België vindt voorlopig amper de helft van het beloofde aantal douaneambtenaren om de gevolgen van de brexit op 29 maart 2019 op te vangen. Begin januari waren er de helft minder aanwervingen dan voorzien.
De Federale Overheidsdienst Financiën vindt niet voldoende douaniers om de handel in goederen tussen België en het Verenigd Koninkrijk na het verlaten van de Europese Unie door het Verenigd Koninkrijk in goede banen te leiden. Voormalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) kondigde in mei aan dat de FOD Financiën 141 nieuwe douaniers zou aanwerven om de impact van de brexit op ons land op te vangen.
Van Overtveldt beloofde in de Kamer dat deze ambtenaren tegen eind 2018 allemaal aan de slag zouden zijn op verschillende plaatsen in het land. Vervolgens zouden de douaniers in het voorjaar van 2019 aan een specifieke opleiding beginnen. Maar de aanwervingen blijken moeilijker dan door Van Overtveldt werd voorzien. Op 1 januari 2019 waren slechts 71 nieuwe douaniers aangenomen, minder dan de helft dan aanvankelijk gepland.
Volgens Francis Adyns, woordvoerder van de FOD Financiën, verloopt de rekrutering inderdaad moeizaam. Tegen begin maart zullen er in totaal 105 nieuwe douaniers aan het werk zijn. Naar de overige 36 blijft het voorlopig zoeken. Adyns garandeert wel dat de 141 plaatsen tegen eind maart zullen worden ingevuld. ‘Desnoods via interne mobiliteit’, klinkt het. Maar dat is niet wat minister van Overtveldt aanvankelijk beloofde: hij sprak wel degelijk van 141 extra personeelsleden voor de douane.
Men wil de ene put opvullen door de andere nog wat dieper te maken. Ons land is totaal onvoorbereid op de brexit.
Marc Nijs, secretaris van de afdeling Openbare Diensten van de christelijke vakbond ACV, is niet te spreken over de gang van zaken. ‘Met interne verschuivingen vult men de ene put door de andere dieper te maken. De nieuwe werkkrachten worden in Oostende en Zeebrugge ingezet, terwijl het werk op de luchthaven van Zaventem en in de haven van Antwerpen ook zal toenemen. Als men in die laatste twee ook nog eens ervaren werknemers naar andere plaatsten zal verschuiven, is de patstelling compleet’, aldus Nijs.
Bovendien moesten de opleidingen van de nieuwe douaniers eigenlijk begin 2019 starten om de personeelsleden voldoende voor te bereiden op eender welk brexitscenario. Maar aangezien pas op 1 februari bijvoorbeeld 31 van de beoogde 141 nieuwe douaniers in dienst zullen treden, dreigt de opleidingsperiode te kort uit te vallen met het oog op 29 maart. Dat wordt tevens bevestigd door Adyns: ‘De nieuwe personeelsleden die starten in februari zullen nog niet de volledige opleiding afgerond hebben op 29 maart. Zij zullen evenwel ook een doorgedreven training on the job krijgen’, klinkt het
Eerder was er al ontevredenheid over het lage aantal aanwervingen ter voorbereiding op de brexit. Volgens de administratie van de FOD Financiën zijn er voor een zachte brexit (zoals de voorlopige deal die Theresa May met de Europese Unie heeft bereikt) minstens 300 extra personeelsleden nodig. Voor een harde brexit (een no-dealscenario) zouden dat er iets minder dan 400 zijn. Nu blijkt dat Brits premier Theresa May maar geen meerderheid lijkt te vinden voor haar terugtrekkingsakkoord met de Europese Unie, wordt de kans op een harde brexit met de dag groter. ‘We zijn totaal niet voorbereid op de brexit’, besluit Nijs.
Zeker in het geval van een harde berxit zullen door een gebrek aan personeel en opleiding mogelijks toenorme files ontstaan in onze provincie.
De goederenimport van het Verenigd Koninkrijk naar Belgie was in 2017 goed voor een bedrag van ruim zeventien miljard euro. Het gaat voornamelijk over transportmaterieel en minerale en chemische producten. Vooral West-Vlaanderen lijkt te zullen worden getroffen door een eventuele brexit. Gouverneur van de provincie Carl Decaluwé maakt zich ernstig zorgen over het gebrek aan personeel. ‘Zeker in het geval van een harde berxit zullen door een gebrek aan douaniers en beperkte opleidingen mogelijks toenorme files ontstaan in onze provincie. We hebben hoe dan ook niet de infrastructuur om daar snel een antwoord op te bieden’, aldus De Caluwé.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
