In ons omringende landen stort de vraag naar elektrische voertuigen dramatisch in. De Duitse sectororganisatie Deutsches Kraftfahrzeuggewerbe (DK) situeert elektromobiliteit op een dieptepunt.
Een bevraging van DK bij 348 Duitse garagebedrijven leveren onheilspellende cijfers. Die staan haaks op de Europese groene principes die de verkoop van auto’s op fossiele brandstoffen tegen 2035 verbieden. Uit de resultaten blijkt dat de vraag naar BEV’s (battery electric vehicle) tussen januari en juni 2024 scherp daalde. Bij particuliere klanten gaat het om een drop van -47 %, bij zakelijke kopers staat de teller op -41 %. De markt van de plug-inhybrides doet het (iets) minder slecht met -37 % voor particulieren en -33 % voor professionals.
Daar tegenover staat een groei van auto’s met verbrandingsmotoren van 24 % bij particulieren en 20 % bij zakelijke rijders. De cijfers geven een duidelijk trendbreuk weer met de licht stijgende tendens richting elektromobiliteit van de voorbije jaren. Het zet ook vraagtekens bij het uitdoofbeleid van fossiele voertuigen tegen 2035.
Om dat doel van die Green Deal te halen, moeten we vandaag een consistente en lineaire groei zien in de aankoop(bereidheid) van elektrische voertuigen. Maar de realiteit maakt dat meer en meer autoconstructeurs de elektrische toekomst somber inzien en weer inzetten op (betere) verbrandingsmotoren. In dat licht is er ook een stijgende interesse voor de bredere uitrol van e-fuels die veel minder CO2 en andere schadelijke stoffen uitstoten.
Gebruikers vinden elektrische auto’s in hoofdzaak te duur en de range- en laadproblematiek matcht niet met het gebruiksprofiel van elke automobilist. Het prijsargument begint ook feller door te wegen op de leasingmarkt waar zich forse prijsverhogingen aankondigen. Tot nu werd aangenomen dat de restwaarde van elektrische voertuigen torenhoog was. De werkelijkheid leert dat de consument niet warmloopt voor gebruikte EV’s. Vooral omdat de technologie – net zoals bij andere elektronica – na enkele jaren hopeloos gedateerd is.
De situatie loopt dermate uit de hand dat zelfs officiële concessiehouders merkeigen EV’s liever niet overnemen. Of er een banale overnameprijs op kleven. Omdat de hoge restwaardes in de praktijk irreëel blijken, moet bij nieuwe contracten de operationele kost per maand omhoog. Een groter percentage van de aankoopprijs moeten nu worden afgeschreven in de leasingperiode. Door die meerkost gaan vlootverantwoordelijken bij bedrijven auto’s met verbrandingsmotoren misschien opnieuw overwegen, ondanks de hogere fiscale druk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier