VAB Gezinswagens 2025
De winnaars van de VAB Gezinswagenverkiezing zijn bekend. De mobiliteitsorganisatie organiseerde die al voor de 38ste keer. Een jury van autoprofessionals en gezinnen koos de MG 3 als beste compacte gezinswagen en bij de grote auto’s won de Hyundai i30 Wagon.
In totaal dongen 27 auto’s naar de titel van VAB Gezinswagen 2025. Opvallend detail: VAB voorzag dit jaar niet langer een aparte categorie voor elektrische modellen. Omdat het aanbod groter werd en de prijzen daalden, bleek de tijd rijp om de elektrische wagens rechtstreeks te laten concurreren met auto’s met verbrandingsmotoren. Op zich interessant omdat we in de line-up auto’s met verbrandingsmotoren zagen, hybride modellen, plug-inhybrides, elektrisch aangedreven wagens en voertuigen op LPG.
In de categorie van auto’s met een maximumprijs van 25.000 euro koos de jury voor de MG 3. Die heeft een hybride aandrijving die niet alleen erg zuinig, maar ook erg krachtig is met een systeemvermogen van bijna 200 pk. Tweede werd de Dacia Duster die naast ruimte en een stoere SUV-look ook een erg spaarzame LPG-motorisatie kreeg. Derde werd verrassend de nieuwe Suzuki Swift. Dit model dankt zijn zuinig karakter aan zijn licht gewicht en de mild hybride aandrijving. Vooral gezinnen waren verder erg lovend over de klassieke, manuele handrem, knopjes om elementaire zaken te bedienen en een dashboard met traditionele wijzernaalden.
Break boven SUV
Bij de grote gezinswagens bestond het deelnemersveld in hoofdzaak uit SUV- en crossovermodellen. De jury viel voor de breaks. Op de eerste plaats stond de Hyundai i30 Wagon, de Skoda Octavia combi werd tweede. Duidelijk is dat de vrij traditionele break net zoveel ruimte en comfort biedt als een SUV. Bovendien zijn dergelijk modellen dikwijls goedkoper en zuiniger wat de privékoper niet onberoerd laat. Het Chinese BYD kaapte de derde plaats weg met de Seal U met een plug-inhybride aandrijving.
In de categorie tot 40.000 euro liep slechts 17 % van het deelnemersveld op een 100 % elektrische aandrijving. De jury koos niet voor een elektrische auto, hoewel de argumenten van de hoge aankoopprijs en het beperkte rijbereik achterhaald zijn. Maar elektrisch rijden blijft prijzig omwille van de energiekost. Wie zijn voertuig aan openbare laadinfrastructuur hangt, betaalt per 100 km meer dan wie op benzine rijdt. De terughoudendheid ten overstaan van elektrisch rijden kent dus andere oorzaken dan 10 jaar geleden.
Enerzijds is de stroomprijs het afgelopen decennium met ruim 40 % gestegen – de benzineprijs bleef nagenoeg stabiel – maar vooral het gebrek aan transparantie over de energiekost baart mogelijke EV-rijders zorgen. Bij een laadbeurt is het moeilijk om vooraf in te schatten wat het gaat kosten. Hier pleit VAB voor meer transparantie door een duidelijke affichage van de prijs. Bovendien kan een maximumprijs interessant zijn voor openbare laadinfrastructuur naar analogie met klassieke brandstoffen. Mogelijk is dit de laatste barrière die weg moet om ook de consument de stap naar elektrisch rijden te laten zetten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier