat u zich moet verantwoorden voor een speciaal daartoe opgerichte rechtbank in het Vaticaan.

DE KESEL: Ik heb dat ook gelezen. Het kwetst me. Ik wil er niets meer over zeggen. Ik ben in het reine met mezelf.

Pro Familia-voorzitter Dries Goethals riep op om te bidden voor uw bekering. Andere mensen zouden vloeken, maar u kunt dat niet doen.

DE KESEL: (luid lachend) Onze Lieve Heer zal dat gebed snel verhoren.

DOOR MICHEL VANDERSMISSEN, FOTO’S DIETER TELEMANS

‘Christenen zullen in de toekomst meer zelfverzekerd zijn, maar niet arrogant.’

‘Wij delen iets heel belangrijks met de moslims, namelijk het geloof in God.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content