Vreugde en verdriet bij de Franse merken op het autosalon
André Citroën, Armand Peugeot en Louis Renault zijn namen die bekend in de oren klinken, wegens ondernemers pur sang. Voornoemd trio heeft de basis gelegd van een Franse autonijverheid die voor en na de Tweede Wereldoorlog een belangrijke pioniersrol heeft vervuld. De familie Peugeot had nog tot voor enkele jaren inspraak in het dagelijkse beleid, maar heeft zich na de reddingsoperatie onder zachte dwang van de nieuwe aandeelhouders teruggetrokken uit alle beheersorganen.
André Citroën, Armand Peugeot en Louis Renault zijn namen die bekend in de oren klinken, wegens ondernemers pur sang. Voornoemd trio heeft de basis hebben gelegd van een Franse autonijverheid die voor en na de Tweede Wereldoorlog een belangrijke pioniersrol heeft vervuld. De familie Peugeot had nog tot voor enkele jaren inspraak in het dagelijkse beleid, maar heeft zich na de reddingsoperatie onder zachte dwang van de nieuwe aandeelhouders teruggetrokken uit alle beheersorganen.
Terwijl het ene Engelse automerk na het andere van de markt is verdwenen, soms met de actieve steun van de machtige vakbonden, hebben de Franse constructeurs uitstekend stand gehouden. Sterker nog, de Groupe PSA (Citroën, DS en Peugeot) en Renault hebben verloren terrein teruggewonnen en vervullen opnieuw een pioniersrol, dit keer op het vlak van elektrische aandrijving en crossovers.
Buigen maar niet breken
De wederopstanding is niet zonder slag of stoot verlopen. De opmars van de Japanse merken op de Europese en Afrikaanse markten bracht de Franse autoconstructeurs zware schade toe. Tot dan beheersten Citroën, Peugeot en Renault de markt van de stads- en compacte gezinswagens.
Fiat kon niet wedijveren met het Franse trio, niet inzake duurzaamheid en niet qua comfort en innovatie. De Duitse merken onder aanvoering van Opel en Volkswagen boden meer weerwerk maar kregen moeilijk voet aan de grond in Zuid-Europa. Hun modellen waren te Duits en te weinig comfortabel.
De komst van de Japanse merken met in hun spoor een reeks goedkope, goed uitgeruste én betrouwbare modellen schudde de kaarten flink door elkaar. Op de hoofdzetels in Parijs was men zich in eerste instantie niet bewust van het dreigend gevaar, de constructeurs reageerden met vertraging én in verdeelde slagorde. De ongenadige strijd om het leiderschap in eigen land stond elke vorm van samenwerking in de weg.
Citroën ging als eerste voor de bijl en werd in 1974 ingelijfd door Peugeot. Renault – met de Franse staat als grootste aandeelhouder – kon in feite niet failliet gaan. Pogingen om de merken te saneren, stuitten keer op keer op een krachtig non van de Franse vakbonden. Die organiseerden de ene staking na de andere, soms om het ego van een vakbondsleider te strelen. Zonder rekening te houden met de gevolgen voor de bedrijven en hun personeel. Een en ander creëerde een sfeer van negativisme en berusting. Het is een wonder dat de Franse merken die zwarte periode hebben overleefd.
Na enkele desastreuse jaren leek Groupe PSA in 2013 af te stevenen op een faillissement maar door een ultieme reddingsoperatie van de Franse staat en de Chinese autobouwer Dongfeng ontsnapte de Franse autogroep begin 2014 op de valreep aan de ondergang.
Renault ging een andere weg. In 1999 werd het hoofdaandeelhouder van het noodlijdende Nissan en nam het bovendien het Roemeense budgetmerk Dacia over. Onder de bezielende leiding van topman Carlos Ghosn werd Renault de onbetwiste nummer één in Frankrijk. De alliantie Renault-Nissan werd koploper op het vlak van elektrische aandrijving, Dacia werd de nummer één onder de budgetmerken.
Groter en sterker
Begin 2017 zorgde Groupe PSA voor een coup de théâtre door het verlieslatende Opel over te nemen. De overname kwam er na een wonderbaarlijke verrijzenis die de verdienste is van topman Carlos Tavares die Peugeot in drie jaar tijd omtoverde van een verlieslatend bedrijf in een winstgevende onderneming. Pikant detail: de Portugese topmanager was jarenlang de rechterhand van Carlos Ghosn bij Renault.
Door de overname van Opel versterkt Groupe PSA zijn slagkracht op de markten waar het traditioneel zwak stond. In ons land presteerden de PSA-merken in 2017 goed én slecht: Peugeot ging 11,36 % vooruit, Citroën en DS verloren respectievelijk 1,03 en 31,82 % ten opzichte van 2016.
PSA-woordvoerster Anouk Van Vliet ziet in de vooruitgang van Peugeot ‘de bevestiging dat het modellengamma uitstekend inspeelt op de verwachtingen van de snel aangroeiende groep van mensen die kiest voor een crossover.
‘Voor Citroën verwacht ik met de lancering van de C3 Aircross en C4 Cactus een heropleving van de verkoop en wat betreft het resultaat van DS pleit ik voor verzachtende omstandigheden. DS breidt zijn gamma uit met de DS 7 Crossback en neemt 17 nieuwe DS-stores in gebruik, verspreid over het hele land. In feite komt DS dit jaar voor het eerst goed gewapend aan de start.’
Meer auto’s verkopen of meer winst maken
Internationaal gezien was 2017 een recordjaar voor Renault met 3,76 miljoen verkochte wagens, of een stijging met 8,5 % in een markt met een groei van 2,3 %. Daarmee sloot Renault het jaar af als grootste Franse merk ter wereld en het op één na best verkochte merk in Europa. Renault bleef in Europa ook marktleider in het segment van de elektrische auto’s – met een marktaandeel van 23,8 %.
In ons land ging Renault achteruit met 8,81 % maar bleef desondanks de nummer één op de Belgische markt en dat voor het derde jaar op rij. Vanwaar die plotse sterke terugval?
Karl Schuybroek (Renault Benelux): ‘Voor 2017 hebben we doelbewust voorrang gegeven aan rendabele inschrijvingen, desnoods ten koste van het verkoopvolume. We stonden voor de keuze: of meer auto’s verkopen of meer winst maken. Na rijp beraad hebben we ervoor gekozen om het aantal kortetermijninschrijvingen fors te verminderen, zowel op het niveau van de invoerder als van de concessionarissen. Als wij straks onze financiële resultaten over 2017 zullen bekendmaken, zal blijken dat onze rendabiliteit flink is toegenomen en dat wij onze doelstelling hebben bereikt. Voor dit jaar ligt de focus op klantentevredenheid. De eerste zijn is goed, de beste zijn is nog beter!’
Afsluitend verwijt hij de regeringen in ons land een gebrek aan ambitie en daadkracht wanneer het erom gaat de elektrisch aangedreven auto te promoten met incentives die er toe doen. ‘Hoewel het budget een ruim overschot vertoonde, wordt de premie verlaagd. Eerlijk gezegd, dat gaat mijn verstand te boven.’
Autosalon van Brussel 2018
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier