De Belgische begroting van 2021 is afgesloten met een tekort van 30 miljard euro, ofwel 6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is 10 miljard minder dan in oktober werd gevreesd, blijkt uit een nota van de federale overheidsdienst Begroting, waarover De Tijd donderdag bericht. De schuldgraad daalt van 112,8 naar 108,6 procent. ‘Maar de nood aan hervormingen blijft hoog’, zegt Eva De Bleeker, de staatssecretaris voor Begroting.
De correctie is grotendeels het gevolg van het nog sterker dan verwacht aantrekken van de economie en de inflatie, die zowel het bbp – van 496 naar 505 miljard euro – als de fiscale inkomsten – van 121 naar 126 miljard – een boost gaven. De sterkste stijging zit bij de btw-inkomsten (+ 1,9 miljard), de vennootschapsbelasting (+ 880 miljoen) en de voorafbetalingen (+830 miljoen). Ook de dividenden van financiële instellingen gingen fors de hoogte in, terwijl de primaire uitgaven op 70 miljard euro bleven. De federale en regionale overheden gaven vorig jaar 13,8 miljard euro uit om de pandemie te bestrijden en de economie recht te houden.
Dat brengt de totale uitgavenfactuur van de coronacrisis op 34,4 miljard euro. Maar de bijkomende uitgaven zijn dus geneutraliseerd door de hogere groei. “Dit is vooral goed economisch nieuws”, zegt De Bleeker. “We kunnen stellen dat de miljarden die de overheid heeft besteed om de bedrijven recht te houden, hebben geloond. Maar de begrotingscijfers blijven bloedrood. Zelfs als je de coronasteun eruit filtert, zitten we nog altijd op een deficit van 3,2 procent van het bbp.
Dat wil zeggen dat het structureel overheidstekort tussen 2019 en 2021 met bijna 1,5 procent is toegenomen. Op korte termijn moeten we de coronasteun tegen de lente zo veel mogelijk afbouwen. Voor de lange termijn is het nodig om nu knopen door te hakken over het flexibeler maken van de arbeidsmarkt en de re-integratie van langdurig zieken.”
