Wat als de Raad van State de aankooppremie voor elektrische auto’s afkeurt? Wie vergoedt wie?
Eind september kondigde Vlaams minister Lydia Peeters de invoering aan van een aankooppremie voor elektrische voertuigen voor particulieren. De invoering was gepland voor 1 januari 2024 maar is recent uitgesteld omdat de Raad van State nog altijd geen advies heeft uitgebracht. Tot grote ergernis van de autosector die in het verleden tot 35 procent van zijn jaaromzet realiseerde in januari.
De kerstvakantie is achter de rug, het openbare leven herneemt min of meer zijn normale gang. Niet helemaal inderdaad, want er is dit jaar geen Autosalon van Brussel meer. Door gebrek aan interesse van de automerken. Die zijn niet langer overtuigd van de meerwaarde van een publieksevenement van die aard en omvang voor de autoverkoop.
Belgische automarkt is uniek in de wereld
The return on investment is niet langer gegarandeerd, is te horen bij de invoerders. Dat heeft onder andere te maken met het specifieke karakter van de Belgische automarkt. Waar ter wereld vind je het triumviraat Audi, BMW en Mercedes terug in de top 5 van meest verkochte automerken?
De Belgische automarkt leeft van de verkoop van bedrijfswagens. Voor sommige merken bedraagt de B2B-verkoop meer dan 70 procent van hun globale omzet. Die verloopt niet volgens dezelfde kanalen als de particuliere verkoop maar via vertegenwoordigers van leasemaatschappijen en beheerders van grote wagenparken.
De premiummerken kunnen dus zonder autosalon leven, ook al trok de Brussels Motorshow in zijn beste jaren vele honderdduizenden bezoekers. Vooruitlopend op het verdwijnen van het autosalon van Brussel organiseren Audi, BMW en Mercedes al een paar jaren kleine, exclusieve evenementen voor hun zakelijke klanten. Die kosten minder en brengen meer op.
De volumemerken die zijn aangewezen op de particuliere verkoop plooien dezer dagen terug op hun dealernetwerk. In de praktijk verplaatst het autosalon op de Heizel zich nu naar de showroom van de dealers. Met die kanttekening dat de kleine en nieuwe merken niet kunnen terugplooien op een goed uitgebouwd dealernetwerk. Voor hen is het verdwijnen van het autosalon van Brussel een verlies, hun merknaam klinkt immers niet bekend in de oren bij de man of vrouw in de straat. Die heeft ook geen concrete voorstelling van hun modellenaanbod.
Klanten voelen zich in de steek gelaten
De schaalvergroting in de sector heeft er bovendien voor gezorgd dat de familiale merkverdelers van weleer zijn overgenomen door grote, kapitaalkrachtige binnen- en buitenlandse dealerorganisaties. Die verdelen meerdere merken en hebben vaak een directe lijn met de hoofdzetels van de merken. Zij maken achter de rug van de invoerders afspraken over contingenten en winstmarges en zetten op die manier de nationale invoerders en hun dealers buitenspel.
Merkverdelers worden gedegradeerd tot merkagenten wier hoofdactiviteit erin bestaat nieuwe auto’s af te leveren in ruil voor een vast commissieloon per afgeleverde auto. Voortaan moeten zij hun inkomsten halen uit het uitvoeren van onderhoud, herstellingen en verkoop van occasies.
De administratieve en commerciële activiteiten van de merken verlopen in toenemende mate via het internet, zij communiceren online met hun klanten en verplichten kandidaat-kopers zelfs om online te kopen. Daardoor wordt onderhandelen over de prijs voor een particuliere koper almaar moeilijker en in veel gevallen zelfs onmogelijk.
De automerken willen af van het systeem van kortingen, één prijs voor iedereen! Particuliere klanten voelen zich terecht in de steek gelaten én bedrogen in hun klantentrouw. Kandidaat-kopers zien door het bos de bomen niet meer en weten niet (meer) welk model of welke motorisatie zij moeten kiezen.
Gelukkig blijven enkele merken vasthouden aan het klassieke distributiemodel mét dealers, Renault is daar een van. Een bewuste strategische keuze volgens woordvoerder Karl Schuybroek. “70 procent van onze klanten zegt veel waarde te hechten aan een persoonlijk contact met de dealer. Hij is voor hen zowel een vakman als een vertrouwenspersoon die zelf ook alle belang heeft bij een goede relatie met zijn klanten.”
Persoonlijk en onafhankelijk advies kan veel geld besparen
Op het internet krijgen kandidaat-kopers vooral gesponsorde content te lezen en te zien. Ook in de media wordt de scheidingslijn tussen objectieve en gekleurde informatie almaar vager en dunner en wordt het vooral voor particulieren steeds moeilijker om een juiste keuze te maken. Waar kunnen zij terecht voor onafhankelijk en deskundig advies?
Dieter Qartier is zaakvoerder van Car-Matchers, specialist in advies op maat van het gebruiksprofiel aan zelfstandige ondernemers, vrije beroepen en KMO’s. “In deze periode van het jaar krijgen wij af en toe ook vragen om advies van particulieren. Gaat dat verder dan één telefoontje met enkele goede raadgevingen en leveren wij een document af met daarin een deskundig en onafhankelijk advies op basis van facts & figures vragen wij een vergoeding die schommelt tussen de 250 en 300 euro. Voor een particulier kan dat veel lijken maar in vergelijking met het financieel voordeel dat zo’n advies kan opleveren, is dat een zeer zinvolle investering. In de eerste plaats zoeken wij samen met de klant naar een model en aandrijving die aan zijn of haar haar persoonlijke behoeften voldoen. Dat lijkt misschien een vanzelfsprekendheid maar de praktijk wijst uit dat mensen al te vaak een auto kopen die niet beantwoordt aan hun objectieve vereisten. Wie vandaag een nieuwe wagen koopt, moet er zich bewust van zijn dat de overheid auto’s op fossiele brandstof zwaarder zal belasten. Om die reden raden wij ook particulieren aan een hybride te kopen. Mensen laten zich nog te vaak misleiden door hoge kortingen. Zij doen zich niet de moeite prijzen te vergelijken of te informeren naar de TCO (Total Cost of Ownership) van de auto die zij voor ogen hebben. Maken zij de verkeerde keuze kan hen dat snel enkele duizenden euro’s per jaar extra kosten. Wij stellen ook vast dat heel wat kopers van een nieuwe auto hun oude auto inleveren zonder met kennis van zaken te onderhandelen over de overnameprijs. Die ligt op de particuliere markt bijna altijd enkele duizenden euro’s hoger. Maar dan moet je als particulier wel de handen uit de mouwen steken en je oude wagen een grondige wasbeurt geven en hem vervolgens op het internet te koop aanbieden. Niks voor niks!”
Leidt uitstel tot afstel
Eind september kondigde Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters de invoering aan van een aankooppremie voor elektrische voertuigen. De invoering was gepland voor 1 januari 2024 maar eind vorige week raakte bekend dat het advies van de Raad van State ten vroegste begin februari verwacht wordt waardoor de invoering vertraging oploopt, tot grote ergernis van de autosector én van wie al een bestelbon heeft ondertekend of zinnens is dat te doen.
Voor particulieren bedraagt de premie 5.000 euro voor een nieuwe e-auto en 3000 euro voor een tweedehands. De factuurprijs van de nieuwe e-auto mag maximaal 40.000 euro (btw in) bedragen, de oorspronkelijke catalogusprijs van de occasie mag niet hoger zijn dan 60.000 euro. De minister heeft voor dit jaar 20 miljoen euro gereserveerd. Meer budget kreeg zij niet ter beschikking van haar Vlaamse coalitiepartners.
2024 is een zeer belangrijk verkiezingsjaar en dus komt het eropaan de kiezers gunstig te stemmen. Dat heeft minister Lydia Peeters in eerste instantie zeker gedaan met haar voorstel, maar wat als. De Raad van State is een adviesorgaan en de leden zijn weliswaar geen verkozenen des volks maar zij hebben wel een politieke kleur. Speelt die een rol wanneer zij straks moeten oordelen over het voorstel van de liberale Vlaamse minister?
Bovendien is de Raad van State een federaal orgaan terwijl de voorgestelde aankooppremie enkel financieel voordeel oplevert voor wie in Vlaanderen woont. Kan dat straks een invloed hebben op het individueel oordeel van de Waalse raadsleden?
Vandaar dat her en der de vraag opduikt, wat als? Wat als de Raad van State het licht op rood zet voor het voorstel van de aankooppremie? Hoe groot zal de ergernis en ontgoocheling zijn bij wie al een bestelbon heeft ondertekend of in zijn schuif heeft liggen? Zelfs wanneer er groen licht komt, kan het voorstel een boomerang-effect hebben voor de minister en bij uitbreiding voor de hele politieke elite. Wegens goed bedoeld, maar niet goed doordacht.
Met een budget van 20 miljoen euro voor 2024 kunnen immers hooguit 4.000 nieuwe e-auto’s worden gesubsidieerd, meer niet. Te weinig om een stroomversnelling bij de particulieren op gang te brengen terwijl dat de bedoeling was/is. Of niet?
De autosector zelf houdt voorlopig de boot af, wil niemand tegen het hoofd stoten. Begrijpelijk. Zolang dé politiek de aankooppremie voor elektrische bedrijfsauto’s behoudt, is er geen man overboord.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier